ECLI:NL:RBROT:2022:10414

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
C/10/642210 / JE RK 22-1779
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 3 augustus 2022, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan de minderjarige [naam kind01], geboren in 2006. De kinderrechter behandelt het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) tot verlenging van de machtiging voor gesloten accommodatie, die oorspronkelijk was verleend op 21 januari 2022 en zou aflopen op 12 augustus 2022. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [naam kind01], die momenteel verblijft in een gesloten groep van [naam instelling01].

Tijdens de zitting zijn de ouders van [naam kind01] en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De moeder en vader geven aan dat zij betrokken zijn bij de situatie van hun dochter, maar hebben verschillende standpunten over de verlenging van de gesloten plaatsing. De moeder is voorstander van een terugkeer naar huis, terwijl de vader twijfels heeft over de effectiviteit van de jeugdbescherming. De kinderrechter concludeert dat, hoewel [naam kind01] positieve ontwikkelingen vertoont, zoals minder wegloopgedrag en een goede start met EMDR-behandeling, de stabiliteit en structuur van de gesloten accommodatie noodzakelijk blijven voor haar verdere ontwikkeling.

De kinderrechter verleent de machtiging voor een periode van vier maanden, tot 12 december 2022, en houdt de overige verzoeken aan tot een pro forma zitting op 1 november 2022. De kinderrechter vraagt de GI om voor deze datum rapportage te doen over de voortgang van de situatie van [naam kind01]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/642210 / JE RK 22-1779
Datum uitspraak: 3 augustus 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
advocaat: mr. R. Haze, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 27 juli 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de instemmende verklaring van 2 augustus 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, ingekomen bij de griffie op 3 augustus 2022;
- het gezinsplan van 2 augustus 2022, ingekomen bij de griffie op 3 augustus 2022.
Op 3 augustus 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de moeder;
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] verblijft op een gesloten groep van [naam instelling01] .
Bij beschikking van 12 februari 2021 is [naam kind01] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 12 februari 2023.
Bij beschikking van 21 januari 2022 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 12 augustus 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt verlenging van de machtiging tot verblijf van [naam kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. [naam kind01] doet het goed op de groep maar heeft de afgelopen periode nog wel zorgelijk gedrag laten zien. Zij is net gestart met EMDR-behandeling en daarvoor is de nodige stabiliteit en veiligheid van belang. Daarnaast wordt er nog onderzoek gedaan naar [naam kind01] bij [naam instelling01] . Een passende plek voor [naam kind01] kan pas worden gevonden nadat de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn. Op dit moment staat [naam kind01] aangemeld bij drie mogelijke vervolgplekken. [naam kind01] is tevens aangemeld bij de open groep van [naam instelling01] . Dit kan worden gezien als een tussenstap. Bij de moeder thuis gaat het een stuk beter maar het is hier nog niet stabiel genoeg om te kunnen bepalen dat [naam kind01] naar huis kan. Het wegloopgedrag van [naam kind01] is de afgelopen tijd een stuk verminderd, hierover zijn afspraken gemaakt met de vader. Zelf geeft [naam kind01] aan dat zij graag wil werken aan haar zelfstandigheid door middel van een kamertrainingstraject. De GI is van mening dat op dit moment het verlengen van de gesloten machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is zodat de positieve weg die [naam kind01] is ingeslagen verstevigd kan worden. Wat de verloven van [naam kind01] betreft, geeft de GI aan dat uitgezocht moet worden of dit verder kan worden uitgebreid. Dit geldt ook voor de school waar [naam kind01] naartoe gaat buiten het terrein van [naam instelling01] .

Het standpunt van [naam kind01]

heeft, deels bij monde van haar advocaat, aangegeven dat zij niet langer op de gesloten groep wil blijven. [naam kind01] verblijft al bijna 7 maanden in de geslotenheid. Bij [naam instelling01] zijn ze positief over [naam kind01] . Zij is sinds juni niet meer weggelopen. Daarnaast is het fijn dat de moeder weer thuis is en het steeds beter gaat. Dit zijn stappen in de goede richting. Een gesloten plaatsing moet niet ingezet worden als het niet meer noodzakelijk is. Het blijkt in de praktijk lastig om een vervolgplek te vinden voor [naam kind01] . Daarnaast moet ervoor worden gezorgd dat [naam kind01] haar EMDR-behandeling kan volgen op de plek waar zij geplaatst zou kunnen worden. [naam kind01] zou zelf graag meer verantwoordelijkheid krijgen en de positieve lijn blijven voortzetten. Primair wordt verzocht om de verlenging van de gesloten machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen. Subsidiair wordt verzocht om de gesloten machtiging tot uithuisplaatsing zo kort mogelijk te laten duren, zodat er een vinger aan de pols kan worden gehouden met betrekking tot het vinden van een vervolgplek. [naam kind01] is gebaat bij duidelijkheid.

Het standpunt van de belanghebbenden

De moeder geeft ter zitting aan dat zij graag wil dat [naam kind01] naar huis komt. De moeder had eerst last van haar medicatie maar zij heeft dit inmiddels afgebouwd waardoor het beter met haar gaat. Het wordt financieel lastig om [naam kind01] in huis te nemen maar de moeder staat er voor open.
De vader geeft ter zitting aan dat hij de afgelopen jaren afwezig is geweest. Inmiddels is hij betrokken bij [naam kind01] en zorgt hij ervoor dat zij niet meer wegloopt. Het wegloopgedrag van [naam kind01] was echter te wijten aan het pestgedrag van de meiden op de groep bij [naam kind01] . De vader heeft moeite met een verlenging van de gesloten plaatsing omdat er te weinig gebeurt vanuit de jeugdbeschermers. De GI moet ervoor zorgen dat er een vervolgplek gevonden wordt voor [naam kind01] en dat zij haar EMDR kan blijven volgen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Een gesloten plaatsing hoort in beginsel zo kort mogelijk te duren. Sinds december 2021 verblijft [naam kind01] op een gesloten groep bij [naam instelling01] . Uit de stukken en de mondelinge behandeling ter zitting blijkt echter dat er nog sprake is van een terugval in het gedrag van [naam kind01] , waarbij sprake is van (veiligheids)risico’s voor haarzelf. Sinds juni is [naam kind01] niet meer weggelopen. Dit is een positieve ontwikkeling. [naam kind01] heeft baat bij de structuur en stabiliteit die [naam instelling01] haar biedt. Inmiddels heeft [naam kind01] meer vrijheden gekregen en mag zij regelmatig op verlof. [naam kind01] is inmiddels eenmaal op slaapverlof bij haar moeder geweest en daarnaast gaat zij naar een school buiten het terrein van [naam instelling01] . Deze positieve ontwikkelingen dienen te worden voortgezet en te worden uitgebreid. Het is goed te begrijpen dat [naam kind01] toe is aan duidelijkheid als het gaat om haar vervolgplek. Op dit moment dient de uitslag van het onderzoek bij [naam instelling01] betreffende [naam kind01] te worden afgewacht alvorens duidelijk is welke vervolgplek het best passend is en welke begeleiding en behandeling zij nodig heeft. Daarnaast is het van groot belang dat [naam kind01] haar EMDR-behandeling, die net is gestart, kan blijven volgen vanuit een stabiele en rustige plek. Deze behandeling en een min of meer gelijktijdige verandering van omgeving/verblijfplaats zou kunnen zorgen voor een terugval van [naam kind01] . Het ligt voor de hand dat een mogelijke terugval als gevolg van de behandeling vooralsnog het beste kan worden opgevangen op de gesloten groep van [naam instelling01] . Het is positief dat er voor een vervolgverblijfplaats van [naam kind01] verschillende mogelijkheden open liggen. De kinderrechter hoopt dat [naam kind01] de komende periode de stijgende lijn die zij heeft ingezet blijft volhouden en dat zij binnen afzienbare tijd op een vervolgplek geplaatst zal kunnen worden. Tot die tijd is het in het belang van [naam kind01] om op de gesloten groep van [naam instelling01] te verblijven.
De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van vier maanden. Het overig verzochte zal worden aangehouden tot de hierna te noemen pro forma datum. De kinderrechter verzoekt de GI alsdan te rapporteren over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet gehandhaafd wordt. Daarnaast ontvangt de kinderrechter in dat geval een nieuwe verklaring van de gedragswetenschapper.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 augustus 2022 tot 12 december 2022;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat de behandeling van de zaak voor het overig verzochte wordt aangehouden tot
1 november 2022 pro forma;
bepaalt dat de GI, de belanghebbenden, [naam kind01] en mr. R. Haze op de genoemde pro forma datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk
twee wekenvoor de genoemde datum aan de kinderrechter (met afschrift aan de GI, de belanghebbenden en mr. R. Haze) de verzochte rapportage te doen toekomen; indien het restant van het verzoek wordt gehandhaafd, dient eveneens eens verklaring van een gedragswetenschapper te worden overgelegd.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 11 augustus 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.