ECLI:NL:RBROT:2022:10411

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
10/691036-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige verdachte

Op 3 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel van een jeugdige verdachte, geboren op [geboortedatum01] en ingeschreven in de basisregistratie op het adres van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd op 9 juli 2019 ter zake van afpersing en poging tot afpersing, met een startdatum op 24 juli 2019. De rechtbank ontving op 19 september 2022 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel, die eerder op 21 juli 2022 was verlengd met drie maanden. Tijdens de zitting op 3 november 2022 werd de vordering behandeld achter gesloten deuren, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde aanwezig waren, evenals deskundigen van de inrichting en de reclassering.

De officier van justitie pleitte voor afwijzing van de vordering, stellende dat de veroordeelde sinds zijn onttrekking aan politie en justitie geen recidive heeft gepleegd en dat verdere behandeling binnen de inrichting geen meerwaarde meer heeft. De veroordeelde en zijn raadsman steunden deze afwijzing, waarbij de veroordeelde aangaf zich te willen richten op de toekomst en zelfstandige woonruimte te willen vinden met hulp van zijn moeder. De rechtbank overwoog dat de PIJ-maatregel slechts verlengd kan worden indien aan specifieke voorwaarden is voldaan, waaronder de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde.

Na beoordeling van de adviezen van de inrichting en de reclassering, concludeerde de rechtbank dat de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel niet in het belang was van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank wees de vordering af, waardoor de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigde. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team Jeugd
Parketnummer: 10/691036-19
Datum uitspraak: 3 november 2022
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) van
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) [detentieadres01] ,
raadsman mr. A.T. Tilburg, advocaat te Spijkenisse.

1..Procesverloop

Op 9 juli 2019 heeft de rechtbank de PIJ-maatregel van de veroordeelde gelast ter zake van afpersing en poging tot afpersing. De termijn van de PIJ-maatregel is gestart op 24 juli 2019.
Op 21 juli 2022 heeft deze rechtbank de PIJ-maatregel laatstelijk verlengd met drie maanden en het overig gevorderde afgewezen.
Op 19 september 2022 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen.
Bij die vordering is gevoegd het advies van het hoofd van de inrichting waar de veroordeelde verblijft, gedateerd 19 september 2022.
Verder heeft de rechtbank op 20 oktober 2022 een advies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) ontvangen.
Op de zitting van 3 november 2022 is de vordering is achter gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer,
- de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman,
- de deskundige mw. [naam01] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting,
- deskundige mw. [naam02] , werkzaam bij de reclassering.

2..Standpunt van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, waarmee de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel zal ingaan. Ten aanzien van het recidivegevaar geldt dat de veroordeelde sinds zijn onttrekking uit beeld van politie en justitie is gebleven. Er valt te twisten over de vraag of voortzetting van de PIJ-maatregel in het belang is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Er is een aantal jaren geprobeerd om de veroordeelde te behandelen en hij heeft zich hier ook voor ingezet, maar in de huidige situatie lijkt een verdere behandeling binnen een inrichting geen meerwaarde te hebben. De officier ziet ook geen meerwaarde in op te leggen bijzondere voorwaarden, omdat de veroordeelde hier niet voor open staat.
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsman hebben afwijzing van de vordering bepleit. Vanuit de inrichting wordt aangegeven dat men de veroordeelde wil blijven begeleiden, maar die manier van begeleiding werkt niet meer voor hem. De veroordeelde loopt keer op keer tegen frustraties aan, waardoor zijn traject stagneert. De begeleiding die de inrichting verder nog wil bieden is bovendien onvoldoende concreet. De veroordeelde wil zich richten op de toekomst en is van plan de compensatie die hij zal krijgen vanwege de toeslagenaffaire te gebruiken om huisvesting voor zichzelf te vinden. Zijn moeder zal hem helpen bij zoeken naar zelfstandige woonruimte.

3..Adviezen

3.1.
Advies inrichting
Het advies van 19 september 2022 houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
Bij de veroordeelde was sprake van een zeer ongunstige opvoedomgeving, welke geleid heeft tot een verstoring in de gehechtheidsrelatie. Vanuit de onveilige hechting is de veroordeelde in het dagelijks leven sneller geneigd een situatie als onveilig in te schatten en hier vervolgens fysiek agressief op te reageren en/of voor anderen op te komen. Gezien het langdurige bestaan van de gedragsproblemen, de emotieregulatieproblemen, de instabiliteit van zijn zelfbeeld en het wantrouwen naar (belangrijke) anderen, kan gesproken worden van een bedreigde persoonlijkheidsstoornis waarbij borderline en antisociale trekken zichtbaar zijn. Daarnaast is sprake van een sterk disharmonisch intelligentieprofiel.
Verloop behandeling
Op 15 april 2022 is de veroordeelde gestart met zijn Scholings- en Trainingsprogramma (hierna: STP), waarbij hij verhuisd is naar een woning van SeedZ Zorg in Rotterdam (begeleid wonen). Hier leek hij een goede start te maken, maar er was sprake van een hoog ziekteverzuim op zijn dagbesteding. Uiteindelijk is hij zijn dagbesteding verloren en heeft de inrichting in samenspraak met de reclassering een time-out ingezet op 19 mei 2022. Nadat de veroordeelde een nieuwe dagbesteding had gevonden in de steigerbouw, kon het STP per 14 juni 2022 hervat worden. Het verblijf bij SeedZ Zorg is weer opgepakt en de veroordeelde hield zich aan de (nieuwe) gestelde regels en afspraken bij de instelling en bij de reclassering. Het gedrag en de houding is na de time-out in positief opzicht veranderd, maar daarna is er opnieuw een terugval en een time-out geweest, van 11 tot 25 augustus 2022. De veroordeelde was ontslagen en hield zich niet aan de regels van SeedZ Zorg. Sindsdien gaat het wisselend. Ten tijde van het advies wordt door SeedZ Zorg onderzocht of er voldoende basis ligt om door te gaan met de plaatsing. De veroordeelde heeft meerdere officiële waarschuwingen gekregen.
Gevaar voor herhaling
De kans op recidive wordt momenteel ingeschat als matig, wanneer de justitiële kaders wegvallen. Wanneer hij zijn verblijf binnen SeedZ Zorg kwijt zal raken doordat hij gedragingen blijft laten zien die gerelateerd zijn aan het recidiverisico, zal er sprake zijn van een bijstelling van het recidiverisico naar matig tot hoog.
Verder behandeltraject en –perspectief
Het einddoel bij uitstroom is dat de veroordeelde zicht heeft op de opbouw van spanning en boosheid, meer open is en minder wantrouwen heeft. Het uitstroomdoel zal begeleid wonen zijn met een dagbesteding in het kader van onderwijs of werk met perspectief voor de lange termijn. Bij goed verloop van de behandeling (vasthouden van zijn woonplek en verdere beperking van de risicofactoren) wordt verwacht dat de veroordeelde nog ten minste zes maanden nodig zal hebben het einddoel te bewerkstelligen en in aanmerking te komen voor een voorwaardelijke beëindiging.
Het advies luidt de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met zes maanden, wanneer de veroordeelde zijn plaats bij SeedZ Zorg kan behouden en twaalf maanden wanneer dit niet het geval is.
3.2.
Advies Reclassering
Het advies van de reclassering d.d. 20 oktober 2022 houdt het volgende in.
De veroordeelde kent een zeer belaste voorgeschiedenis en opvoedsituatie. Hij is veelvuldig verhuisd en komt vanaf jonge leeftijd in contact met de politie in verband met geweldsdelicten. Tijdens zijn PIJ-behandeling heeft hij schematherapie gevolgd om meer (in)zicht te krijgen in/op zijn beperkte emotieregulatie en copingvaardigheden. Er is sprake van een gemiddeld risico op recidive. De risico’s worden vooral gezien in omgang met delinquente vrienden, emotieregulatieproblematiek en zijn geringe copingvaardigheden.
3.3.
Ter zitting gegeven adviezen
Mw. [naam03] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting, heeft het verlengingsadvies ter zitting toegelicht. De inrichting ziet nog de noodzaak voor behandeling aangezien het de veroordeelde niet lijkt te lukken om zich te houden aan de geldende maatschappelijke normen. Op dit moment laat de veroordeelde zelfbepalend gedrag zien en is hij niet te begeleiden. Het verblijf bij SeedZ Zorg, wat een beschermende factor was, is weggevallen. Daarnaast blijft er onduidelijkheid bestaan rondom de dagbesteding van de veroordeelde. Het recidiverisico is hoog. Er zijn ook nog mogelijkheden voor behandeling van de veroordeelde. Als de PIJ-maatregel met twaalf maanden verlengd zou worden, zou worden ingezet op het vinden van een nieuwe woonvoorziening, “hand in hand”-begeleiding met duidelijke afspraken en behandeling gericht op het verbeteren van zijn copingvaardigheden. Sinds de vorige zitting zijn er veel ontwikkelingen geweest, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in het verliezen van de woonplek en een onttrekking van de veroordeelde. Door de komende maanden de beschermende factoren weer op te bouwen, kan het recidiverisico verlaagd worden. Namens de reclassering is ter zitting aangesloten bij het advies van de inrichting en hetgeen namens de inrichting ter zitting naar voren is gebracht.

4..Beoordeling

Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
Uit de adviezen en wat ter terechtzitting is besproken is het volgende gebleken.
Sinds de zitting van 21 juli 2022, waarbij de PIJ-maatregel voor het laatst verlengd is, hebben er veel ontwikkelingen plaatsgevonden. Zo bleek een dag na de zitting van 21 juli 2022 dat hij ontslagen was bij zijn vorige werkgever. Na meerdere time-outs en waarschuwingen is de veroordeelde zijn plaats bij SeedZ Zorg kwijtgeraakt. Hij had zich vervolgens moeten melden bij de inrichting, maar hij heeft zich onttrokken. De inrichting zou graag zien dat de PIJ-maatregel verlengd wordt, zodat opnieuw gewerkt kan worden aan de opbouw van beschermende factoren. Ter zitting is beschreven wat het plan zou zijn bij een verlenging. De rechtbank constateert dat dit feitelijk hetzelfde is wat de afgelopen maanden al aan begeleiding en behandeling aan de veroordeelde is geboden en stelt vast dat dit tot op heden niet tot verbetering heeft geleid. De motivatie van de veroordeelde is bovendien sterk verminderd, wat niet bijdraagt aan de slagingskans van in te zetten behandeling. De tegenslagen in zijn traject hebben er niet toe geleid dat de veroordeelde in aanraking is gekomen met politie en justitie. Hieruit leidt de rechtbank af dat ook het risico op recidive niet maakt dat de PIJ-maatregel zou moeten worden verlengd. De rechtbank is van oordeel dat een verlenging van de PIJ-maatregel niet in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De vordering tot verlenging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen zal daarom worden afgewezen, zodat de maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigt.
Bij de voorwaardelijke beëindiging zullen de van rechtswege gestelde voorwaarden gelden, zoals opgenomen in artikel 77ta, eerste lid, Sr. Met de officier van justitie en de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om bijzondere voorwaarden op te leggen. Het is aan de veroordeelde om te laten zien dat hij zijn leven op orde heeft en houdt.

5..Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, zodat de PIJ-maatregel
van rechtswege voorwaardelijk met ingang van heden zal eindigen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Kuilenburg, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mr. S. Riege en mr. A.M.T.A. Verhagen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.F. Verhaart, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 november 2022.