ECLI:NL:RBROT:2022:10411
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige verdachte
Op 3 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel van een jeugdige verdachte, geboren op [geboortedatum01] en ingeschreven in de basisregistratie op het adres van de Rijks Justitiële Jeugdinrichting. De PIJ-maatregel was eerder opgelegd op 9 juli 2019 ter zake van afpersing en poging tot afpersing, met een startdatum op 24 juli 2019. De rechtbank ontving op 19 september 2022 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel, die eerder op 21 juli 2022 was verlengd met drie maanden. Tijdens de zitting op 3 november 2022 werd de vordering behandeld achter gesloten deuren, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde aanwezig waren, evenals deskundigen van de inrichting en de reclassering.
De officier van justitie pleitte voor afwijzing van de vordering, stellende dat de veroordeelde sinds zijn onttrekking aan politie en justitie geen recidive heeft gepleegd en dat verdere behandeling binnen de inrichting geen meerwaarde meer heeft. De veroordeelde en zijn raadsman steunden deze afwijzing, waarbij de veroordeelde aangaf zich te willen richten op de toekomst en zelfstandige woonruimte te willen vinden met hulp van zijn moeder. De rechtbank overwoog dat de PIJ-maatregel slechts verlengd kan worden indien aan specifieke voorwaarden is voldaan, waaronder de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde.
Na beoordeling van de adviezen van de inrichting en de reclassering, concludeerde de rechtbank dat de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel niet in het belang was van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank wees de vordering af, waardoor de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigde. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.