ECLI:NL:RBROT:2022:10342

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 september 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
9681407 CV EXPL 22-4535
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit hoofde van een behandelovereenkomst met bewijslevering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor betaling van een factuur van € 522,04, die voortvloeit uit een behandelovereenkomst voor tandheelkundige zorg. De eiseres, Infomedics, heeft de vordering van de zorgverlener [zorgverlener01] overgenomen en stelt dat [gedaagde01] haar verbintenis niet is nagekomen door het resterende bedrag niet te betalen. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 24 mei 2022, waarbij de gemachtigde van Infomedics niet aanwezig was door een fout van de rechtbank. De kantonrechter heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten verder toe te lichten.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde01] heeft op 30 maart 2021 een intake gehad voor een tandvleescorrectie en heeft op 7 april 2021 de behandeling ondergaan. Na de behandeling heeft [gedaagde01] een deel van de factuur voldaan, maar het resterende bedrag van € 421,89 is tot op heden niet betaald. Infomedics heeft het bezwaar van [gedaagde01] tegen de factuur afgewezen en eist nu betaling van het openstaande bedrag, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het aan Infomedics is om te bewijzen dat [gedaagde01] voorafgaand aan de behandeling op de hoogte was van de kosten zoals vermeld in de begroting van 30 maart 2021. De rechter heeft Infomedics in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van deze stelling. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering, waarbij de partijen zijn geïnformeerd over de procedurele stappen die moeten worden genomen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9681407 CV EXPL 22-4535
datum uitspraak: 2 september 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
vestigingsplaats: Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
zonder gemachtigde.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 januari 2022, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • het tussenvonnis van 28 februari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 24 mei 2022;
  • de brief van de gemachtigde van Infomedics;
  • de repliek.
1.2.
Op 24 mei 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met [gedaagde01] besproken. Door een fout van de rechtbank was (de gemachtigde) van Infomedics niet aanwezig bij de mondelinge behandeling. Naar aanleiding hiervan zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich nog eenmaal uit te laten per conclusie.

2..De feiten

2.1.
Op 30 maart 2021 is [gedaagde01] op intake geweest voor een tandvleescorrectie bij [zorgverlener01] (‘ [zorgverlener01] ’), een zorgverlener die gespecialiseerd is in tandheelkunde. Op 7 april 2021 heeft de behandeling plaatsgevonden. Na deze behandeling is [gedaagde01] wederom bij [zorgverlener01] geweest om de hechtingen te laten verwijderen – zogenoemde postoperatieve zorg –.
2.2.
[zorgverlener01] heeft haar vordering op [gedaagde01] gecedeerd aan Infomedics. Infomedics heeft daarop op 1 mei 2021 een factuur aan [gedaagde01] gezonden ten bedrage van € 522,04. In deze factuur staat – voor zover van belang in deze procedure – het volgende:
“(…)Behandelingsdatum Omschrijving Bedrag
30-03-2021 T012 Onderzoek van het tandvlees met parodontiumstatus € 100,00
Behandelaar: 38380075
14-04-2021 T122 Kroonverlenging per sextant € 361,75
Behandelaar: 38380075
14-04-2021 T151 Directe postoperatieve zorg, eerste zitting € 60,29
Behandelaar: 38380075
Totaal € 522,04(…)”.
2.3.
[gedaagde01] heeft een bedrag van € 160,29 voldaan aan Infomedics. Zij heeft daarnaast op 29 september 2021 bezwaar ingediend tegen het restant van bovenvermelde factuur.
2.4.
Infomedics heeft het bezwaar beoordeeld en heeft op 13 oktober 2021 – in bedekte termen – aan [gedaagde01] medegedeeld dat zij het bezwaar afwijst en dat [gedaagde01] het volledige resterende bedrag dient te betalen. Nadien is er tussen partijen nog meerdere malen gecorrespondeerd over de factuur van Infomedics.
2.5.
[gedaagde01] heeft Infomedics tot op heden niet het resterende bedrag betaald.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 421,89 met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten met rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 522,04, rente van € 5,88 (berekend tot en met 10 januari 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 54,26. [gedaagde01] heeft reeds een bedrag van € 160,29 voldaan, zodat er een bedrag aan hoofdsom resteert van € 421,89.
3.2.
Infomedics baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] is haar verbintenis uit de overeenkomst niet nagekomen. [gedaagde01] heeft een medische behandeling bij [zorgverlener01] genoten. [gedaagde01] is hierdoor een vergoeding verschuldigd aan de zorgverlener op grond van artikel 7:405 jo. 7:461 BW. Zij dient Infomedics voor deze behandeling te betalen, omdat [zorgverlener01] haar vordering op [gedaagde01] aan Infomedics heeft overgedragen.
3.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis. Haar verweer wordt onder de beoordeling besproken.

4..De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is primair in geschil wat partijen zijn overeengekomen over de vergoeding die [gedaagde01] aan [zorgverlener01] diende te voldoen. Infomedics stelt dat op 30 maart 2021, direct na de intake van [gedaagde01] , haar bij de balie een begroting van de kosten voor de geplande behandeling is overhandigd door [zorgverlener01] . In deze begroting zijn de volgende kosten opgenomen:
“(…) E1 Omschrijving Bedrag Code
KROONVERLENGING 1 KWADRANT
Kroonverlenging per sextant 361,75 T122
Medicatie na flap:Dentaid, Paracetamol, Vitis 15,50 T00
HECHTINGEN VERWIJDEREN na 1 week
Directe postoperatieve zorg, eerste zitting 60,29 T151
---------
Totaal: 437,54 (…)”.
Omdat [gedaagde01] hiermee akkoord is gegaan en omdat de opdracht is uitgevoerd, is [gedaagde01] de vergoeding verschuldigd aan Infomedics, aldus Infomedics. [gedaagde01] betwist het door Infomedics gestelde en voert in dit kader primair het volgende aan. Zij heeft de door Infomedics in het geding gebrachte begroting niet ontvangen voordat de behandeling is uitgevoerd. Tijdens de intake heeft de behandelend arts (de heer [naam01] ) op een scherm de kosten van de ingreep laten zien. Het betrof € 60,29. De kosten voor het onderzoek zelf betroffen € 100,-. Verder is er geen enkel bedrag met haar afgestemd. Zij is slechts akkoord gegaan met de getoonde bedragen.
4.2.
Het is volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv aan Infomedics om in dit geval te stellen en zo nodig te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde01] Infomedics dient te vergoeden conform de door Infomedics ingebrachte begroting van 30 maart 2021. Gelet op het door Infomedics aangevoerde, voldoet zij aan haar stelplicht en heeft zij haar stellingen onderbouwd. [gedaagde01] betwist de vordering echter gemotiveerd.
4.3.
Daarom zal de kantonrechter Infomedics in de gelegenheid stellen te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde01] Infomedics dient te vergoeden conform de door Infomedics ingebrachte begroting van 30 maart 2021. In afwachting van de bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
4.4.
De zaak wordt naar de rol verwezen om Infomedics in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag of en hoe zij haar stellingen wil bewijzen.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
laat Infomedics toe tot het bewijs van feiten en/of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat [gedaagde01] voorafgaande aan de behandeling bekend was met de door Infomedics ingebrachte begroting van 30 maart 2021;
5.2.
bepaalt dat Infomedics zich op de rolzitting van dinsdag 27 september 2022 bij akte moet uitlaten of, en zo ja hoe, zij bovenvermeld bewijs wil leveren, waarbij wordt opgemerkt dat de akte uiterlijk de dag voor de genoemde zitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;
5.3.
bepaalt dat als Infomedics schriftelijk bewijs wil leveren, zij dit schriftelijke bewijs tegelijk met haar akte in het geding moet brengen;
5.4.
bepaalt dat als Infomedics getuigen wil laten horen, zij in haar akte de naam en woonplaats van de te horen getuigen, en de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden november 2022 tot en met januari 2023, moet opgeven;
5.5.
bepaalt dat een eventueel getuigenverhoor wordt gehouden in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100 in Rotterdam, ten overstaan van de kantonrechter die dit vonnis wijst;
5.6.
houdt iedere verdere beslissing in dit stadium van het geding aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.P. van Gastel en in het openbaar uitgesproken.
44236