ECLI:NL:RBROT:2022:1034

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
C/10/622145 / JE RK 21-1928 en C/10/626757 / JE RK 21-2676
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging uithuisplaatsing van een minderjarige na positieve ontwikkeling in zorgsituatie

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaken behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en de bijzondere curator aanwezig waren, maar de vader niet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders en dat [voornaam minderjarige] momenteel verblijft bij Zorg, Hoop en Liefde te Rotterdam.

De kinderrechter heeft eerder al verschillende beschikkingen gedaan, waaronder een ondertoezichtstelling en machtigingen tot uithuisplaatsing. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] te verlengen. Tijdens de zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] zich positief ontwikkelt in de huidige zorgsituatie. Hij is recent begonnen met school en heeft plannen voor de toekomst, waaronder een bijbaan en de wens om door te stromen naar een niveau 4 opleiding.

De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot 12 september 2022 toegewezen, omdat dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. Het verzoek tot uithuisplaatsing binnen het netwerk is door de GI ingetrokken, waardoor dit verzoek is afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/622145 / JE RK 21-1928 en C/10/626757 / JE RK 21-2676
datum uitspraak: 4 februari 2022

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] ,

mr. A.T. BOL,

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 17 augustus 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de herstelbeschikking van deze rechtbank van 8 oktober 2021;
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 28 oktober 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het proces-verbaal van de zitting van 28 oktober 2021;
- de briefrapportage van de GI d.d. 4 januari 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het proces-verbaal van de zitting van 24 januari 2022.
Op 4 februari 2022 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de bijzondere curator,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Zorg, Hoop en Liefde te Rotterdam.
Bij beschikking van 17 augustus 2021, hersteld bij beschikking van 8 oktober 2021, is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 12 september 2022. De kinderrechter heeft bij beschikking van 17 augustus 2021 ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] binnen het netwerk, te weten bij de halfzus verleend tot 17 februari 2022. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 28 oktober 2021 een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengd tot 5 februari 2022. Het verzoek is voor het overige aangehouden.
Bij beschikking van 28 oktober 2021 is tevens mr. A.T. Bol als bijzondere curator over [voornaam minderjarige] benoemd.

De aangehouden verzoeken

Het verzoek met zaaknummer C/10/622145:
De GI heeft verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] binnen het netwerk, te weten bij de halfzus, te verlenen voor de duur van een jaar. Zes maanden hiervan zijn reeds verleend. Een periode van zes maanden resteert.
De GI heeft het verzoek ter zitting ingetrokken.
Het verzoek met zaaknummer C/10/626757:
De GI heeft verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De periode tot 12 september 2022 resteert.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI is tevreden met de huidige stand van zaken. [voornaam minderjarige] is recent begonnen met school. Dat is positief. Op de groep bij Zorg, Hoop en Liefde doet [voornaam minderjarige] het ook goed. Zijn verlofmomenten worden momenteel opgebouwd. Hulpverlening in de vorm van MDFT is in de thuissituatie betrokken. In eerste instantie wilde [voornaam minderjarige] hier niet aan meewerken, maar inmiddels lijkt hij wel gemotiveerd. De huidige gang van zaken moet worden voortgezet.

De standpunten

De moeder is het eens met het verzoek.
De bijzondere curator is het eens met het verzoek. Het gaat goed met [voornaam minderjarige] . In het begin van de plaatsing bij Zorg, Hoop en Liefde moest [voornaam minderjarige] wennen. Inmiddels heeft hij zijn plaatsing daar geaccepteerd en is hij gemotiveerd om te werken aan zijn perspectief. De bedoeling is dat [voornaam minderjarige] voorlopig nog bij Zorg, Hoop en Liefde blijft en dat hij van daaruit zal doorstromen naar een vorm van kamertraining. [voornaam minderjarige] is gestart op een nieuwe school en wil binnen 1,5 jaar naar een niveau 4 opleiding doorstromen.

De beoordeling

Het verzoek met zaaknummer C/10/622145:
De kinderrechter stelt vast dat de GI het verzoek betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing voor [voornaam minderjarige] binnen het netwerk ter zitting heeft ingetrokken. Als gevolg hiervan kunnen de gronden van het resterende deel van het verzoek niet meer onderzocht worden. Om die reden wijst de kinderrechter dit verzoek af.
Het verzoek met zaaknummer C/10/626757:
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er de afgelopen maanden sprake is van een positieve ontwikkeling. Na verschillende uithuisplaatsing, waaronder gesloten plaatsingen, ten gevolge van agressie en zorgelijke signalen in de thuissituatie, lijkt [voornaam minderjarige] zijn plek inmiddels te hebben gevonden bij Zorg, Hoop en Liefde. [voornaam minderjarige] is hier in oktober 2021 geplaatst. Na een moeizame start doet [voornaam minderjarige] het nu goed op de groep. [voornaam minderjarige] is gemotiveerd om aan zijn ontwikkeling en perspectief te werken. [voornaam minderjarige] is gestart met onderwijs en heeft plannen voor de toekomst. Ook heeft hij een bijbaan gevonden en worden zijn verlofmomenten uitgebreid. De komende maanden is van belang dat zijn plaatsing bij Zorg, Hoop en Liefde wordt voortgezet, zodat [voornaam minderjarige] op termijn kan doorstromen naar een kamertrainingcentrum.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek met zaaknummer C/10/622145 af, voor zover daarop niet eerder is beslist;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot 12 september 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2022 door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.