In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de zaken behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en de bijzondere curator aanwezig waren, maar de vader niet. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders en dat [voornaam minderjarige] momenteel verblijft bij Zorg, Hoop en Liefde te Rotterdam.
De kinderrechter heeft eerder al verschillende beschikkingen gedaan, waaronder een ondertoezichtstelling en machtigingen tot uithuisplaatsing. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] te verlengen. Tijdens de zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige] zich positief ontwikkelt in de huidige zorgsituatie. Hij is recent begonnen met school en heeft plannen voor de toekomst, waaronder een bijbaan en de wens om door te stromen naar een niveau 4 opleiding.
De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie jeugdhulpaanbieder tot 12 september 2022 toegewezen, omdat dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. Het verzoek tot uithuisplaatsing binnen het netwerk is door de GI ingetrokken, waardoor dit verzoek is afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.