In deze civiele procedure, aangespannen door [eiser01] en [eiser02] tegen Hevaza Vastgoed B.V., vorderden de eisers onder andere een verklaring voor recht dat zij door verjaring eigenaar zijn geworden van een deel van het perceel [perceel01]. De eisers stelden dat zij dit deel van het perceel al meer dan 20 jaar in gebruik hebben als achtertuin en dat Hevaza moet meewerken aan de notariële vastlegging van deze verjaring. Hevaza betwistte de vorderingen van de eisers en vorderde zelf betaling van proceskosten en ontruiming van het perceel. De kantonrechter heeft in zijn rolbeslissing overwogen dat hij ambtshalve moet beoordelen of hij bevoegd is om deze zaak te behandelen. Hij concludeerde dat de vorderingen van partijen van onbepaalde waarde zijn en dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat deze vorderingen een lagere waarde vertegenwoordigen dan € 25.000,-. Daarom heeft de kantonrechter besloten de zaak te verwijzen naar het team Handel en Haven van de rechtbank Rotterdam voor verdere behandeling. In de beslissing heeft de kantonrechter ook de partijen gewezen op de noodzaak om een advocaat in te schakelen en de griffierechten die verschuldigd zijn na verwijzing.