ECLI:NL:RBROT:2022:10251

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
10/097054-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf voor bezit kinderporno

Op 15 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2021 tot en met 10 januari 2022 afbeeldingen van seksuele gedragingen heeft verworven en in bezit heeft gehad, waarbij personen betrokken waren die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.

De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en heeft sinds januari 2022 vrijwillig hulp gezocht voor zijn problematiek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 91 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 120 uren opgelegd. De rechtbank heeft benadrukt dat het bezit van kinderporno een ernstig feit is dat de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in gevaar brengt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/097054-22
Datum uitspraak: 15 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] [postcode01] [woonplaats01] ,
raadsman mr. R.G. van der Laan, advocaat te Leiden

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Het feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 01 januari 2021 tot en met 10 januari 2022 te [plaats01] , afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken , heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het met een penis oraal en/of met een penis vaginaal en/of met een vinger/hand anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam01] , [bestandsnaam02] )
en
-het met een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of met een vinger/hand betasten van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam03] , [bestandsnaam04] , [bestandsnaam05] en [bestandsnaam06] )
en
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon waarbij de afbeelding aldus (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam07] , [bestandsnaam08] , [bestandsnaam09] ).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Het betreft afbeeldingen waarop (zeer) jonge kinderen seksuele handelingen verrichten of ondergaan. Het bezit van kinderporno is een ernstig feit. De strafbaarstelling van dit feit heeft als achtergrond de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik en tegen de vaak ernstige en langdurige nadelige gevolgen die dit misbruik met zich meebrengt. De verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de beschadiging van de betrokken jeugdige personen. De vraag naar kinderporno houdt immers het aanbod - en
daarmee het vervaardigen en het verspreiden daarvan - in stand. De verdachte heeft geen oog gehad voor de positie en het leed van de slachtoffers die nog jarenlang, zo niet hun hele leven, niet alleen psychische, maar vaak ook lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 10 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 juli 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De reclassering ziet het psychosociaal functioneren van de verdachte als de mogelijke oorzaak van het ten laste gelegde feit. Hij heeft ontwijkend en heimelijk gedrag laten zien, waar het probleemoplossende vermogen, tijdens stressvolle en/of emotionele periodes lijkt te zijn doorgeslagen naar impulsief gedrag. Er zijn toen (hoogst)ongebruikelijke seksuele interesses geactiveerd waardoor de verdachte seks als een coping mechanisme heeft ingezet, waar hij heeft gekozen voor kinderpornografie. De symptomen van de parafilie lijken eenmalig of voor een slechts korte tijd te zijn voorgekomen bij de verdachte. De verdachte kan nog niet goed inschatten wanneer er spanningen ontstaan die leiden naar seksueel grensoverschrijdend gedrag. Weerstand bieden tegen deze gevoelens lijkt lastig te zijn voor hem. Zijn problematiek vraagt om sturing en behandeling, welke in januari 2022 is gestart. Hij heeft vrijwillig ambulante hulp gezocht via zijn huisarts, waarna hij onder behandeling is gekomen bij een praktijkondersteuner GGZ, wat tot op heden positief verloopt. Hij krijgt zelfinzicht en leert nieuwe gedragingen toe te passen, waardoor er nu geen verhoogd risico op recidive is. De reclassering adviseert geen toezicht of bijzondere voorwaarden, aangezien de verdachte een first offender is en de reclassering geen noodzaak ziet voor verplichte behandeling of begeleiding.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal afzien van het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op de proceshouding en de justitiële documentatie van de verdachte. In plaats daarvan wordt een taakstraf opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De officier van justitie heeft gevorderd een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank zal een proeftijd van twee jaar opleggen nu er sinds het bewezenverklaarde feit bijna een jaar is verstreken, de verdachte in die tijd geen strafbare feiten heeft gepleegd en sinds januari 2022 vrijwillig onder behandeling staat bij de praktijkondersteuner van de GGZ.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 91 (eenennegentig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Zwaneveld, voorzitter,
en mrs. K. Bakker en A. Kortrijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in de periode van 01 januari 2021 tot en met 10 januari 2022 te [plaats01] , in ieder geval in Nederland,
afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het met een penis oraal en/of met een penis vaginaal en/of met een vinger/hand anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam01] , [bestandsnaam02] )
en/of
-het met een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of met een vinger/hand betasten van een (andere) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam03] , [bestandsnaam04] , [bestandsnaam05] en [bestandsnaam06] )
en/of
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon waarbij de afbeelding aldus (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam07] , [bestandsnaam08] , [bestandsnaam09] ).