ECLI:NL:RBROT:2022:10249

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
25 november 2022
Zaaknummer
10/260383-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Maximale taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf voor medeplegen ontucht en vervaardigen kinderporno door medeverdachte met eigen dochter en voor bezit grote hoeveelheid kinderporno

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van ontucht en het vervaardigen van kinderporno. De verdachte, geboren op [geboortedatum01], werd bijgestaan door haar raadsman, mr. E.B. Jobse. De officier van justitie, mr. W. ten Have, eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een actieve rol had gespeeld in het aanzetten tot ontucht en het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte had via WhatsApp de medeverdachte aangemoedigd om zijn dochter te misbruiken en had zelf kinderpornografische afbeeldingen op haar telefoon. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van het vervaardigen van kinderporno en ontuchtige handelingen met een kind. De rechtbank legde een maximale taakstraf van 240 uur op, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, en bepaalde dat de verdachte zich moest laten behandelen door een forensisch psychiatrische polikliniek. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar was, maar dat de ernst van de feiten een strafrechtelijke reactie vereiste. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/260383-21
Datum uitspraak: 15 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. E.B. Jobse, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W. ten Have heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting bij de forensisch psychiatrische polikliniek van De Waag en een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte01] .

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. Daartoe is aangevoerd dat het medeplegen niet kan worden bewezen. Daarnaast heeft de verdediging ook vrijspraak bepleit van het onder 3 ten laste gelegde. Daartoe is aangevoerd dat de kinderpornografische afbeeldingen afkomstig waren van de medeverdachte.
4.1.2.
Beoordeling
Op 26 september 2021 meldde de verdachte zich bij de politie en verklaarde zij dat de medeverdachte zijn dochter misbruikte en dat hij daarvan foto’s en films naar haar had gestuurd. De politie stelde vervolgens een onderzoek in aan haar telefoon en daarin werden 228 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Dat betroffen 205 foto’s en 23 films van meisjes met een leeftijd van circa 0 tot 8 jaar oud waarin seksuele handelingen met volwassen mannen te zien waren. Uit nadien uitgevoerd onderzoek door de politie bleek dat een deel van deze als kinderpornografisch aangemerkte afbeeldingen door de medeverdachte is vervaardigd.
De verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat zij de door de medeverdachte vervaardigde kinderpornografische afbeeldingen op haar telefoon had staan en dat zij de filmpjes heeft bekeken. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij een mega-account had dat door de medeverdachte werd gevuld met kinderpornografische afbeeldingen. Zij stuurde hem daaruit afbeeldingen als hij daar om vroeg. Omdat de app een soort fotoalbum is, kon zij een weergave van de afbeelding zien en wist ze welke ze naar de medeverdachte moest sturen.
De rechtbank maakt uit de talloze WhatsAppgesprekken tussen de verdachte en de medeverdachte op dat de verdachte de medeverdachte aanmoedigt om zijn dochter te misbruiken. Zij blijft hem gedurende een lange periode, soms meermalen per dag, berichten sturen met kinderpornografische afbeeldingen en/of teksten gericht op kindermisbruik totdat de verdachte een bericht stuurt dat hij is klaargekomen. In deze gesprekken sturen de verdachte en de medeverdachte elkaar over en weer diverse kinderpornografische afbeeldingen, waaronder de door de medeverdachte zelf vervaardigde afbeeldingen van seksuele handelingen met/van zijn driejarige dochter. De verdachte geeft uitgebreide en concrete aanwijzingen die aanzetten tot de ontucht door de medeverdachte en het maken van foto’s en filmpjes daarvan. De rechtbank stelt vast dat de verdachte een zeer betrokken rol heeft gehad bij het vervaardigen van de kinderpornografische afbeeldingen door de medeverdachte en daarmee het plegen van ontucht door de medeverdachte met zijn dochter. De bijdrage van de verdachte is van zodanig gewicht dat de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Het onder 1 en 2 ten laste gelegde medeplegen is derhalve wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte had een mega-account dat, naar haar zeggen, door de medeverdachte is gevuld met kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank maakt uit het dossier op dat de verdachte over het wachtwoord beschikte en daarmee toegang had tot het account. Daarnaast stond de mega-applicatie op haar telefoon. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard daaruit afbeeldingen te sturen naar de medeverdachte. De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen. Dat de medeverdachte ook toegang had tot het mega-account doet daar niet aan af.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
zij in of omstreeks de periode van 1
januari 2021tot en met 26 september 2021 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
- afbeeldingen,
te weten foto's en filmpjes, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] -2018) is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het houden van de (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [naam slachtoffer01] en
- het al dan niet ondersteund door een andere hand met de hand(en) van die [naam slachtoffer01] betasten en/of aanraken en/of aftrekken van een penis en
- het masturberen door een man boven/nabij het gezicht en/of lichaam van die [naam slachtoffer01] en
- het ejaculeren nabij/op het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
2
zij in of omstreeks de periode van
6 mei 2021 te 07.35.39 uur tot en met 6 mei 2021 te 08.51.17 uur en
16 juli 2021 te 09.11.01 uur tot en met 16 juli 2021 09.38.14 uur en
17 juli 2021 te 08.00.07 uur tot en met 17 juli 2021 08.39.45 uur,
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, met [naam slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] -2018), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, door
- die [naam slachtoffer01] de penis van [medeverdachte01] te laten aanraken en/of vasthouden en/of [medeverdachte01] te laten aftrekken en
- [medeverdachte01] te laten masturberen en/of ejaculeren over/nabij het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
3
zij in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 26 september 2021 te [plaats01] , althans in Nederland,
- afbeeldingen en- gegevensdragers, te weten een smartphone (merk iPhone XR), bevattende afbeeldingen,
te weten foto's en filmpjes,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
-het met een vinger, tong en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam01] ;
[bestandsnaam02] )
en
-het met een vinger, hand en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
-het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam03] ;
[bestandsnaam04] )
en
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam05] )
en
-het ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en-het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
( [bestandsnaam06] ;
[bestandsnaam07] ;
[bestandsnaam08] ;
[bestandsnaam09] )
en zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;
2.
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
3.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

6.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft een beroep gedaan op psychische overmacht. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte niet strafbaar is, omdat medeverdachte [medeverdachte01] zorgde voor een van buiten komende drang waar de verdachte redelijkerwijs geen weerstand tegen kon bieden.
6.2.
Beoordeling
Voor een geslaagd beroep op psychische overmacht moet er sprake zijn van een van buiten komende kracht of dwang waaraan de verdachte redelijkerwijs geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende aannemelijk geworden dat er sprake was van een zodanige kracht of dwang. Uit de WhatsAppgesprekken tussen de verdachte en de medeverdachte, die zijn opgenomen in het dossier, blijkt naar oordeel van de rechtbank niet dat de verdachte overheerst werd door een kracht of dwang waartegen zij geen weerstand kon of behoefde te bieden. Integendeel, uit die gesprekken maakt de rechtbank namelijk op dat de verdachte de medeverdachte aanmoedigde zijn dochter te misbruiken en dat zij hem kinderpornografische afbeeldingen toezond. De verdachte gaf de medeverdachte uitgebreide en concrete aanwijzingen die leidden tot de ontucht door de medeverdachte met zijn driejarige dochter en het maken van foto’s en filmpjes daarvan. De rechtbank kan uit deze gesprekken niet opmaken dat de medeverdachte de verdachte onder druk zou hebben gezet om te handelen zoals zij heeft gedaan. Evenmin blijkt deze dwang of kracht uit de overige stukken in het dossier. De door de raadsman aangevoerde getuigenverklaringen vinden immers slechts oorsprong in dat wat de verdachte zelf heeft verteld aan deze getuigen over de toedracht van de feiten en de agitatie bij de verdachte die volgens één van de getuigen te bemerken was als verdachte appte met de medeverdachte, kan evenzogoed duiden op ergernissen over de medeverdachte. Het beroep op psychische overmacht slaagt niet.
6.3.
Conclusie
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het vervaardigen van kinderporno en het medeplegen van ontuchtige handelingen met een kind, te weten de drie jaar oude dochter van de medeverdachte. De verdachte heeft de medeverdachte aangemoedigd en aangespoord ontuchtige handelingen met zijn dochter te plegen door hem uitgebreide en concrete aanwijzingen te geven waarvan zij verwachtte dat hij ze zou uitvoeren en waaruit tevens kinderpornografische afbeeldingen voortkomen. De medeverdachte heeft bij het gezicht en lichaam van zijn dochter gemasturbeerd, al dan niet ondersteunend door zijn eigen hand met haar handen en heeft op haar lichaam geëjaculeerd. Hij heeft daar tevens foto’s en filmpjes van gemaakt en die gedeeld met de verdachte. De verdachte heeft door aldus te handelen indirect op zeer ernstige wijze misbruik gemaakt van het slachtoffer en heeft daarmee een grove inbreuk gemaakt op zowel haar lichamelijke als psychische integriteit. De verdachte heeft zich laten leiden door de wens om de verdachte te laten klaarkomen en is daarbij volledig voorbijgegaan aan het welzijn van het slachtoffer. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring die is opgesteld door de moeder van het kind, blijkt duidelijk hoeveel impact het handelen van beide verdachten op het leven van het slachtoffer heeft gehad en nog steeds heeft. Het slachtoffer heeft zindelijkheidsproblemen en het misbruik zal mogelijk grote gevolgen hebben voor haar toekomst.
Daarnaast heeft de verdachte gedurende de periode van een jaar een grote hoeveelheid kinderporno verworven, in haar bezit gehad en verspreid. Het bezit en verspreiden van kinderporno is een ernstig strafbaar feit. Het is de verdachte mede toe te rekenen dat uiterst verwerpelijke handelingen, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jeugdige leeftijd en in het onderhavige geval zelfs met baby’s, in stand worden gehouden en bevorderd. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die het slachtoffer zijn van dergelijk seksueel misbruik grote psychische, lichamelijke en emotionele schade kunnen oplopen die hun verdere ontwikkeling ernstig kan schaden. De verdachte is hiervoor medeverantwoordelijk, nu de vraag naar kinderpornografie bijdraagt aan het aanbod en dus de productie daarvan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 16 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 31 maart 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. Het delictgedrag van de verdachte wordt gekenmerkt door extreem seksueel grensoverschrijdend gedrag gecombineerd met impulsieve kenmerken. Deze problematiek is het gevolg van een persoonlijkheidsstoornis en de daaruit voortkomende vaardigheidstekorten. Een combinatie van factoren heeft invloed gehad op de ontwikkeling van de verdachte; in haar jeugd is sprake geweest van emotionele verwaarlozing in de opvoedsituatie, pesten op school en onverwerkte traumatische life-events (verkrachting). Zij heeft hierdoor een laag, instabiel zelfbeeld en beperkte oplossingsvaardigheden ontwikkeld. Dit heeft geleid tot een afhankelijkheidsrelatie met de medeverdachte en tot een ingewikkelde dynamiek in het contact. Hierbij heeft haar eigen onverwerkte trauma een rol gespeeld. Het seksueel afwijkend dan wel grensoverschrijdend gedrag - tijdens het delict - kan in het licht van haar persoonlijkheidsproblematiek worden gezien. De kans op recidive is hoog door de consequent aanwezige dynamische risicofactoren. Dit verantwoordt een toezicht met interventies. Zodra betrokkene nieuwe gedragspatronen aanleert en zaken anders aanpakt, zal dit leiden tot een lager risico. De reclassering constateert voldoende mogelijkheden om het recidiverisico te beïnvloeden. Factoren die hierin helpen zijn de prosociale stabiliserende factoren; betrokkene heeft werk/structuur en dit heeft een positieve uitwerking op haar geestelijke gezondheid. Daarnaast beschikt betrokkene over relaties met familie en vrienden die gedragsverandering aanmoedigen. Motivationele factoren zijn ook aanwezig. Betrokkene is transparant over haar doen en laten, zij erkent haar deel in het delict en wil intensief aan haar persoonlijkheidsproblematiek werken. Volgens haar huidige psycholoog is zij geneigd tot overschatting van zichzelf waardoor wij van mening zijn dat de motivatie een aandachtspunt is.
De reclassering vindt een behandeling voor het delictgedrag van groot belang en proportioneel, gezien de ernst van het delict. De verdachte beroept zich op onmacht/hulpeloosheid door haar psychische kwetsbaarheid. Een forensisch integrale behandeling kan helpen in het vergroten van inzicht en verantwoordelijkheidsgevoel wat betreft het delict en haar problematiek. Op basis van overleg met De Waag acht de reclassering een behandeling aldaar passend. De reclassering adviseert verder om het volwassenstrafrecht toe te passen.
Psycholoog [psycholoog01] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 7 april 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in. De verdachte is lijdende aan een persoonlijkheidsstoornis met borderline, afhankelijke en moreel-masochistische trekken. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en beïnvloedde haar gedragskeuzes en gedragingen. De verdachte heeft op basis van ervaren langdurige pesterijen, seksueel misbruik en ervaren depreciatie in het gezin van herkomst een persoonlijkheidsproblematiek ontwikkeld waarbij met name sprake is van een gering zelfbeeld, zelf-bestraffende tendensen en een grote mate van meegaandheid in relatie tot de ander. Zij is verzeild geraakt in een sadistisch-masochistisch scenario met de medeverdachte en vanuit die constellatie hebben de ten laste gelegde feiten zich voorgedaan. De onderzoeker adviseert om de verdachte het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen. De essentiële delict-risicofactoren liggen besloten in de persoonlijkheidsproblematiek van de verdachte. Bij adequate behandeling van de verdachte kan de persoonlijkheidsproblematiek een mildere vorm gaan aannemen en kan er meer controle verworven worden over de kwetsbaarheid die haar zo bevattelijk heeft gemaakt voor haar vergaande vorm van meegaandheid. Dan zal het recidiverisico aanmerkelijk verminderen
.Als belangrijke protectieve factoren gelden dat ze werk heeft, beschikt over kritische zelfreflectie, een steunend en structurerende gezinssituatie heeft en sterk gemotiveerd is voor behandeling. De onderzoeker geeft de rechtbank in overweging om de verdachte ambulant te laten behandelen (intensieve inzichtgevende psychotherapie) en onder toezicht te stellen van de reclassering. Dit zou kunnen plaatsvinden binnen het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psycholoog gedragen worden door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee zij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Hoewel de ernst van de bewezen verklaarde feiten de strafeis van de officier van justitie zonder meer rechtvaardigt, zal de rechtbank niet overgaan tot het opleggen van gevangenisstraf. De enige reden dat de rechtbank daarvan afziet is dat de reclassering uitdrukkelijk negatief adviseert over gevangenisstraf omdat dit invloed kan hebben op de prosociale stabiliserende structuren in het leven van de verdachte. De reclassering benadrukt dat de behandeling bij De Waag prevaleert om de verdachte verder te kunnen helpen in verandering van het probleemgedrag en ter voorkoming van recidive. Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou de behandeling van deze jonge en kwetsbare verdachte doorkruisen. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank de maximale taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] , namens het slachtoffer [naam slachtoffer01] , ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 17.500,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, de verdachte hoofdelijk aansprakelijk te stellen en de vordering te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Voorts heeft de officier van justitie verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren omdat de vordering onredelijk bezwarend is voor het strafgeding en de vordering onvoldoende onderbouwd is. Subsidiair heeft de raadsman verzocht het bedrag te matigen.
8.3.
Beoordeling
De vordering van de benadeelde partij is uitdrukkelijk betwist door de verdediging. Hoewel de rechtbank inziet dat de verdachte een substantieel aandeel heeft gehad in de bewezen verklaarde feiten, ziet de rechtbank anderzijds ook in dat haar aandeel kleiner is dan dat van medeverdachte [medeverdachte01] . De rechtbank is van oordeel dat het nader onderzoek vergt om de mate van aansprakelijkheid van de verdachte te waarderen. Een dergelijk nader onderzoek zou een aanhouding van de strafzaak met zich brengen. De behandeling van de vordering van de benadeelde partij levert daarmee een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
8.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 240b, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
208 (tweehonderdacht) uren te verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
104 (honderdvier) dagen;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde meldt zich binnen drie werkdagen bij Reclassering Nederland op het adres Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde laat zich behandelen door de forensisch psychiatrische polikliniek van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Bij aanleiding die zich kan voordoen, bijvoorbeeld ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
3. de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met medeverdachte [medeverdachte01] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] , namens het slachtoffer [naam slachtoffer01] , niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Zwaneveld, voorzitter,
en mrs. K. Bakker en A. Kortrijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 26 september 2021 te [plaats02] en/of [plaats01] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers, te weten een smartphone (merk iPhone XR), bevattende afbeeldingen,
te weten foto's en/of filmpjes, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] -2018) is betrokken, heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het houden van de (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [naam slachtoffer01] en/of
- het al dan niet ondersteund door een andere hand met de hand(en) van die [naam slachtoffer01] betasten en/of aanraken en/of aftrekken van een penis en/of
- het masturberen door een man boven/nabij het gezicht en/of lichaam van die [naam slachtoffer01] en/of
- het ejaculeren nabij/op het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
2
zij in of omstreeks de periode van
6 mei 2021 te 07.35.39 uur tot en met 6 mei 2021 te 08.51.17 uur en/of
16 juli 2021 te 09.11.01 uur tot en met 16 juli 2021 09.38.14 uur en/of
17 juli 2021 te 08.00.07 uur tot en met 17 juli 2021 08.39.45 uur,
althans van 6 mei 2021 tot en met 17 juli 2021 te [plaats02] , althans in Nederland, te [plaats02] en/of [plaats01] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, met [naam slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] -2018), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, door
- die [naam slachtoffer01] de penis van [medeverdachte01] te laten aanraken en/of vasthouden en/of [medeverdachte01] te laten aftrekken en/of
- [medeverdachte01] te laten masturberen en/of ejaculeren over/nabij het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
subsidiair:
[medeverdachte01] in of omstreeks de periode van
6 mei 2021 te 07.35.39 uur tot en met 6 mei 2021 te 08.51.17 uur en/of
16 juli 2021 te 09.11.01 uur tot en met 16 juli 2021 09.38.14 uur en/of
17 juli 2021 te 08.00.07 uur tot en met 17 juli 2021 08.39.45 uur,
althans van 6 mei 2021 tot en met 17 juli 2021 te [plaats02] , althans in Nederland,
met zijn eigen kind, [naam slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] -2018), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, door
-zijn penis te laten aanraken en/of vasthouden en/of zich te laten aftrekken door die [naam slachtoffer01] en/of -te masturberen en/of ejaculeren over/nabij het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
welk feit verdachte in of omstreeks die periode(s) te [plaats01] , althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, te weten door
- afbeeldingen van kinderporno en/of andere porno en/of eerdere afbeeldingen van kinderporno met die [naam slachtoffer01] naar die [medeverdachte01] te sturen en/of
- die [medeverdachte01] daarbij aanmoedigende en/of aansporende berichten te sturen;
meer subsidiair:
[medeverdachte01] in of omstreeks de periode van
6 mei 2021 te 07.35.39 uur tot en met 6 mei 2021 te 06.51.17 uur en/of
16 juli 2021 te 09.11.01 uur tot en met 16 juli 2021 09.38.14 uur en/of
17 juli 2021 te 08.00.07 uur tot en met 17 juli 2021 08.39.45 uur,
althans van 6 mei 2021 tot en met 17 juli 2021 te [plaats02] , althans in Nederland,
met zijn eigen kind, [naam slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] -2018), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, door
- zijn penis te laten aanraken en/of vasthouden en/of zich te laten aftrekken door die [naam slachtoffer01] en/of
- te masturberen en/of ejaculeren over/nabij het lichaam van die [naam slachtoffer01] ;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks die periodes te [plaats01] , althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door:
- afbeeldingen van kinderporno en/of andere porno en/of eerdere afbeeldingen van kinderporno met die [naam slachtoffer01] naar die [medeverdachte01] te sturen en/of
- die [medeverdachte01] daarbij aanmoedigende en/of aansporende berichten te sturen;
3
zij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en met 26 september 2021 te [plaats01] , althans in Nederland,
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers, te weten een smartphone (merk iPhone XR), bevattende afbeeldingen,
te weten foto's en/of filmpjes,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
-het met een vinger, tong en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam01] ;
[bestandsnaam02] )
en/of
-het met een vinger, hand en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
-het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam03] ;
[bestandsnaam04] )
en/of
-het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [bestandsnaam05] )
en/of
-het ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
-het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
( [bestandsnaam06] ;
[bestandsnaam07] ;
[bestandsnaam08] ;
[bestandsnaam09] )
en zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.