11..Beslissing
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener. De behandeling start zodra de veroordeelde is geaccepteerd als cliënt en zal de gehele proeftijd duren of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener in het kader van de behandeling geeft;
3. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 1993 te [geboorteplaats02] , gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededaders, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer01] , te betalen een bedrag van
€ 2.310,- (zegge: tweeduizend driehonderdtien euro), bestaande uit € 810,- aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer01] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [slachtoffer01] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 2.310,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend driehonderdtien euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.310,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
33 (drieëndertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer01] , waaronder begrepen betaling door zijn mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Zwaneveld, voorzitter,
en mrs. P.E. van Althuis en E.C. Harting, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij, op of omstreeks 20 maart 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op/aan de openbare weg, te weten de [adres02] en/of de Vuurplaat,
- ( een) geld(bedrag) met een totale waarde van 340 euro en/of
- één of meerdere kratten en/of lachgastanks en/of
- één of meerdere sleutels en/of sleutelbossen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door telkens één of meerdere malen en met kracht
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend voorwerp, (dreigend) in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam, van voornoemde [slachtoffer01] te richten en/of te duwen en/of te blijven richten (vervolgens) dreigend de woorden toe te voegen: "geef je geld en je lachgas", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer01] met het vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend voorwerp, op de armen en/of in het gezicht te slaan en/of te duwen en/of
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer01] met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen lijkend voorwerp, te (be)dreigen met en/of de volgende dreigende woorden toe te voegen: "je moet niet de politie bellen" en/of "je moet niet achter ons aan rijden",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 20 maart 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- ( een) geld(bedrag) met een totale waarde van 340 euro en/of
- één of meerdere kratten en/of lachgastanks en/of
- één of meerdere sleutels en/of sleutelbossen, althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moet(en) vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij, in de periode van 20 maart 2022 tot en met 21 maart 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer01] , door (be)dreiging met enige feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer01] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten (een) geld(bedrag ter waarde van 500 euro aan hem, verdachte en/of diens medeverdachte(n), over te dragen en/of te betalen en/of over te maken, met dat opzet,
- één of meerdere malen telefonisch contact heeft opgenomen en/of SMS/WhatsApp/tekstberichten naar die [slachtoffer01] heeft verstuurd inhoudende dat voornoemde [slachtoffer01] zijn wederrechtelijk weggenomen sleutels en/of sleutelbossen, toebehorend(e) aan die [slachtoffer01] en/of op het moment van het plegen van dit strafbaar onder de feitelijke heerschappij van verdachte en/of diens medeverdachte(n) heeft gebracht, terug kan kopen voor (een) (geld)bedrag ter waarde van 500 euro en/of
- één of meerdere foto's van voornoemde sleutels en/of sleutelbossen naar voornoemde [slachtoffer01] te (ver)sturen en/of
- voornoemde [slachtoffer01] met één of meerdere SMS/WhatsApp/tekstberichten en/of telefonisch op dwingende wijze heeft uitgenodigd/gedwongen en/of heeft getracht voornoemde [slachtoffer01] in/bij/naar een (fastfood)restaurant te bewegen teneinde de overdracht van de/het goed(eren) en/of (een) voornoemd geld(bedrag) ter waarde van 500 euro mogelijk te maken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij, in of omstreeks de periode van 21 februari 2022 tot en met 7 maart 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer02] , heeft mishandeld door telkens één of meerdere malen en/of met kracht
- voornoemde [slachtoffer02] bij de keel te grijpen en/of vast te pakken en/of vervolgens de keel van voornoemde [slachtoffer02] dicht te drukken en/of te knijpen en/of
- voornoemde [slachtoffer02] in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of te stompen en/of
- zijn, verdachtes, arm(en) om de nek en/of keel van voornoemde [slachtoffer02] te plaatsen en/of vervolgens met zijn arm(en) de nek en/of keel van voornoemde [slachtoffer02] dicht te drukken en/of te klemmen;
4.
hij, in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 22 maart 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meerdere personen en/of anderen, althans alleen, een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º, gelet op art. 2 lid 1 van categorie III onder 1º van de Wet Wapens en Munitie, te weten een (omgebouwde gas)pistool (merk/type: Rohm, RG 88), kaliber 9mm P.A.K., voorhanden heeft gehad;
5.
hij, in of omstreeks periode van 1 maart 2022 tot en met 22 maart 2022 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meerdere personen en/of anderen, althans alleen, een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º, gelet op art. 2 lid 1 van categorie III onder 1º van de Wet Wapens en Munitie, te weten een (omgebouwde gas)pistool (merk/type: Bruni, model 4), kaliber .32 en/of 8mm PAK, en/of (voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op art. 2 lid 2 van categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten twee knalpatronen (merk/type: Gfl 8mm Pak), kaliber 8mm PAK, voorhanden heeft gehad.