ECLI:NL:RBROT:2022:10121

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
23 november 2022
Zaaknummer
C/10/645609 / KG ZA 22-836
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding over prestatievergoeding en relatiebeding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 16 november 2022, is een kort geding aan de orde waarin [naam eiser] vorderingen heeft ingesteld tegen Tortuga Capital BV. De eiser vorderde betaling van een prestatievergoeding van € 60.000,- op basis van een overeenkomst van opdracht, waarin was afgesproken dat bij het realiseren van een bepaalde omzet een vergoeding zou worden uitgekeerd. Tortuga Capital heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de eiser niet aan de voorwaarden voor de prestatievergoeding heeft voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet kan aantonen dat hij de benodigde acquisities heeft gerealiseerd die aan de voorwaarden van de overeenkomst voldoen. Hierdoor is de vordering van de eiser afgewezen.

Daarnaast heeft Tortuga Capital in reconventie een vordering ingesteld tegen de eiser wegens overtreding van een relatiebeding. Tortuga Capital stelde dat de eiser contact had opgenomen met relaties zonder voorafgaand overleg, wat in strijd was met de overeenkomst. De rechtbank heeft ook deze vordering afgewezen, omdat niet voldoende bewijs is geleverd dat de eiser daadwerkelijk de relaties heeft benaderd zoals gesteld door Tortuga Capital. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van beide partijen zijn afgewezen en dat de proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/645609 / KG ZA 22-836
Vonnis in kort geding van 16 november 2022
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.J. Dijkman te Haarlem,
tegen
TORTUGA CAPITAL BV,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H.B. Dekker te Rotterdam.
Partijen worden hierna [naam eiser] en Tortuga Capital genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 oktober 2022, met producties 1 tot en met 16;
  • de brief namens Tortuga Capital van 31 oktober 2022, met producties 1 tot en met 7, tevens houdende eis in reconventie;
  • de akte overlegging producties 17 tot en met 21 namens [naam eiser] ;
  • de mondelinge behandeling van 2 november 2022;
  • de pleitnota van [naam eiser] ;
  • de pleitnota van Tortuga Capital.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Tortuga Capital heeft als bedrijfsactiviteit het bemiddelen bij handel, huur of verhuur van onroerend goed. [naam eiser] en Tortuga Capital hebben, voor het laatst op 1 mei 2021, een overeenkomst van opdracht (hierna: ‘de overeenkomst’) gesloten. De overeenkomst was voor bepaalde tijd en eindigde van rechtswege op 1 juli 2022. [naam eiser] was opdrachtnemer en ondersteunde opdrachtgever Tortuga Capital bij de acquisitie, verkoop en het management van commercieel vastgoed. In de overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
(..)
“9.5. Indien Opdrachtnemer voor eigen gebruik contact wenst op te nemen met relaties die Opdrachtnemer heeft opgedaan ten tijde van het vervullen van deze en voorgaande Opdrachten, zal Opdrachtnemer tijdens de eerste 3 (zegge: drie) maanden na beëindiging van de Opdracht hiertoe in overleg treden met Opdrachtgever en zal Opdrachtgever hier medewerking aan verlenen indien er voor Opdrachtgever geen zwaarwegend belang is dat medewerking in de weg zou staan. Artikel 9.1 tot en met 9.4 en 9.6 tot en met 9.8 blijven onverwijld van kracht.
(..)
9.8.
Bij overtreding van het bepaalde in dit artikel verbeurt Opdrachtnemer aan Opdrachtgever een onmiddellijk opeisbare boete van €25.000,- ineens vermeerderd met € 250,-- voor iedere dag waarop een overtreding eventueel voortduurt, onverminderd het recht om daarnaast volledige schadevergoeding te vorderen.”
2.2.
Op 1 maart 2022 zijn partijen een aanvulling op de overeenkomst overeengekomen (hierna: ‘de allonge’). In deze allonge is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
(..)
“Artikel 3.1. wordt gewijzigd daar de opdracht wordt verlengd tot en met 31 juli 2022.
(..)
3.2.1.
Indien Opdrachtnemer voor 31 juli 2022 een additionele € 6.000.000,00 (zegge: zes miljoen Euro) aan door Opdrachtgever goedgekeurde en onvoorwaardelijk overeengekomen acquisities realiseert ten behoeve van Opdrachtgever, zal Opdrachtgever een vergoeding van € 60.000,00 (zegge: zestigduizend Euro) uitkeren. 'Additionele' dient hierbij geïnterpreteerd te worden als nieuwe acquisities ter aanvulling van de portefeuille van Opdrachtgever, bij het uitgangspunt dat de portefeuille van Opdrachtgever de dato 3 1 maart 2022 € 30.234.500,00 (zegge: tweeëndertig miljoen twee honderdvierendertig duizend vijfhonderd Euro) zal noteren;”
2.3.
Op 16 mei 2022 heeft [naam eiser] het volgende e-mailbericht aan [naam 1] (bestuurder van Tortuga Capital en hierna: ‘ [naam 1] ’) gestuurd:
“Beste [naam 1] ,
Afgelopen week is het target van EUR 6 miljoen aan onvoorwaardelijk overeengekomen acquisities bereikt. Graag verwijs ik naar de drie afgeronde deals, te weten:
- [adres] (EUR 600.000)
- Pakket [straatnaam 1] , [straatnaam 2] & [straatnaam 3] (EUR 3.945.000)
- [straatnaam 4] / [straatnaam 5] (EUR 1.950.000)
Met betrekking tot het voltooien van het target (6 miljoen) stuur ik hierbij de factuur voor EUR 60.000,- incl BTW (EUR 49.586, 78 excl. BTW), zoals overeengekomen in de allonge op het contract.(..)”
2.4.
Op 29 mei 2022 zond [naam 1] het volgende e-mailbericht aan [naam eiser] :
“Beste Alexander,
De factuur is in goede orde ontvangen. Deze zal ter betaling worden gesteld zodra aan de door de aandeelhouders gestelde voorwaarde behorende bij de goedkeuring tot aankoop van de Frijters portefeuille voldaan is. E.e.a. is reeds toegelicht door [naam 2] en mijzelf en ter naslag terug te vinden in de IC Overleg map.
M.b.t. deze voorwaarde (verkoop van de [straatnaam 1] ) is inmiddels een bieding ontvangen via CBRE welke komende week wordt doorgerekend. (..)”
2.5.
Tortuga Capital heeft de overeenkomst bij brief van 16 juni 2022 tegen 16 juli 2022 opgezegd.
2.6.
[naam eiser] heeft Tortuga Capital meerdere keren gesommeerd om tot betaling van € 60.000,- (incl. BTW) over te gaan.
2.7.
Tortuga Capital heeft op 7 oktober 2022 de advocaat van [naam eiser] de volgende sommatie gestuurd:
(..)
“In bovengenoemde zaak bericht ik u dat Tortuga Capital heeft moeten constateren dat [naam eiser] de verplichtingen uit artikel 9.5 van de gesloten overeenkomst van opdracht heeft geschonden.
Meer in het bijzonder heeft [naam eiser] contact opgenomen met [naam 3] . Toen Tortuga Capital deze relatie eind september jl. benaderde, gaf de [naam 3] aan dat hij die dag ook al door [naam eiser] was benaderd, waarbij het hem overigens niet duidelijk was dat [naam eiser] niet meer voor Tortuga Capital werkzaam zou zijn. [naam 3] reageerde namelijk met de opmerking dat er blijkbaar door collega’s langs elkaar heen werd gebeld. Daarnaast is door [naam eiser] ook contact opgenomen met [naam 4] van Acre B.V. Ook daar werd aangegeven dat al iemand anders van Tortuga Capital zou hebben gebeld en werd hierbij de naam van [naam eiser] genoemd. Vervolgens heeft [naam 6] van de SOM groep tijdens een fysieke afspraak met Tortuga Capital aangegeven dat hij ook al in contact was met [naam eiser] . Tot slot heeft [naam eiser] contact gehad met [naam 5] van Properbee, zijnde de beheerder van Tortuga Capital. Ook [naam 5] heeft laten weten dat hij recent contact heeft gehad met [naam eiser] . Voor de goede orde: al deze contacten hebben voor 1 oktober jl. plaatsgevonden.
Bovenstaande overtredingen leiden tot de verschuldigdheid van de daaraan gekoppelde boete van
€ 25.000,- per overtreding zoals opgenomen in artikel 9.8 van de overeenkomst van opdracht. Dit betekent dat [naam eiser] aan Tortuga Capital een totale boete van € 100.000,- verschuldigd is. (..)
[naam eiser] wordt in ieder geval gesommeerd het totaal verschuldigde bedrag van
€ 100.000,- binnen vijf dagen na heden te voldoen op de derdenrekening van mijn kantoor met het nummer (..) o.v.v. “dossier 14832 Tortuga Capital – verschuldigde boetes [naam eiser] ”. Mocht [naam eiser] hier niet (tijdig/volledig) aan voldoen, dan zal ik de
vordering in reconventie in het kort geding opbrengen.”

3..Het geschil in conventie

3.1.
[naam eiser] vordert – samengevat – om Tortuga Capital, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot:
I. nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht en Allonge met betrekking tot de prestatievergoeding, door betaling van een bedrag van
€ 60.000,-;
II. betaling van de wettelijke rente over € 60.000,-, vanaf 31 mei 2022 tot de dag der algehele voldoening;
III. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.375,-;
IV. betaling van de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
[naam eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat partijen in de allonge zijn overeengekomen dat [naam eiser] aanspraak kan maken op een bedrag van € 60.000,- zodra hij acquisities heeft gerealiseerd die een bedrag van € 6.000.000,- overstijgen. [naam eiser] stelt dat aan die afspraak is voldaan en vraagt nakoming daarvan.
3.3.
Tortuga Capital voert gemotiveerd verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen. Zij voert aan dat [naam eiser] de grens van € 6.000.000,- aan door Tortuga Capital goedgekeurde en onvoorwaardelijk overeengekomen acquisities niet heeft behaald. [naam eiser] telt namelijk ten onrechte de Frijters portefeuille, die uit verschillende panden bestond, mee. Deze portefeuille heeft Tortuga Capital niet onvoorwaardelijk goedgekeurd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..Het geschil in reconventie

4.1.
Tortuga Capital vordert – samengevat – om [eiser] , uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 100.000,- vanwege overtreding van artikel 9.5 van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht van 1 mei 2021, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
4.2.
Tortuga Capital legt aan haar vordering ten grondslag dat [eiser] na de beëindiging van de overeenkomst in ieder geval vier keer in strijd heeft gehandeld met het relatiebeding. [eiser] heeft contact opgenomen met vier relaties, [naam 3] , [naam 4] , [naam 6] , en [naam 5] , (hierna: ‘ [naam 3] ’, ‘ [naam 4] ’, ‘ [naam 6] ’ en ‘ [naam 5] ), van Tortuga Capital zonder daarover voorafgaand overleg te hebben gevoerd met Tortuga Capital.
4.3.
[eiser] voert gemotiveerd verweer dat strekt tot afwijzing van het gevorderde. [eiser] betwist het relatiebeding te hebben geschonden. Hij heeft geen contact gehad met [naam 3] en [naam 4] . Ook ten aanzien van [naam 6] en [naam 5] is het relatiebeding niet geschonden, omdat dit privévrienden van [eiser] zijn.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5..De beoordeling in conventie

5.1.
De vordering van [naam eiser] is een geldvordering. Bij een vordering tot betaling van een geldsom in kort geding is terughoudendheid op zijn plaats. Om een dergelijke vordering in kort geding te kunnen toewijzen is nodig dat die vordering in voldoende mate vaststaat. Ook moet er sprake zijn van omstandigheden die meebrengen dat, vanwege een grote mate van spoedeisendheid, een onmiddellijke voorziening moet worden getroffen. Ten slotte moet rekening worden gehouden met het risico dat de eiser het geldbedrag niet kan terugbetalen in het geval hij in de bodemprocedure alsnog in het ongelijk wordt gesteld.
5.2.
[naam eiser] stelt dat hij een spoedeisend belang bij zijn vordering heeft, omdat Tortuga Capital steeds minder verhaal lijkt te bieden en hij zelf in een positie verkeert waarin hij behoefte heeft aan spoedige betaling van de prestatievergoeding. Tortuga Capital betwist de spoedeisendheid en voert onder meer aan dat [naam eiser] de vaste basisvergoeding die partijen zijn overeengekomen tot het einde van de overeenkomst heeft ontvangen. Als al sprake is van een inkomensterugval, komt dit voor rekening en risico van [naam eiser] . Hij wist dat de overeenkomst van rechtswege zou eindigen op 31 juli 2022, waardoor hij tijdig andere opdrachten had kunnen en moeten genereren. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Tortuga Capital heeft [naam eiser] het spoedeisend belang onvoldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt.
5.3.
Aan het vereiste spoedeisend belang worden minder hoge eisen gesteld wanneer een vordering in hoge mate aannemelijk is. De vordering die [naam eiser] stelt te hebben op Tortuga Capital betreft een prestatievergoeding van € 60.000,-. Partijen zijn overeengekomen dat voor de aanspraak op de prestatievergoeding, sprake moet zijn van goedgekeurde en onvoorwaardelijk overeengekomen acquisities die een bedrag van € 6.000.000,- overstijgen. Tortuga Capital heeft aangevoerd dat bij de goedkeuring van iedere acquisitie voorwaarden kunnen worden gesteld. Bij de Frijters portefeuille is volgens Tortuga Capital als voorwaarde gesteld dat het pand aan de [straatnaam 1] eerst moest worden verkocht voordat sprake was van een goedgekeurde en onvoorwaardelijk overeengekomen acquisitie. Tortuga Capital heeft voorts aangevoerd dat ook aan een andere acquisitie uit de Frijters portefeuille (de [straatnaam 4] te Rotterdam) een voorwaarde is gesteld. [naam eiser] heeft voorts niet weersproken dat ook prijsaspecten waaronder een prijsplafond, zoals bij de [straatnaam 4] , voorwaarden kunnen vormen en vormden waaronder goedkeuring wordt en werd verleend. Het voorgaande betekent dat niet uit te sluiten is dat de bepaling uit de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat de acquisitie pas wordt goedgekeurd als aan de gestelde voorwaarde – in dit geval verkoop [straatnaam 1] – is voldaan. Nu de [straatnaam 1] nog niet verkocht is, is naar voorlopig oordeel niet aannemelijk dat [naam eiser] aanspraak kan maken op de prestatievergoeding. Dit betekent dat de vordering van [naam eiser] wordt afgewezen. In het midden kan blijven of sprake is van een restitutierisico.

6..De beoordeling in reconventie

6.1.
De vordering in reconventie van Tortuga Capital is ook een geldvordering. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is, zoals al in 5.1 is overwogen, noodzakelijk dat de vordering in voldoende mate vaststaat en dat er sprake is van onverwijlde spoed.
6.2.
Tortuga Capital stelt een spoedeisend belang bij haar vordering te hebben, omdat [eiser] volgens zijn eigen stelling is teruggevallen in inkomsten en Tortuga Capital daardoor vreest dat haar vordering op [eiser] niet inbaar is. Die enkele vrees is onvoldoende om de vereiste onverwijlde spoed aan te nemen.
6.3.
Aan het vereiste spoedeisend belang worden minder hoge eisen gesteld wanneer een vordering in hoge mate aannemelijk is. Van een harde vordering is echter geen sprake. Voor toewijzing van het gevorderde voorschot moet [eiser] , zonder voorafgaand overleg, contact hebben gehad met vier relaties van Tortuga Capital en aldus het relatiebeding hebben overtreden. [eiser] betwist dat hij contact heeft gehad met twee van de vier personen en wijst erop dat Tortuga Capital geen verklaringen van die personen (zelf) in het geding heeft gebracht. Met de andere twee personen heeft [eiser] wel contact gehad, maar dit contact was privé. Bovendien betreft het vrienden en geen relaties van Tortuga Capital. Relevant is voorts dat het beding in de overeenkomst bepaalt dat [eiser] zonder voorafgaand overleg met Tortuga Capital geen contact mag opnemen met relaties die hij heeft opgedaan
ten tijde van het vervullen van deze en voorgaande opdrachten(cursivering voorzieningenrechter). Dit betekent dat, anders dan Tortuga Capital ter zitting heeft betoogd, het beding niet op alle relaties van Tortuga Capital ziet, maar slechts op relaties die [eiser] heeft opgedaan tijdens de uitvoering van zijn opdracht. Tortuga Capital heeft voorts aangegeven dat zij met de hiervoor bedoelde vier personen een relatie probeert op te bouwen. Dat is wat anders dan dat zij daarmee (al) een relatie heeft, welke relatie overigens ook niet gespecificeerd en onderbouwd is. Het voorgaande betekent dat de vordering in reconventie wordt afgewezen.
In conventie en in reconventie
6.4.
Omdat [naam eiser] en Tortuga Capital in het ongelijk worden gesteld, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de proceskosten in conventie en in reconventie te compenseren, in die zin dat iedere partij zijn of haar eigen kosten draagt.

7..De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
wijst de vorderingen af,
7.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in reconventie
7.3.
wijst de vorderingen af,
7.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022.3608/2009