ECLI:NL:RBROT:2022:10106

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
23 november 2022
Zaaknummer
10-198302-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongemotiveerde vrijspraak en bewezenverklaring van drugshandel en voorbereidingshandelingen met heroïne

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1995 in Albanië, die ten laste was gelegd van het uitvoeren van harddrugs en poging daartoe. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, maar heeft de bewezenverklaring van de feiten 2, 3 en 4, die betrekking hebben op de aflevering, verstrekking en het voorhanden hebben van heroïne, geaccepteerd. De verdachte heeft op 6 augustus 2022 in Rotterdam samen met een ander opzettelijk 2510,7 gram heroïne afgeleverd en verstrekt, en had 9,3 gram heroïne voorhanden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen telefoons behandeld, waarbij twee iPhones verbeurd zijn verklaard en de iPhone 13 aan de verdachte is teruggegeven. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10-198302-22
Datum uitspraak: 16 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] (Albanië) op [geboortedatum01] 1995,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
verblijvende op het adres: [adres01] [postcode01] te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel,
raadsman mr. A.H.J. Bals, advocaat te Kloetinge.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. W.B.J. ten Have, heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 2 impliciet primair, 3 en 4 impliciet primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering t.a.v. feit 1
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 (primair en subsidiair) ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring t.a.v. feiten 2, 3 en 4
Het onder 2 impliciet primair, 3 en 4 impliciet primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij, op 6 augustus 2022, te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd,
2510,7 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij, op 6 augustus 2022 te Rotterdam,,
tezamen en in vereniging met een ander,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, van heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,in de woning, te weten [adres02] te Rotterdam
- hoeveelheden van coffeïne en mannitol en paracetamol en proca
ïne en lidocaïne en fenacetine, zijnde middelen voor de bewerking van die hierboven genoemde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
- meerdere onderdelen van een drugspers (matrijzen) en
- meerdere jerrycans met vloeistof en
- twee potkrikken en
- een drugspers en
- meerdere stuks crêpepapier en
- 9,3 gram van een materiaal bevattende heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
- meerdere stuks papieren met een logo (te weten het logo New Balance en/of HG7 en/of G7) en
- meerdere kristallen en
- meerdere mondkapjes
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
4.
hij, op 6 augustus 2022 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
9,3 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
de eendaadse samenloop van
feit 3:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft vanuit een versnijdingspand een hoeveelheid van ongeveer 2,5 kilo heroïne afgeleverd aan een voor hem onbekende persoon. Hij heeft erkend tegen betaling voor een ander klusjes te hebben gedaan zoals het samenstellen van het bestelde pakket, het afleveren daarvan en het schoonmaken van het pand. Het pand en de daarin aangetroffen benodigdheden voor het versnijden van harddrugs waren niet van hem maar van degene die hem betaalde. De verdachte heeft zich daarmee samen met een ander schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen die zien op de bewerking en handel in harddrugs door het voorhanden hebben van de daartoe benodigde voorwerpen en stoffen. In het pand waar deze voorwerpen en stoffen zijn aangetroffen, is onder meer ook ruim 9 gram heroïne aangetroffen. Daarmee heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van deze hoeveelheid heroïne.
Harddrugs zijn voor de gezondheid van personen schadelijke stoffen. Door de verspreiding van harddrugs en het gebruik ervan wordt niet alleen de volksgezondheid ernstig bedreigd, maar de ervaring leert ook dat dit dikwijls gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. Dit varieert van lichte verwervingscriminaliteit tot zware criminaliteit zoals geweldsmisdrijven.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
17 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank komt hierbij uit op een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..In beslag genomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn drie telefoons in beslag genomen, te weten een iPhone 13 onder goednummer [nummer01] , een iPhone 8 onder goednummer [nummer02] en een iPhone 8 onder goednummer [nummer03] .
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geen beslissing over het beslag gevraagd omdat er geen beslaglijst is.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdediging - bij gebrek aan een beslaglijst - geen standpunt kan innemen over de in beslag genomen voorwerpen.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank begrijpt dat er (alleen) nog (94 Sv) beslag ligt op de hiervoor genoemde telefoons en dat daarover nog geen last tot teruggave is gegeven. Ongeacht de vraag of er een beslaglijst is opgemaakt, zal de rechtbank daarover een beslissing moeten nemen.
De verdachte heeft ter terechtzitting het volgende verklaard over de in beslag genomen telefoons. De iPhone 13 (goednummer [nummer01] ) is van hem zelf en de twee iPhones 8 (goednummers [nummer02] en [nummer03] ) heeft hij gekregen van degene die aan hem vroeg om werkzaamheden te verrichten in/vanuit het pand aan de [adres02] te Rotterdam. Deze twee telefoons kon hij gebruiken als hij iets ging ophalen of wegbrengen.
Gelet hierop zullen de in beslag genomen iPhones 8 onder de goednummers [nummer02] en [nummer03] worden verbeurd verklaard. De bewezen feiten zijn met betrekking tot deze telefoons begaan en niet is kunnen worden vastgesteld aan wie deze telefoons toebehoren.
Ten aanzien van de in beslag genomen iPhone 13 (goednummer [nummer01] ) zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 2 impliciet primair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen die nog niet zijn teruggegeven, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de bewezen verklaarde feiten: de twee iPhones 8 (goednummers [nummer02] en [nummer03] );
- gelast de teruggave aan verdachte van de iPhone 13 (goednummer [nummer01] ).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Laukens, voorzitter,
en mrs. R.H. Kroon en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
primair
hij, op of omstreeks 6 augustus 2022 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, heeft gebracht
ongeveer 2510,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair
hij op of omstreeks 6 augustus 2022 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, heeft gebracht
ongeveer 2510,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
door
- af te spreken met (medeverdachte) [medeverdachte01] en/of een onbekend gebleven derde(n), althans die [medeverdachte01] en/of die onbekend gebleven derde(n) te ontmoeten en/of
- een doos (bevattend 2800 gram amfetamine) te overhandigen/ over te dragen aan die [medeverdachte01] , althans een ander en/of
- die [medeverdachte01] , althans een ander instructies te geven over het vervoer en/of aflevering van de bovengenoemde amfetamine, althans een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of
- met die [medeverdachte01] en/of onbekend gebleven derde(n) afspraken te maken over de aankoop en/of verkoop en/of beschikbaarheid en/of vervoer en/of handel en/of het buiten het grondgebied brengen van de bovengenoemde amfetamine, althans een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij, op of omstreeks 6 augustus 2022, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 2510,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij, op of omstreeks 6 augustus 2022 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van amfetamine en/of cocaïne en/of heroïne, althans (een) andere (synthetische) drug(s), in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
(in de woning, te weten [adres02] te Rotterdam)
- meerdere hoeveelheden van coffeine en/of mannitol en/of paracetomol en/of procaine en/of lidocaine en/of fenacentine en/of andere versnijdingsmiddelen, zijnde middelen voor de bereiding en/of bewerking en/of verwerking en/of vervaardiging van die hierboven genoemd(e) amfetamine en/of cocaïne en/of heroïne, althans (een) andere (synthetische) drug(s), althans een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- meerdere althans één onderde(e)l(en) voor/van (een) drugspers(en) (te weten, zogenaamde matrijzen) en/of
- meerdere althans één jerrycan(s) met vloeistof(fen) en/of
- twee althans één potkrik(ken) en/of
- een drugspers en/of
- meerdere althans één stuk(s) crêpepapier en/of
- restanten van heroïne, althans (een) andere (synthetische) drug(s) en/of
- 9,3 gram heroïne, althans een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of
- meerdere althans één stuk(s) papier(en) met (een) logo's (te weten het logo New balance en/of HG7 en/of G7)
- meerdere althans één kristal(len) en/of
- meerdere althans één mondmasker(s)/mondkapje(s)
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
4.
(uit de woning, te weten [adres02] te Rotterdam)
hij, op of omstreeks 6 augustus 2022 te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
- ongeveer 9,3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.