4.2.Bewezenverklaring t.a.v. feiten 2, 3 en 4
Het onder 2 impliciet primair, 3 en 4 impliciet primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij, op 6 augustus 2022, te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd,
2510,7 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij, op 6 augustus 2022 te Rotterdam,,
tezamen en in vereniging met een ander,
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, van heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,in de woning, te weten [adres02] te Rotterdam
- hoeveelheden van coffeïne en mannitol en paracetamol en proca
ïne en lidocaïne en fenacetine, zijnde middelen voor de bewerking van die hierboven genoemde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
- meerdere onderdelen van een drugspers (matrijzen) en
- meerdere jerrycans met vloeistof en
- twee potkrikken en
- een drugspers en
- meerdere stuks crêpepapier en
- 9,3 gram van een materiaal bevattende heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
- meerdere stuks papieren met een logo (te weten het logo New Balance en/of HG7 en/of G7) en
- meerdere kristallen en
- meerdere mondkapjes
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en verdachtes mededaders wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
4.
hij, op 6 augustus 2022 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
9,3 gram van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.