ECLI:NL:RBROT:2022:10105

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
23 november 2022
Zaaknummer
10-055668-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal en bedreiging via Snapchat

Op 16 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verwerven en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, bedreiging en het gebruik maken van de naam en het portret van een ander om zijn eigen identiteit te verhullen. De zaak kwam voort uit aangiften van een getuige die in 2019 via Snapchat contact had gehad met een gebruiker van het account [naam Snapchataccount01]. Deze gebruiker, die zich [naam01] noemde, zou de getuige hebben bedreigd en om naaktfoto's hebben gevraagd. De verdachte ontkende de gebruiker van het Snapchataccount te zijn geweest. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 58 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 120 uur. De rechtbank oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte de gebruiker van het Snapchataccount was. De enige aanwijzing was een IP-adres dat maanden na de ten laste gelegde periode aan het account was gekoppeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet kon worden bewezen dat hij de feiten had gepleegd en sprak hem vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10-055668-21
Datum uitspraak: 16 november 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1998,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] [postcode01] te [plaats01] ,
raadsman mr. W.J. Oomkes, advocaat te Vlaardingen.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 november 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. W.B.J. ten Have, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 58 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd, alsmede een taakstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis;
  • oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, voor de duur van 2 jaren, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] 2005 te [geboorteplaats01] );
  • toepassing van (telkens) 2 weken hechtenis bij overtreding van dat verbod.

4..De zaak

In januari 2020 heeft een getuige – namens wie door haar moeder aangifte is gedaan – aan de politie verteld dat zij in het jaar 2019 op verschillende momenten via Snapchat contact heeft gehad met de gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] . De gebruiker van dit account noemde zich [naam01] . Zij kende de gebruiker van dit account niet. Nadat zij ‘ [naam01] ’ enige tijd geblokkeerd had, heeft de getuige hem in het najaar van 2019 weer toegevoegd. Hij zou haar toen hebben gevraagd naaktfoto’s van zichzelf te sturen en vervolgens – toen zij dat niet wilde doen – diverse bedreigingen hebben geuit, waaronder het sturen van foto’s en video’s van een vuurwapen en een onthoofding. De getuige heeft ‘ [naam01] ’ vervolgens meerdere naaktfoto’s van zichzelf gestuurd. In december 2019 heeft de moeder van de getuige haar telefoon en Snapchataccount overgenomen en deelgenomen aan een chatgroep met [naam Snapchataccount01] en een andere Snapchatgebruiker. In deze chats verstuurde [naam Snapchataccount01] diverse naaktfoto’s van haar dochter. Toen de moeder van de getuige die foto’s zag, heeft zij contact opgenomen met de politie.
De politie verdenkt de verdachte ervan dat hij de gebruiker was van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] , als zodanig kinderpornografisch materiaal heeft verworven en verspreid (feit 1), de getuige heeft bedreigd (feit 2) en op Snapchat gebruik heeft gemaakt van de naam en het portret van een ander om zijn eigen identiteit te verhullen (feit 3).

5..Oordeel over het bewijs

5.1.
Standpunt van de verdediging
De verdachte heeft steeds ontkend de gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] te zijn geweest. Volgens de verdediging kan op basis van de resultaten van het onderzoek ook niet worden vastgesteld dat de verdachte dat account gebruikte.
5.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van het technisch bewijs wel kan worden vastgesteld dat de verdachte Snapchataccount [naam Snapchataccount01] gebruikte.
5.3.
Beoordeling
De vraag die in deze zaak in de eerste plaats moet worden beantwoord is of de verdachte de gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] was ten tijde van de ten laste gelegde periode, te weten van 1 januari 2019 tot en met 6 december 2019.
De rechtbank is van oordeel dat dit op basis van het voorliggende dossier niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht.
De enige vaststelling die op basis van het dossier kan worden gedaan ten aanzien van het account [naam Snapchataccount01] is dat dit account op één moment, namelijk op 2 april 2020 (dus maanden na de ten laste gelegde periode) met het internet was verbonden via een bepaald (mobiel) IP-adres. Bij navraag bij de provider bleek dit IP-adres een prepaid aansluiting te zijn, gekoppeld aan een telefoonnummer op naam van de verdachte, waarvan gebruik gemaakt wordt door een mobiele telefoon die aan de verdachte blijkt toe te behoren. Overige vaststellingen zijn ten aanzien van dit Snapchataccount niet gedaan. Uit hetgeen wel is vastgesteld kan echter niet worden afgeleid dat de contacten van [naam Snapchataccount01] in de ten laste gelegde periode (2019) ook via dit IP-adres moeten hebben plaatsgevonden, te minder nu een (mobiel) IP-adres ook gebruikt kan worden door andere apparaten dan de telefoon waaraan dat adres gekoppeld is. De vaststelling dat op 2 april 2020 eenmalig door [naam Snapchataccount01] gebruik gemaakt is van het bewuste IP-adres, zegt dus niets over het IP-adres dat gedurende de ten laste gelegde periode gebruikt is en geeft ook onvoldoende uitsluitsel over de daadwerkelijke gebruiker daarvan.
Naar aanleiding van de bevindingen omtrent het IP-adres is ook nog nader onderzoek gedaan in de telefoon van de verdachte met het IP-adres waarvan [naam Snapchataccount01] op 2 april 2020 gebruik maakte. Deze telefoon is volgens de verdachte pas sedert 2020 in zijn bezit, naar welke stelling voor zover uit het dossier blijkt geen onderzoek is gedaan. In deze telefoon is niets aangetroffen op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de verdachte op enig moment daadwerkelijk de gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] is geweest. Ook zijn hierin de bewuste foto’s niet aangetroffen. Wel zijn andere Snapchataccounts aangetroffen. Hetzelfde geldt voor twee andere telefoons en een laptop die onder de verdachte in beslag zijn genomen. Ook hierin zijn geen aanwijzingen gevonden dat de verdachte gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] is geweest.
5.4.
Conclusie
Zoals uit het voorgaande blijkt kan de rechtbank op basis van de onderzoeksbevindingen in het dossier niet vaststellen dat de verdachte gebruiker van het Snapchataccount [naam Snapchataccount01] is geweest. Dit leidt er toe dat de verdachte van alle ten laste gelegde feiten dient te worden vrijgesproken.

6..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C. Laukens, voorzitter,
en mrs. R.H. Kroon en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 6 december 2019 te Vlaardingen en/of Schiedam, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal telkens
afbeeldingen, te weten foto's, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer01] , is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid door het plaatsen in een groepschat in snapchat en/of doorsturen aan andere gebruikers (te weten [gebruikersnaam] ), verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met de/een vingers en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel,
documentnaam: [naam bestand01]
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
documentnaam: [naam bestand] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 6 december 2019 te Vlaardingen en/of Schiedam, althans in Nederland [slachtoffer01] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
- door aan die [slachtoffer01] foto's en/of filmpjes te sturen van vuurwapens, althans voorwerpen gelijkend op vuurwapens,
- door aan die [slachtoffer01] een filmpje te sturen waarop een onthoofding van een meisje te zien is en/of erbij/later die dag dreigend de woorden toe te voegen “ga je luisteren doe wat ik zeg anders gebeurd dit met jou of ik kom je doodschieten”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
en/of
- door die [slachtoffer01] via snapchat dreigend de woorden toe te voegen "binnenkort iemand schieten", “ik weet waar je op school zit, ik kom je halen, pas maar op want er gaan ergere dingen gebeuren", “‘als je niet gaat luisteren dan ga ik je schieten”, “kogel door je kop of nudes", "ik ga je schieten" en/of "ik kom je opzoeken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 6 december 2019 te Vlaardingen en/of Schiedam, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten de foto's, voornaam en/of gebruikersnaam, althans een variant op de gebruikersnaam, op snapchat van [slachtoffer02] heeft gebruikt door op snapchat een account aan te maken met die (variant van een) gebruikersnaam en/of naar derden de foto's en/of voornaam van die [slachtoffer02] te sturen met daarbij de opmerking dat dit zijn, verdachte's, eigen foto's en/of voornaam zijn met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan.