In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Trivire en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De huurder had op 21 januari 2022 de huurovereenkomst opgezegd, maar heeft sindsdien geen huur meer betaald. Trivire vorderde ontruiming van de woning en een gebruiksvergoeding, omdat de huurovereenkomst per 29 april 2022 was beëindigd. De kantonrechter oordeelde dat de huurder zonder recht of titel in de woning verbleef en dat de tussentijdse beëindiging van de woonbegeleidingsovereenkomst door de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid een ernstige tekortkoming vormde in de nakoming van de huurverplichtingen. De kantonrechter wees de vorderingen van Trivire toe, inclusief de proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De huurder moet de woning binnen veertien dagen ontruimen en een gebruiksvergoeding betalen tot de ontruiming plaatsvindt.