ECLI:NL:RBROT:2022:10028

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/10/634950 / JE RK 22-582
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam de zaak behandeld met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 11 november 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, waarbij een deel van het verzoek (zes maanden) werd aangehouden. Tijdens de mondelinge behandeling waren de moeder van [naam kind01] en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig. De minderjarige was in de gelegenheid gesteld om zijn mening te geven, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder en dat [naam kind01] bij haar woont. De GI heeft aangegeven dat er sprake is van een positieve ontwikkeling, maar dat deze nog pril en kwetsbaar is. De moeder heeft ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling, waarbij zij aangaf dat [naam kind01] vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds hulp nodig is. De kinderrechter heeft op basis van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling geconcludeerd dat [naam kind01] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat het noodzakelijk is dat een jeugdbeschermer betrokken blijft.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat voldaan is aan het wettelijke criterium van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek en heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd voor de duur van zes maanden, tot 11 mei 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2022 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier. De beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 november 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/634950 / JE RK 22-582
datum uitspraak: 7 november 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging van de ondertoezichtstelling
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 2 mei 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 27 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op
28 oktober 2022.
Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam02] .
De minderjarige [naam kind01] is in de gelegenheid gesteld om zijn mening kenbaar te maken. Hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 2 mei 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengd tot
11 november 2022.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind01] te verlengen met een jaar, waarbij is verzocht om de beslissing op een deel van het verzoek (zes maanden) aan te houden.
De GI heeft bij voornoemde briefrapportage het resterende deel van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling gehandhaafd. Er dient nu beslist te worden op de periode tot uiterlijk 11 mei 2023.

De standpunten

De GI heeft naar voren gebracht dat er sprake is van een positieve ontwikkeling, maar deze ontwikkeling is pril. Het gaat nu goed met [naam kind01] , maar er is eerder sprake geweest van een terugval. Dit moet voorkomen worden. De situatie is nu nog te pril en te kwetsbaar om de ondertoezichtstelling te beëindigen. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is noodzakelijk als stok achter de deur en om het gezin nog langer steun te kunnen bieden.
De moeder heeft ingestemd met de verzochte verlenging van de ondertoezichtstelling. [naam kind01] heeft een terugval gehad, maar hij doet het nu goed. Het traject bij Yes We Can heeft veel goeds gebracht. [naam kind01] is hier veel stabieler uit gekomen. Er zijn nu afspraken met hem te maken en hij is aanspreekbaar op zijn gedrag. [naam kind01] gaat op dit moment naar school, hij werkt hard en heeft toekomstplannen. Volgens de moeder is er nog wel hulp nodig. Zij ervaart een fijne samenwerking met de GI. Het is voor het gezin prettig dat er iemand is op wie zij kunnen terugvallen en aan wie advies kan worden gevraagd.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind01] nog ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [naam kind01] heeft vanaf mei 2021 in Schakenbosch, een voorziening voor gesloten jeugdhulp, verbleven. [naam kind01] heeft hier verschillende therapieën gevolgd en een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Sinds 9 februari 2022 woont [naam kind01] daarom weer thuis bij de moeder. In verband met een terugval in middelengebruik is [naam kind01] op 9 maart 2022 gestart met een traject van 10 weken bij Yes We Can, waar hij heeft gewerkt aan zijn verslavingsproblematiek. Ook is er MDFT ingezet in de thuissituatie, waar het gezin veel baat bij heeft. [naam kind01] volgt momenteel één dag per week onderwijs en werkt vier dagen per week en zet zich hier op een positieve wijze voor in. Een zorg is echter dat er recent opnieuw sprake is geweest van een terugval in middelengebruik. Hoewel [naam kind01] in het afgelopen jaar dus positieve stappen heeft gemaakt, is de situatie nog wel pril en kwetsbaar. De kinderrechter acht het daarom van belang dat een jeugdbeschermer ook in de komende zes maanden betrokken blijft om het gezin te blijven ondersteunen. Indien de positieve lijn zich in de komende maanden verder voortzet, kan mogelijk een overdracht naar het vrijwillige kader plaatsvinden.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] tot 11 mei 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2022 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.