ECLI:NL:RBROT:2022:10025

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/10/644672 / JE RK 22-2171
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen met evaluatiemoment

Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarige kinderen, [naam kind01] en [naam kind02]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 13 november 2020 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland heeft op 16 september 2022 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2022 zijn de moeder, de vader en hun advocaten verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen, ondanks de positieve ontwikkelingen in de begeleide bezoekmomenten tussen de vader en de kinderen. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid voor een tussentijds toetsmoment om de voortgang van de situatie te evalueren. De GI is verzocht om uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum op 1 april 2023 te rapporteren over de actuele stand van zaken. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/644672 / JE RK 22-2171
datum uitspraak: 7 november 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging van de ondertoezichtstelling
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] , geboren op [geboortedatum02] 2016 te [geboorteplaats02] ,

hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. N. Leimena, te Dordrecht,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 16 september 2022, ingekomen bij de griffie op 16 september 2022;
- het e-mailbericht van de GI van 23 september 2022;
- het e-mailbericht van de GI van 18 oktober 2022, met als bijlage de reactie van de vader op het verzoekschrift.
Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. N. Leimena;
- de vader;
- dhr. [naam03] en mw. [naam04] , namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] en [naam kind02] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 13 november 2020 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 13 november 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen met een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De GI heeft het verzoek gehandhaafd en naar voren gebracht dat er inmiddels drie bezoekmomenten hebben plaatsgevonden tussen de vader en de kinderen, begeleid door Agathos. Deze bezoeken zijn positief verlopen. Gezien wordt dat de vader aansluit bij de kinderen en dat de kinderen goed op de vader reageren. Voor de komende tijd staan er nog vijf bezoeken gepland. In januari 2023 zullen de bezoeken opnieuw worden geëvalueerd. Er zal bekeken worden of de bezoeken op een andere locatie kunnen plaatsvinden, zodat de vader en de kinderen vrijer contact met elkaar kunnen hebben. Het is ook wenselijk dat er voorafgaand aan en na afloop van de bezoeken meer contact is met een begeleider van Agathos, zodat er zicht komt op hoe de kinderen reageren op de bezoeken. Een ander punt waaraan gewerkt gaat worden, is de communicatie tussen de ouders. In de komende periode zal de GI aan de slag gaan met de methodiek complexe echtscheidingen. De kern bestaat uit het maken van communicatieafspraken. Er zal binnen negen maanden een verandering moeten ontstaan. Voor de ouders individueel wordt door Agathos het traject Solo Parallel Ouderschap ingezet. Een belangrijk onderdeel hiervan is het maken van een ouderschapsplan, waarin duidelijke afspraken staan over bijvoorbeeld de omgang en de financiën. De GI kan instemmen met een kortere verlenging van de ondertoezichtstelling, zodat er een tussentijds toetsmoment kan plaatsvinden.
Door en namens de moeder is aangevoerd dat het fijn is dat er afspraken zijn gemaakt over de bezoekmomenten. De moeder heeft van de kinderen begrepen dat zij het contact met de vader als positief hebben ervaren. Namens de moeder wordt verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden te verlengen en de beslissing op het resterende deel van het verzoek van de GI aan te houden, zodat er een evaluatiemoment kan plaatsvinden. Bekeken kan dan worden op welke wijze de omgangsregeling verder wordt opgebouwd en hoe de overige trajecten voor de ouders verlopen.
De vader heeft naar voren gebracht dat het lange tijd heeft geduurd alvorens het traject is opgestart, maar hij ziet nu dat er stappen worden gemaakt. Hierdoor is er bij hem meer motivatie en vertrouwen ontstaan. De vader vindt het belangrijk dat er verslag wordt gelegd van het verloop van de bezoekmomenten, zodat hieruit eventuele leerdoelen naar voren komen of juist bevestigd wordt dat het goed gaat. De vader denkt dat het nog niet mogelijk is om dit alles zonder betrokkenheid van de hulpverlening in te richten. Desgevraagd kan de vader achter het voorstel staan om een tussentijds toetsmoment in te lassen, om te bekijken of de gemaakte afspraken ook worden nagekomen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er tot op heden nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging van [naam kind01] en [naam kind02] . De ouders zijn, ondanks de inzet van het SCHIP-traject, niet in staat om op constructieve wijze met elkaar te communiceren met betrekking tot de kinderen. Het SCHIP-traject is gestagneerd en vanuit het traject is geadviseerd om voor de ouders individueel het traject Solo Parallel Ouderschap in te zetten. Een onderdeel hiervan zal zijn het opstellen van een ouderschapsplan, waarin duidelijke afspraken worden vastgelegd, onder meer met betrekking tot de omgang. Ook gaat de GI werken met de methodiek complexe echtscheidingen. In de afgelopen periode zijn er wel stappen gemaakt in het contactherstel tussen de vader en de kinderen. Er hebben inmiddels enkele begeleide bezoekmomenten plaatsgevonden en zowel de vader als [naam kind01] en [naam kind02] hebben deze bezoeken als positief ervaren. De bezoekmomenten zullen worden gecontinueerd en in januari 2023 opnieuw worden geëvalueerd, waarbij ook bekeken zal worden of de bezoeken kunnen worden uitgebreid dan wel anders kunnen worden vormgegeven. Van belang is dat een jeugdbeschermer in de komende periode betrokken blijft om de ouders te blijven begeleiden en erop toe te zien dat de noodzakelijke hulpverlening wordt gecontinueerd.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Om te bezien hoe de bezoekmomenten tussen de vader en de kinderen zullen verlopen en verder worden opgebouwd en om te bezien wat de resultaten zijn van de methodiek complexe echtscheidingen en het in te zetten traject Solo Parallel Ouderschap, ziet de kinderrechter wel aanleiding voor een tussentijds toetsmoment, zoals is verzocht namens de moeder. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW) en de behandeling van het resterende deel van het verzoek van de GI aanhouden tot de hierna te noemen datum.
De GI wordt verzocht de kinderrechter uiterlijk twee weken voor de pro forma-datum te rapporteren over de actuele stand van zaken en verdere processuele wensen, zulks onder gelijktijdige verstrekking aan de belanghebbenden en mr. Leimena.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] tot 13 mei 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat de behandeling van het resterende deel van het verzoek wordt aangehouden tot
1 april 2023 pro forma;
bepaalt dat de GI, de belanghebbenden en mr. M. Leimena op de genoemde pro forma-datum niet ter zitting behoeven te verschijnen;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, zulks onder gelijktijdige verstrekking aan de belanghebbenden en de advocaat.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2022 door mr. S. Jordaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 14 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.