In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 november 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De minderjarige is geboren op [geboortedatum01] 2020 en verblijft sinds 21 juli 2020 in een pleeggezin. De ouders van de minderjarige, [moeder01] en [vader01], worden verdacht van kindermishandeling in de eerste weken van haar leven. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de benoeming van een bijzondere curator op grond van artikel 1:250 BW, om de belangen van de minderjarige te behartigen in de lopende strafrechtelijke procedures tegen de ouders. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2022 waren de ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. C.P. Timmers, en vertegenwoordigers van de GI aanwezig. De ouders hebben zich tegen de benoeming van een bijzondere curator verzet, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van de minderjarige in deze situatie een onafhankelijke vertegenwoordiging vereisen. De rechtbank heeft mr. G.E. van der Pols benoemd als bijzondere curator, die in samenspraak met mr. N. Stolk de belangen van de minderjarige zal behartigen. De benoeming is in principe voor de duur van de strafrechtelijke procedures, en de bijzondere curator moet rapporteren over de bijstand binnen zes weken na de vonnissen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er is een mogelijkheid tot hoger beroep.