ECLI:NL:RBROT:2021:9983

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
10-122549-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak openlijk geweld en bewezenverklaring mishandeling door beveiliger in discotheek

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als beveiliger in een discotheek betrokken was bij een incident waarbij een bezoeker, de aangever, mishandeld zou zijn. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde openlijke geweld, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijk geweld, en sprak de verdachte daarvan vrij zonder nadere motivering.

Echter, de rechtbank heeft wel geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling. De aangever had verklaard dat de verdachte hem had mishandeld door hem te slaan en te trappen, en dat hij daarbij letsel had opgelopen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en getuigen als voldoende bewijs beschouwd om de mishandeling wettig en overtuigend te bewijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangever op 15 december 2018 in de discotheek heeft mishandeld door hem tegen het hoofd te slaan en te trappen, en door met kracht op zijn nek te staan.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 50 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij de taakstraf niet naar behoren verricht. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de verdachte zijn baan heeft verloren door het incident, wat meegewogen is in de strafmaat. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken van de Rechtbank Rotterdam.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-122549-19
Datum uitspraak: 6 oktober 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
raadsman mr. E. Manders, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
29 januari 2020 (zulks op de voet van artikel 377, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering) en van 22 september 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. N. Linnenbank, heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het primair ten laste gelegde openlijke geweld;
  • bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde mishandeling;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 80 uur, subsidiair 40 dagen vervangende hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering t.a.v. openlijk geweld
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering t.a.v. mishandeling
4.2.1.
Standpunt verdediging
De ten laste gelegde mishandeling kan niet wettig en overtuigend worden bewezen.
In het dossier bevinden zich belastende en ontlastende getuigenverklaringen. De belastende getuigen, afkomstig van de kant van de aangever [naam aangever] (hierna: de aangever), hebben hun verklaringen afgestemd op diens aangifte met als motief het mogelijk kwijtraken van de baan van de aangever. Er is voldoende twijfel ten aanzien van wie de waarheid spreekt. Bovendien is op de camerabeelden te zien hoe beangstigend de situatie in de discotheek voor de verdachte was. De verdachte wilde de aangever aan de politie overleveren. De aangever verzette zich daartegen.
4.2.2.
Beoordeling
Op 15 december 2018 heeft in de drukbezochte discotheek [naam discotheek] in [plaatsnaam] een incident plaatsgevonden naar aanleiding waarvan twee beveiligers (onder wie de verdachte) de aangever wilden aanhouden. Zij hebben de aangever vanaf de dansvloer meegenomen naar een halletje (ruimte) bij de uitgang en waren daar met de aangever op het moment dat de gealarmeerde politie verscheen. Uit de uiteenlopende en veelal weinig concrete verklaringen over de gang van de dansvloer naar het halletje kan de rechtbank niet meer vast stellen dan dat de verdachte en diens collega-beveiliger de aangever met enige dwang hebben meegenomen om hem aan te houden dan wel uit de zaak te zetten. De beschikbare camerabeelden - waarop vooral een kluwen aan mensen is te zien - tonen geen ander beeld. Dat daarbij strafbaar geweld is gebruikt door de verdachte kan de rechtbank op grond van het dossier dan ook niet vast stellen.
Anders ligt dat met betrekking tot wat zich in het halletje (ruimte) heeft afgespeeld.
De verklaring van aangever over wat er in deze fase is gebeurd - de verdachte heeft een voet op zijn nek gezet waardoor hij geen lucht meer kreeg en hem klappen en trappen op en tegen zijn hoofd en rug gegeven - vindt steun in de verklaringen van getuigen [naam getuige 1], [naam getuige 2] en [naam getuige 3]. Het geconstateerde letsel, (onder andere) een bloeduitstorting rechts op het voorhoofd, roodheid ter plaatse van de hals en de borst, een barstwond in de onderlip, kneuzingen op de rug met een patroon gelijkend op een schoenafdruk, een gezwollen neus aan de linker zijde en een blauw oog rechts, past bij het door de aangever en getuigen genoemde geweld.
De rechtbank acht op grond hiervan wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de aangever heeft mishandeld.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 15 december 2018 te Dordrecht
[naam aangever] heeft mishandeld door
- tegen het hoofd, van voornoemde [naam aangever] te slaan en/- tegen het hoofd en de rugvan voornoemde [naam aangever] te trappen, en
- ( met kracht) op de nek
enkeel van voornoemde [naam aangever] te staan
.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.Strafbaarheid feit
Het bewezen feit levert op:
mishandeling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in de hoedanigheid van beveiliger van een discotheek een bezoeker mishandeld door hem tegen het hoofd te slaan en te trappen en op zijn keel en nek te staan. Het slachtoffer heeft daardoor pijn geleden en letsel opgelopen. De rechtbank onderkent dat het meenemen van een vermeende onruststoker in een overvolle disco niet eenvoudig is, zeker niet als betrokkene niet vrijwillig mee loopt en anderen zich daarmee gaan bemoeien. Niettemin heeft de verdachte, eenmaal in het halletje (ruimte), met het door hem gebruikte geweld tegen de aangever, de grens van wat een beveiliger kan en moet doen om de orde te bewaren, ver overschreden. Dit geweld was onnodig en buiten proportie. Dat valt hem, juist als beveiliger, aan te rekenen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
26 augustus 2021. Behoudens een geldboete voor (onder andere) een mishandeling in de jaren negentig is de verdachte niet eerder veroordeeld voor geweldsfeiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank ook acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Zij houdt verder rekening met het feit dat de verdachte reeds zijn baan is verloren door het onderhavige incident.
Met de officier van justitie vindt de rechtbank een werkstraf passend. Die valt echter lager uit dan door de officier van justitie geëist omdat de rechtbank verder van oordeel is dat gezien het totale tijdsverloop in deze zaak het recht van de verdachte op behandeling van zijn strafzaak binnen een redelijke termijn is geschonden. De rechtbank zal ook hiermee in strafverminderende zin rekening houden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 50 (vijftig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. A.M.G. van de Kragt en A. Greve-Kortrijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
primair
hij op of omstreeks 15 december 2018 te Dordrecht
op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten discotheek [naam discotheek] gelegen op/aan de [adres]
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam aangever] door een of meermalen
- tegen het hoofd, althans het lichaam van voornoemde [naam aangever] te slaan en/of stompen en/of
- tegen het hoofd en/of de rug, althans het lichaam van voornoemde [naam aangever] te schoppen en/of trappen, en/of
- met de voet (met kracht) op de rug van voornoemde [naam aangever] te staan, en/of
- ( met kracht) op de nek/keel van voornoemde [naam aangever] te staan, en/of
- voornoemde [naam aangever] in de houtgreep en/of nekklem te houden en/of hem (vervolgens) mee te sleuren;
subsidiair
hij op of omstreeks 15 december 2018 te Dordrecht
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
[naam aangever] heeft mishandeld door een of meermalen
- tegen het hoofd, althans het lichaam van voornoemde [naam aangever] te slaan en/of stompen en/of
- tegen het hoofd en/of de rug, althans het lichaam van voornoemde [naam aangever] te schoppen en/of trappen, en/of
- met de voet (met kracht) op de rug van voornoemde [naam aangever] te staan, en/of
- ( met kracht) op de nek/keel van voornoemde [naam aangever] te staan, en/of
- voornoemde [naam aangever] in de houtgreep en/of nekklem te houden en/of hem (vervolgens) mee te sleuren.