Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, binnengekomen op 2 augustus 2021, met producties;
- de brief van [naam verzoekster] van 16 september 2021 met producties;
- de verweerschrift, met producties;
- de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde spreekaantekeningen van [naam verzoekster] .
2..De vaststaande feiten
niet toegestaan om de privé mobiele telefoon onder werktijd ingeschakeld te hebben en bij zich te dragen op de werkvloer. De telefoon dient gedurende de werktijd opgeborgen te worden in de kledingkast van de werknemer.
3..Het verzoek
4..Het verweer
5..De beoordeling
vluggertje zo”. Dit enkele bericht acht de kantonrechter echter, mede gelet op de betwisting van [naam verweerder] dat dit bericht niet zo gelezen moet worden, onvoldoende bewijs van de stelling van [naam verzoekster] dat [naam verweerder] en [naam 2] een seksuele relatie hadden tijdens werktijd en op de werkvloer.
Nou zit ik met een luie Vietnamese hond die te lui is om te werken”) weliswaar zeer kwetsend kan zijn voor zijn collega, maar het gaat te ver om – gelet op de situatie waarin deze uitlating is gedaan – te oordelen dat deze uitlating discriminerend is en [naam verweerder] daardoor verwijtbaar heeft gehandeld richting [naam verzoekster] . Bij deze beslissing weegt mee dat [naam verweerder] deze uitlatingen in een privégesprek met [naam 2] heeft gedaan en gesteld noch gebleken is dat [naam verweerder] op de werkvloer een dergelijke uitlating heeft gedaan. De bewuste collega heeft ook niet geklaagd hierover bij [naam verzoekster] .