In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eiseres kreeg een boete van € 5.000,- opgelegd wegens het niet in acht nemen van de voorgeschreven wachttijd voor het in de handel brengen van landbouwhuisdieren na toediening van een diergeneesmiddel. Eiseres stelde dat zij mocht vertrouwen op de informatie van haar dierenarts en de NVWA, die een kortere wachttijd op het VKI-formulier had vermeld. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van verminderd verwijtbaar handelen, omdat eiseres geen aanwijzingen had ontvangen dat de wachttijd onjuist was. De rechtbank halveerde daarom het boetebedrag tot € 2.500,- en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen. Eiseres kreeg het betaalde griffierecht vergoed en de proceskosten werden vastgesteld op € 2.564,-. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.