Op 9 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementsprocedure waarbij verzoekster een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster, die op 9 november 2020 een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling indiende, heeft een regeling voorgesteld waarbij zij 6,86% aan preferente schuldeisers en 3,43% aan concurrente schuldeisers zou betalen. Van de zesentwintig schuldeisers stemden drieëntwintig in met de regeling, terwijl Caiway, DGB en Elbuco weigerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van de weigerende schuldeisers een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast en dat een ruime meerderheid van de schuldeisers akkoord is gegaan met de regeling. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeisers. De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en hen hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn begroot op € 656,00. Dit vonnis treedt in de plaats van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en is uitvoerbaar bij voorraad.