ECLI:NL:RBROT:2021:9743

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 mei 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
8996972 CV EXPL 21-4205
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betalingsregeling huurachterstand tussen Stichting Walang en gedaagden

In deze zaak heeft de Stichting Walang, gevestigd te Lelystad, een vordering ingesteld tegen twee gedaagden wegens huurachterstand. De gedaagden, die in persoon procederen, huren een woning van Walang voor een huurprijs van € 715,35 per maand. Door persoonlijke en financiële omstandigheden, waaronder de coronacrisis, zijn de gedaagden in gebreke gebleven met de huurbetalingen, wat heeft geleid tot een huurachterstand van negen maanden. Walang heeft in de procedure ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd, alsook betaling van de achterstallige huur en bijkomende kosten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 april 2021 hebben partijen overeenstemming bereikt over een betalingsregeling. De gedaagden hebben zich verplicht om in totaal € 8.209,44 aan Walang te betalen, met een eerste aflossing van € 1.642,- uiterlijk op 30 mei 2021 en het restant van € 6.567,44 uiterlijk op 30 december 2021. De kantonrechter heeft deze betalingsregeling in het vonnis opgenomen en bepaald dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde alleen zullen plaatsvinden indien de gedaagden niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen.

De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toegewezen, maar met de voorwaarde dat dit alleen zal gebeuren als de gedaagden in gebreke blijven met de afgesproken betalingen. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.J.M. van Breevoort en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8996972 CV EXPL 21-4205
uitspraak: 21 mei 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de stichting
Stichting Walang,
gevestigd te Lelystad,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn te Maastricht,
tegen

1..[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats gedaagde 1],
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats gedaagde 2],
gedaagden,
die procederen in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Walang’ en ‘[gedaagden]’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de dagvaarding van 25 januari 2021, met producties;
• de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagden];
• het tussenvonnis van 2 februari 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
• nadere producties van de zijde van Walang ten behoeve van de mondelinge behandeling, ingekomen ter griffie op 26 maart 2021.
1.2
De mondelinge behandeling is gehouden op 7 april 2021. Van de zijde van Walang is [naam 1] verschenen, bijgestaan door [naam 2]. Van de zijde van [gedaagden] zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verschenen. Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekeningen gehouden.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
[gedaagden] huurt van Walang de woning aan de [adres], tegen een huurprijs van laatstelijk € 715,35 per maand, welk bedrag bij vooruitbetaling dient te worden voldaan.
2.2
In de betaling van de huur is een achterstand ontstaan.

3..Het geschil

3.1
Walang vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
• ontbinding van de huurovereenkomst;
• ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
• betaling van een bedrag van € 4.993,29, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
• betaling van een bedrag van € 715,35 per maand of een gedeelte daarvan vanaf 1 februari 2021 tot aan de dag van daadwerkelijke ontruiming, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag tot aan de dag van algehele voldoening;
• betaling van een bedrag van € 582,62 aan buitengerechtelijke incassokosten;
• betaling van de kosten van deze procedure.
3.2
Walang heeft nakoming van de huurovereenkomst aan haar vordering tot betaling van de huurpenningen ten grondslag gelegd. [gedaagden] is op grond van de huurovereenkomst verplicht de maandelijkse huur te betalen. Hij is deze verplichting niet volledig nagekomen, waardoor een huurachterstand is ontstaan. Walang wil de overeenkomst daarom ontbinden en de woning ontruimen.
3.3
[gedaagden] is het niet eens met de vordering van Walang. Hij voert - kort samengevat - het volgende aan. Het klopt dat er een huurachterstand is ontstaan. Er was sprake van financiële en persoonlijke omstandigheden waardoor hij tijdelijk geen inkomsten had en de huur niet meer betaald kon worden. Vanwege de coronacrisis kan [gedaagden] geen werk vinden. [gedaagden] wil graag een betalingsregeling treffen met Walang zodat hij in de woning kan blijven.

4..De beoordeling

4.1
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over een betalingsregeling. Afgesproken is dat [gedaagden] ter afwikkeling van het geschil naast de lopende huur € 8.209,44 in totaal aan Walang zal betalen. Dit bedrag bestaat uit de huurachterstand, de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Uiterlijk 30 mei 2021 zal [gedaagden] € 1.642,- aflossen. Het restant van € 6.567,44 zal uiterlijk 30 december 2021 worden afgelost.
4.2
Ter zitting is met partijen afgesproken dat deze afspraak wordt opgenomen in een vonnis. De kantonrechter zal een veroordeling uitspreken overeenkomstig de regeling die partijen met elkaar hebben getroffen.
4.3
De huurachterstand bedraagt negen maanden. Dit rechtvaardigt in beginsel ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De kantonrechter zal – conform de afspraken die partijen te zitting met elkaar hebben gemaakt - de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde slechts toewijzen voor zover [gedaagden] niet aan voornoemde betalingsverplichtingen voldoet.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagden] aan Walang te betalen, naast de lopende huur, een bedrag van € 8.209,44 in totaal, waarvan € 1.642,- uiterlijk 30 april 2021 dient te worden betaald en het restant van € 6.567,44 uiterlijk 30 december 2021;
en bovendien, maar alléén voor het geval [gedaagden] deze betalingsverplichtingen of zijn verplichting om de lopende huur te betalen niet behoorlijk nakomt:
bepaalt dat het ingevolge dit vonnis verschuldigde (restant)bedrag onmiddellijk en ineens opeisbaar zal zijn;
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagden] om het gehuurde te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege [gedaagden] daar bevinden en het gehuurde onder overgave van de sleutels ter beschikking aan Walang te stellen;
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416