In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen SAM Recruitment Netherlands B.V. (hierna: SAM) en Frukar B.V. (hierna: Frukar) over een bemiddelingsovereenkomst. SAM vorderde betaling van een bedrag van € 8.374,59, alsmede buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, na het bemiddelen van een kandidaat die bij Frukar in dienst is getreden. Frukar betwistte de vordering en voerde aan dat de kandidaat korter dan 60 dagen in dienst was en dat zij daarom de tweede factuur niet hoefde te betalen. SAM stelde dat de betalingstermijnen waren afgesproken en dat Frukar niet kon terugvallen op de coulanceregeling in de algemene voorwaarden, omdat de eerste factuur te laat was betaald.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen op 7 februari 2020 een bemiddelingsovereenkomst zijn aangegaan, waarbij SAM zich verplichtte om kandidaten te bemiddelen voor Frukar. De rechter oordeelde dat Frukar niet aan de voorwaarden voor de coulanceregeling voldeed, omdat zij de eerste factuur te laat had betaald en niet tijdig schriftelijk had gereageerd op de beëindiging van het dienstverband van de kandidaat. De kantonrechter heeft de vordering van SAM tot betaling van het openstaande bedrag van € 8.167,50 toegewezen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde Frukar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van contractuele afspraken en de gevolgen van het niet tijdig reageren op facturen en beëindigingen van arbeidsovereenkomsten. De rechter heeft de vordering van SAM in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van de wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten, omdat niet was aangetoond dat deze kosten al waren betaald.