In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Flexworld B.V. [verzoekster] was werkzaam bij Flexworld en had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 6 mei 2021 vroeg zij om verlof, maar Flexworld weigerde dit zonder overleg met de opdrachtgever. Desondanks verscheen [verzoekster] niet op het werk. Flexworld beëindigde daarop de arbeidsovereenkomst op staande voet. [verzoekster] verzocht de kantonrechter om het ontslag te vernietigen, maar haar verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoekschrift te laat was ingediend. De kantonrechter oordeelde dat, zelfs als het verzoek op tijd was ingediend, het ontslag op staande voet terecht was. [verzoekster] had geen toestemming voor verlof en was niet verschenen op het werk, wat een dringende reden voor ontslag opleverde. De kantonrechter verwierp ook de vordering van Flexworld tot het opleggen van een boete aan [verzoekster]. De kosten van de procedure werden toegewezen aan [verzoekster]. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.