ECLI:NL:RBROT:2021:9721

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
9333759
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Flexworld B.V. [verzoekster] was werkzaam bij Flexworld en had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 6 mei 2021 vroeg zij om verlof, maar Flexworld weigerde dit zonder overleg met de opdrachtgever. Desondanks verscheen [verzoekster] niet op het werk. Flexworld beëindigde daarop de arbeidsovereenkomst op staande voet. [verzoekster] verzocht de kantonrechter om het ontslag te vernietigen, maar haar verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoekschrift te laat was ingediend. De kantonrechter oordeelde dat, zelfs als het verzoek op tijd was ingediend, het ontslag op staande voet terecht was. [verzoekster] had geen toestemming voor verlof en was niet verschenen op het werk, wat een dringende reden voor ontslag opleverde. De kantonrechter verwierp ook de vordering van Flexworld tot het opleggen van een boete aan [verzoekster]. De kosten van de procedure werden toegewezen aan [verzoekster]. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9333759 VZ VERZ 21-11930
uitspraak: 15 oktober 2021
beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats verzoekster],
verzoekster,
gemachtigde: mr. O. Arslan te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Flexworld B.V.,
gevestigd te Hoek van Holland (gemeente Rotterdam),
verweerster,
gemachtigde: mr. E. Spijer te Honselersdijk (gemeente Westland).
Partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘Flexworld’ genoemd.

1..De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
• het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 9 juli 2021;
• het verweerschrift met bijlagen, ontvangen op 21 september 2021;
• de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 1 oktober 2021.

2..De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
2.1
[verzoekster] werkte sinds 29 september 2020 bij Flexworld, laatstelijk op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van drie maanden (van 12 april 2021 tot 12 juli 2021). [verzoekster] werkte voor Flexworld als medewerker glastuinbouw bij een kwekerij.
2.2
In de arbeidsovereenkomst is de personeelsgids van Flexworld van toepassing verklaard. In deze personeelsgids staat in artikel 11 lid 2:
De uitzendkracht neemt eerst vakantiedagen op na overleg met de Opdrachtgever en na verkregen toestemming van de uitzendonderneming.
2.3
Flexworld gebruikt voor de communicatie met haar medewerkers een app. In deze app vindt op 6 mei 2021 het volgende gesprek plaats tussen [verzoekster] en Flexworld, vertaald vanuit het Pools:
[verzoekster] (5.24 uur)
Ik vraag vandaag en morgen om betaald verlof. Ik heb vrije dagen nodig om persoonlijke zaken te regelen.
Flexworld (6… uur; het exacte tijdstip is niet leesbaar)
Wij kunnen geen toestemming geven zonder overleg met de opdrachtgever. Het zal een ongewettigde afwezigheid zijn.
[verzoekster] (7.43 uur)
Voor zover ik weet heb ik recht op ongepland verlof.
Flexworld (7.56 uur)
Hier staat nergens dat je kort verlof moet raadplegen.
2.4
Flexworld schrijft op 6 mei 2021 aan [verzoekster]:
Wij hebben geconstateerd dat u vanaf 06-05-2021 niet verschenen bent bij onze inlener – waar u te werk bent gesteld – om arbeid te verrichten. U heeft ons over uw aanwezigheid niet geïnformeerd op de manier zoals beschreven is in onze personeelsgids. Uiteraard betalen wij vanaf het moment van uw afwezigheid geen loon meer aan u. Indien u zich niet binnen 3 dagen na dagtekening van deze brief bij ons meldt gaan wij ervan uit dat u de arbeidsovereenkomst op uw initiatief per direct wenst te beëindigen en beschouwen wij uw niet-aanwezigheid als een opzegging van de arbeidsovereenkomst uwerzijds per direct.
2.5
In het onder 2.3 genoemde appsysteem vindt op 8 mei 201 voor zover nu van belang het volgende gesprek plaats tussen Flexworld en [verzoekster], opnieuw vertaald vanuit het Pools:
Flexworld (10.22 uur)
Wegens ongewettigde afwezigheden op het werk hebben we besloten om uw samenwerking per direct te beëindigen. Tot einde week verzoeken van u huisvesting te verlaten.
[verzoekster] (10.26 uur)
Verlofaanvraag is ingediend en als je kunt lezen ik heb 72 uur om mijn huisvesting te verlaten.
[verzoekster] (10.27 uur)
Iedereen kan alleen ik niet.
2.6
Flexworld schrijft op 10 mei 2021 aan [verzoekster]:
Wij hebben u 06-5-2021 een brief gestuurd omdat u niet verschenen bent bij onze inlener om arbeid te verrichten op dd 06-05-2021.
Wij hebben u toen gevraagd zich binnen 3 dagen in persoon bij ons te melden, u hebt dit niet gedaan.
Daarom gaan wij er zoals in de voorgaande brief aangegeven van uit dat u de arbeidsovereenkomst beëindigt per vandaag en zullen wij daar naar handelen. Wij beschouwen uw niet-aanwezigheid dus als een opzegging van de arbeidsovereenkomst uwerzijds per vandaag (en voor zover vereist als aanvaarding van ons aanbod om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen per vandaag en subsidiair voor zover vereist dient u deze brief te beschouwen als een opzegging van de arbeidsovereenkomst onzerzijds per vandaag op grond van uw niet-aanwezigheid).
2.7
De onder 2.2 genoemde personeelsgids bepaalt in artikel 16:
Artikel 16. Gedragsregels
1. De uitzendkracht dient te voorkomen dat hij in een situatie terechtkomt waarin zijn belangen tegenstrijdig zijn aan die van de uitzendonderneming.
(…)
4. Het is de uitzendkracht verboden om:
(…)
d. zonder toestemming in werktijd werk te verrichten en/of gebruik te maken van
materialen, computers, printers, gereedschappen, etc., die eigendom zijn van de
uitzendonderneming of Opdrachtgever ten behoeve van zichzelf of derden;
(…)
5. Indien de uitzendkracht een verplichting in een van de voorgaande leden overtreedt, moet de uitzendkracht aan de uitzendonderneming een boete betalen. De bestemming van de boete is een charitatief doel. Indien de uitzendkracht meer verdient dat het wettelijke minimumloon, strekt de boete tot persoonlijk voordeel van de uitzendonderneming. De boete is per overtreding gelijk aan het bedrag van het in geld vastgesteld brutoloon van de uitzendkracht voor een halve dag. Indien de uitzendkracht meer verdient dan het wettelijk minimumloon, wordt een boete opgelegd van € 7.500,00. Er wordt ten aanzien van de uitzendkracht die meer verdient dan het wettelijk minimumloon derhalve expliciet afgeweken van artikel 7:650 lid 3 tot en met 5 BW. De boete is onmiddellijk opeisbaar zonder dat daarvoor een ingebrekestelling of andere voorafgaande verklaring in de zin van artikel 6:80 e.v BW nodig is. De boete is opeisbaar onverminderd de overige rechten van de uitzendonderneming op grond van de wet of de Uitzendovereenkomst, waaronder in ieder geval begrepen het recht op nakoming van de Uitzendovereenkomst en het recht om in plaats van de boete schadevergoeding op grond van de wet te vorderen.

3..Het geschil

3.1
[verzoekster] verzoekt:
primairde opzegging van de arbeidsovereenkomst door Flexworld te vernietigen;
subsidiairFlexworld te veroordelen tot:
1. het betalen van de gefixeerde schadevergoeding;
2. het betalen van een billijke vergoeding van € 5.000,00;
3. het betalen van de transitievergoeding;
4. het verstrekken van een bruto/netto-specificatie;
5. het betalen van rente.
3.2
Flexworld verzoekt [verzoekster] te veroordelen tot betaling van een boete van € 7.500,00, zoals bedoeld in artikel 16 van de personeelsgids (zie 2.7).
3.3
[verzoekster] en Flexworld voeren verweer tegen elkaars verzoeken. Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee [verzoekster] en Flexworld de verzoeken en het verweer daartegen onderbouwen.

4..De beoordeling

niet-ontvankelijk
4.1
[verzoekster] is op 8 mei 2021 door Flexworld op staande voet ontslagen. Dit staat in het onder 2.5 geciteerde appgesprek. [verzoekster] kan de kantonrechter vragen het ontslag op staande voet te vernietigen, zoals zij in deze zaak doet. Zij heeft hiervoor twee maanden de tijd, te rekenen vanaf de dag nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 9 mei 2021. Deze termijn van twee maanden eindigt dan op 8 juli 2021. Het verzoekschrift is echter ingediend op 9 juli 2021, dus een dag te laat. [verzoekster] moet met andere woorden niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
4.2
[verzoekster] pleit ervoor 10 mei 2021 te zien als de dag waarop zij op staande voet is ontslagen. Flexworld heeft haar op die dag immers ook een brief gestuurd (zie 2.6). De kantonrechter gaat hier echter niet in mee. De brief van 10 mei 2021 is in principe onnodig gestuurd. De arbeidsovereenkomst bestond immers sinds 8 mei 2021 niet meer.
ontslag op staande voet
4.3
Zou [verzoekster] wel ontvankelijk zijn geweest in haar verzoek, dan had de kantonrechter geoordeeld dat Flexworld haar terecht op staande voet ontslagen heeft. Vernietiging van dat ontslag op staande voet (en voor toewijzing van de vergoedingen die [verzoekster] vraagt) was daarom niet aan de orde geweest.
4.4
[verzoekster] heeft in de vroege morgen van 6 mei 2021 vrij gevraagd voor die en voor de volgende dag, naar eigen zeggen om persoonlijke zaken te regelen. Flexworld deelde haar mee zonder overleg met de opdrachtgever geen toestemming te kunnen verlenen voor het verlof. [verzoekster] is niettemin die dag (en de volgende dag) niet op haar werk verschenen. Zij voert weliswaar aan dat zij in de middag van 6 mei 2021 mondeling toestemming voor verlof heeft gekregen van coördinator [naam], maar Flexworld betwist dit. Een verklaring van [naam] waarin hij bevestigt [verzoekster] toestemming gegeven te hebben voor het verlof is niet in het geding gebracht. [verzoekster] is op dezelfde dag (zie 2.4) gevraagd binnen drie dagen contact op te nemen met Flexworld maar dit heeft zij niet gedaan. Van Flexworld kan redelijkerwijs niet gevergd worden een arbeidsovereenkomst te laten voortduren met een werknemer die zonder toestemming niet op haar werk verschijnt en die vervolgens ook niet ingaat op het redelijke verzoek binnen drie dagen contact op te nemen. Voor Flexworld restte op 8 mei 2021 dan ook niets anders dan [verzoekster] op staande voet te ontslaan.
4.5
De regels rond opnemen van verlof gelden uiteraard niet als zwaarwegende persoonlijke belangen van in dit geval [verzoekster] dat in de weg staan. In een noodsituatie moet zij verlof op kunnen nemen. [verzoekster] lijkt te stellen dat van een noodsituatie inderdaad sprake was op 6 en 7 mei 2021, maar wat er concreet aan de hand was heeft zij niet uitgelegd. Zij heeft dit rond het ontslag op staande voet niet tegen Flexworld gezegd en tijdens de mondelinge behandeling is ook niet naar voren gekomen waarom zij op 6 en 7 mei 2021 dringend vrij moest nemen. Het enige wat [verzoekster] in dit verband gezegd heeft is dat haar zoon op 6 mei 2021 belde met de mededeling dat hij problemen had met de auto. Zonder nadere uitleg, die [verzoekster] dus niet gegeven heeft, kan de kantonrechter in problemen met een auto geen noodsituatie zien. Wat hier echter ook van zij, dat [verzoekster] een dringende reden had om vrij te nemen, lijkt niet te stroken met het feit dat [verzoekster] tijdens haar ongeoorloofde verlof op 6 mei 2021 (volgens Flexworld) dan wel op 7 mei 2021 (naar eigen zeggen) wel aan het werk is gezien in een supermarkt in Hoek van Holland. De vraag komt op waarom [verzoekster] wel in een supermarkt kon werken, maar niet in de kwekerij waar zij die dag (de 6e dan wel de 7e) voor Flexworld geacht werd te werken. [verzoekster] geeft ook daar geen verklaring voor.
boete
4.6
De boete van € 7.500,00 die Flexworld vordert is niet toewijsbaar. Flexworld legt niet uitgebreid uit wat zij [verzoekster] nu precies verwijt, maar de kantonrechter gaat ervan uit dat zij doelt op de aanwezigheid van [verzoekster] in de supermarkt in Hoek van Holland op 6 of 7 mei 2021, terwijl zij werd geacht voor Flexworld bij de kwekerij te werken. Een redelijke uitleg van het ‘zonder toestemming in werktijd werk verrichten’ (zie 2.7) brengt echter mee dat wordt bedoeld dat [verzoekster] zich
tijdenshaar aanwezigheid in de kwekerij niet bezig mag houden met andere werkzaamheden. Hoewel ongeoorloofd en daarom op staande voet ontslagen, op 6 en 7 mei 2021 was [verzoekster] niet aanwezig in de kwekerij en kon zij deze bepaling in de gedragsregels dus niet overtreden.
kosten van de procedure
4.7
De boete die Flexworld vordert is weliswaar niet toewijsbaar, maar het gaat in deze zaak uiteindelijk om vernietiging van het ontslag op staande voet. [verzoekster] wordt in dat verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Zij moet daarom als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd en [verzoekster] wordt daarom veroordeeld in de kosten van de procedure. Wat de hoogte van het salaris van de gemachtigde van Flexworld betreft sluit de kantonrechter aan bij het tarief voor een eenvoudig kort geding, namelijk € 498,00.
uitvoerbaar bij voorraad
4.8
Deze beschikking wordt zoals Flexworld verzoekt wat de proceskostenveroordeling betreft ‘uitvoerbaar bij voorraad’ verklaard. Dit betekent dat als in hoger beroep wordt gegaan tegen deze beschikking, [verzoekster] in de tussentijd wel alvast aan die veroordeling moet voldoen.

5..De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoeken;
- wijst het verzoek van Flexworld af;
- veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de kant van Flexworld vastgesteld op € 498,00 aan salaris voor haar gemachtigde;
- verklaart deze beschikking wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting. 686