ECLI:NL:RBROT:2021:9720

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
9001594
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid huurder voor schade aan huurauto en bewijsvoering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Europcar Autoverhuur B.V. en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de huurder voor schade aan een huurauto, een Toyota, die hij tussen 14 en 16 augustus 2021 had gehuurd. Op 15 augustus 2019 is er schade aan de auto ontstaan, en Europcar heeft de schade gemeld bij haar verzekeringsmaatschappij, Achmea. Achmea heeft een toedrachtonderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat de gegevens van de Event Data Recorder (EDR) van de Toyota niet overeenkwamen met de verklaringen van de betrokkenen. De EDR registreerde dat de Toyota stil stond ten tijde van de aanrijding, wat vragen opriep over de toedracht van de schade.

Europcar vorderde betaling van de schadevergoeding van [gedaagde], die de aansprakelijkheid betwistte. De kantonrechter oordeelde dat Europcar voorshands voldoende bewijs had geleverd dat [gedaagde] zich niet als goed huurder had gedragen, zoals vereist in de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst. De kantonrechter gaf [gedaagde] de gelegenheid om tegenbewijs te leveren tegen deze stelling. De beslissing omvatte ook richtlijnen voor het indienen van bewijsstukken en het oproepen van getuigen. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de kantonrechter de mogelijkheid voor [gedaagde] openhield om zijn verweer te onderbouwen met bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9001594 CV EXPL 21-4519
uitspraak: 22 oktober 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Europcar Autoverhuur B.V.,
gevestigd te Den Haag,
eiseres,
gemachtigde: De Schout Gerechtsdeurwaarders te Hilversum,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: mr. R. Scheltes te Rotterdam.
Partijen worden hierna ‘Europcar’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de dagvaarding met producties van 22 januari 2021;
  • de conclusie van antwoord van 30 maart 2021;
  • het tussenvonnis van 12 april 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de brief met aanvullende producties van Europcar van 29 juli 2021;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 24 september 2021.

2..De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
2.1
[gedaagde] heeft tussen 14 en 16 augustus 2021 van Europcar een auto (een Toyota) gehuurd. De algemene voorwaarden die op de huurovereenkomst van toepassing zijn bepalen, voor zover nu van belang:
Artikel 8 – Verplichtingen huurder
1. Onverminderd het onderstaande dient huurder met het voertuig om te gaan zoals een goed huurder betaamt en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt. Zo is het huurder verboden het voertuig te gebruiken op een circuit dan wel op een terrein waarvoor het voertuig niet geschikt is of op een terrein waarvan huurder of bestuurder te kennen is gegeven dat betreding daarvan op eigen risico is.
(…)
Artikel 11 – Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Huurder is in geval van schade van de verhuurder per schadegeval aansprakelijk tot het op het huurcontract vermelde eigen risico. Voor voertuigen tot 3500 kilogram geldt in geval van bovenhoofdse schade een eigen risico dat maximaal € 1500,- bedraagt en voor andere schadegevallen maximaal € 1000,-.
2. Indien de schade evenwel is ontstaan ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 8, is huurder volledig aansprakelijk voor schade van de verhuurder, tenzij hij bewijst dat dit handelen of nalaten hem niet toerekenbaar is of volledige vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
2.2
Op 15 augustus 2019, dus in de tijd dat [gedaagde] de Toyota huurde van Europcar, is schade aan de auto ontstaan.
2.3
Europcar heeft de schade aan de Toyota gemeld bij haar verzekeringsmaatschappij. Achmea heeft een toedrachtonderzoek gedaan. In het daarvan opgemaakt rapport van 1 november 2019 staat, voor zover nu van belang:

1..Aanleiding onderzoek

Volgens opgave van betrokkenen [naam] en [gedaagde] heeft er op 15 augustus 2019 een aanrijding plaatsgevonden, waarbij de VW en de Toyota betrokken waren. De Toyota betreft een huurauto van Europcar.
Door u werd ondergetekende ingeschakeld om bij de Toyota de EDR uit te lezen. De EDR bevindingen zouden niet overeen komen met de opgegeven toedrachtverklaring van de betrokkenen.
Daarop besloot u een onderzoek in te stellen naar de toedracht van de schade en/of de juistheid van de schadeclaim.

2..Samenvatting

Uit het ingestelde onderzoek is vast komen te staan, dat hetgeen is verklaard door betrokkenen [naam] en [gedaagde] niet overeenkomst met de gegevens die zijn opgehaald uit de EDR van de Toyota.

4..Technisch onderzoek

(…)
Event Data Recorder (EDR):
Verschillende autofabrikanten voorzien hun personenauto’s van een zogenaamde Event Data Recorder (EDR). De Event Data Recorder is te zien als een soort van “blackbox”, maar betreft geen apart onderdeel zoals bekend uit de luchtvaart. De Event Data Recorder registreert kort vóór en tijdens een event ongeval gerelateerde omstandigheden en parameterwaarden, zoals voertuigsnelheid, remlichtschakelaar (wel/niet bediend), snelheidsverandering (zogenaamde delta v) etc. De Event Data Recorder wordt getriggerd bij een zogenaamd deployment event. Dit betreft een evenement waarbij de passieve veiligheidssystemen (gordelspanner(s) en airbag(s)) worden geactiveerd. De Event Data Recorder kan ook bij een zogenaamd non-deployment event worden getriggerd. Een non-deployment event wordt bij het overschrijden van een bepaalde snelheidsverandering (drempelwaarde) in de botsing geregistreerd.
(…)
Op 27 augustus 2019 heb ik van de Toyota Aygo, [kentekennummer], de EDR uitgelezen. Hieruit zijn de volgende gegevens gelezen, welke geregistreerd staan in deze Toyota en die geregistreerd zijn als gevolg van deze aanrijding. Dit was ook de enige registratie die in deze Toyota stond.
De volgende voor deze aanrijding relevante gegevens stonden geregistreerd:
- Van 4,75 seconde voor de botsing tot en met de botsing bedroeg de snelheid van de Toyota 0 km/u.
- Van 4,75 seconde voor de botsing tot en met de botsing bedroeg het toerental van de motor 0 RPM (= toeren per minuut).
- Van 4,75 seconde voor de botsing tot en met de botsing is het rempedaal niet gebruikt. Dit wordt nogmaals bevestigd doordat in diezelfde periode de rem druk 0 Mpa (= 1 Megapascal = 10 bar druk) bedroeg.
- Van 4,75 seconde voor de botsing tot en met de botsing bedroeg de stuuruitslag naar zowel links als rechts 0.
(…)
Hieruit kan worden geconcludeerd dat ongeveer 5 seconden voor de aanrijding tot het moment van de aanrijding de motor van de Toyota niet in werking was, dat de Toyota geen snelheid had in die periode en dat zowel het rempedaal als het stuur van deze Toyota niet bediend werd.

6..Onderzoeksbevindingen

Na onderzoek is het volgende gebleken:
(…)
• Op 15 augustus 2019 ontstaat volgens partijen de aanrijding tussen de VW en de Toyota.
• Op 20 augustus 2019 wordt expertise verricht aan de VW.
• Op de foto’s die hierbij zijn gemaakt is te zien dat er zich een houten tak tussen bumper en linker voorscherm bevindt.
• Op 27 augustus 2019 onderzocht ik de Toyota en stelde ik sporen veilig.
• Op 27 augustus 2019 las ik van de Toyota de EDR uit.
• Daaruit bleek dat de Toyota stil had gestaan ten tijde van de opgegeven aanrijding.
• Daaruit bleek dat de motor van de Toyota niet draaide ten tijde van deze aanrijding.
• Daaruit bleek dat er in zijn geheel niet geremd of gestuurd is.
• Op 28 augustus 2019 onderzocht ik de VW en stelde ik sporen veilig.
• Ik stelde vast dat de motor van de VW onregelmatig liep en dat de motor niet op alle cilinders draaide.
• Op 10 september 2019 worden de Spurfix monsters onderzocht door Meer Onderzoek.
• Meer Onderzoek stelt vast dat er op de monsters die links van de VW zijn afgenomen, organisch en steenachtig materiaal wordt aangetroffen.
• Op 25 september 2019 neem ik van tegenpartij [naam] een verklaring op.
• Hij verklaarde dat zijn VW voor de botsing schadevrij was en technisch in goede staat was.
• Hij verklaarde dat hij van links wel een licht aan zag komen, maar ging ervan uit dat die persoon zou stoppen omdat hij voorrang had.
• Hij verklaarde dat hij, behalve de Toyota, niets anders had geraakt.
• Op 27 september 2019 neem ik van bestuurder huurauto [gedaagde] een verklaring op.
• Hij verklaarde dat hij met een snelheid van ongeveer 10 km/u aan kwam rijden en de VW, die voor hem van rechts kwam, over het hoofd had gezien.
• Hij verklaarde dat hij niet meer wist of hij geremd had.
• Hij verklaarde dat hij, behalve de VW, ook nog licht met de voorkant van de Toyota een groen paaltje had geraakt, maar dat er als gevolg daarvan geen schade was aan de voorkant.
• Ik deed onderzoek op de schadelocatie en constateerde dat er op die kruising, dan wel in de directe omgeving daarvan geen bosschages aanwezig zijn.
2.4
De verzekeringsmaatschappij heeft de schade niet aan Europcar betaald.
2.5
Europcar schrijft op 30 december 2019 aan [gedaagde]:
Zoals u weet is er met onze auto tijdens uw huurperiode een aanrijding geweest met een ander voertuig.
Na aanlevering van het schadeformulier is er door de verzekeraars onderzoek gedaan naar deze aanrijding en bepaald dat er een onware opgave is gedaan door u. U hebt zich dan ook niet aan onze huurvoorwaarden gehouden en bent niet zorgvuldig met onze auto omgegaan.
Om deze redenen stellen we u aansprakelijk voor de totale geleden schade aan onze auto.
De factuur hiervoor zult u spoedig ontvangen.
2.6
Europcar heeft bij factuur van 31 januari 2020 € 5.855,80 bij [gedaagde] in rekening gebracht.

3..Het geschil

3.1
Europcar vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de onder 2.6 genoemde factuur van 31 januari 2020 van € 5.855,80, met rente, tot en met 12 januari 2021 een bedrag van
€ 106,85, en € 667,79 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2
[gedaagde] voert verweer tegen de vordering.
3.3
Voor zover voor de beoordeling van belang, wordt hierna ingegaan op de stellingen waarmee Europcar en [gedaagde] de vordering en het verweer daartegen onderbouwen.

4..De beoordeling

4.1
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] zich, zoals artikel 8 lid 1 van de algemene voorwaarden die op de huurovereenkomst van toepassing zijn voorschrijft, wat de Toyota die hij van Europcar heeft gehuurd betreft, als goed huurder heeft gedragen. Als dit zo is, is de vordering van Europcar niet toewijsbaar. Is dit niet zo, dan moet [gedaagde] de schade die Europcar daardoor lijdt vergoeden (artikel 11 lid 2 algemene voorwaarden). Het eigen risico van maximaal € 1.000,00 uit artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden dat door [gedaagde] wordt aangehaald geldt alleen bij ‘gewone’ schade, dus schade die niet het gevolg is van handelen of nalaten in strijd met artikel 8 van de algemene voorwaarden.
4.2
Europcar stelt dat [gedaagde] zich niet als goed huurder gedragen heeft. [gedaagde] betwist dit. Het is daarom aan Europcar om haar stelling te bewijzen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat Europcar dit al heeft gedaan en wel om het volgende.
4.3
[gedaagde] betwist niet dat een Event Data Recorder (EDR) betrouwbaar is. Hij brengt in ieder geval niets naar voren waaruit afgeleid kan worden dat het uitlezen van een EDR (geregeld) tot onbetrouwbare resultaten leidt. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat de gegevens die de deskundige van Achmea uit de EDR heeft gehaald, zoals opgenomen in het deskundigenrapport van 1 november 2019 (zie 2.3), kloppen.
4.4
In de EDR van de Toyota die [gedaagde] huurde van Europcar staat dat de Toyota tot 4,75 seconden voor de aanrijding stilstond, zonder draaiende motor en zonder het stuur en de rem te gebruiken. De kantonrechter begrijpt dat dit bij de verzekeringsmaatschappij de vraag oproept wat er nu precies is gebeurd. Het lijkt niet lang, 4,75 seconden, maar het is wel lang om (minstens) 4,75 seconden stil te staan op een kruising om vervolgens nog aangereden te worden (want bij een lage snelheid is een kleine vijf seconden voor een andere auto lang genoeg om te remmen). De vraag komt dan ook op: is de Toyota wel aangereden op de plek waar [gedaagde] zegt dat dit is gebeurd? En zo ja, waarom stond [gedaagde] op het moment van de aanrijding dan al (minstens) 4,75 seconden stil? En zo nee, wat is er dan gebeurd? [gedaagde] verklaart dat de politie en de ambulance ter plaatse zijn geweest. Als dit zo is, is dat in ieder geval een aanwijzing dat er op de plek en op het tijdstip waarop de aanrijding volgens [gedaagde] plaatsvond iets is voorgevallen. Dat de politie en de ambulance ter plaatse zijn geweest wordt echter niet met stukken onderbouwd. [gedaagde] is uitgenodigd om op 24 september 2021 met de kantonrechter over de kwestie te praten, maar op het laatste moment bleek [gedaagde] verhinderd. Hij heeft niet om uitstel gevraagd. De kantonrechter heeft het verhaal van [gedaagde] dus niet uit zijn mond kunnen horen.
4.5
Er zit een verschil tussen wat de EDR aangeeft en wat [gedaagde] verklaart. Uit het rapport van 1 november 2019 kan de conclusie getrokken worden dat de schade aan de Toyota niet kan zijn ontstaan zoals [gedaagde] zegt dat deze is ontstaan. [gedaagde] moet dus in strijd met de waarheid verklaard hebben. Daardoor heeft hij zich niet als goed huurder gedragen. Dat staat naar het oordeel van de kantonrechter voorshands vast. [gedaagde] wordt in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. Hij hoeft geen bewijs van het tegendeel te leveren. Voldoende is dat, onderbouwd, feiten en omstandigheden naar voren worden gebracht waaruit geconcludeerd kan worden dat de stelling van Europcar niet waar kan zijn.

5..De beslissing

De kantonrechter:
- laat [gedaagde] toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands voor waar aangenomen stelling van Europcar dat hij zich wat de door hem van Europcar gehuurde Toyota niet als goed huurder gedragen heeft;
- bepaalt dat [gedaagde] zich op de rolzitting van
dinsdag 16 november 2021bij akte uit moet laten over de vraag of, en zo ja hoe, hij tegenbewijs wil leveren, waarbij wordt opgemerkt dat de akte uiterlijk de dag voor de genoemde rolzitting om 12.00 uur door de rechtbank ontvangen moet zijn;
- bepaalt dat als [gedaagde] tegenbewijs wil leveren door schriftelijke bewijsstukken, hij deze stukken meteen met zijn akte in het geding moet brengen;
- bepaalt dat als [gedaagde] getuigen wil laten horen, hij in zijn akte opgave moet doen van de naam en woonplaats van de te horen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokken voor de komende vier maanden, waarbij wordt opgemerkt dat [gedaagde] te zijner tijd zelf moet zorgen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;
- bepaalt dat een getuigenverhoor wordt gehouden in het gerechtsgebouw op Wilhelminaplein 100 in Rotterdam, ten overstaan van de kantonrechter die dit vonnis wijst;
- houdt iedere verdere beslissing in dit stadium van de procedure aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686