3.1[verzoeker] verzoekt:
(1) voor recht te verklaren dat het tussentijds opzegbeding van artikel 14g van
de arbeidsovereenkomst nietig is dan wel dit beding te vernietigen;
(2) RET te veroordelen tot betaling van een vergoeding op grond van artikel
7:677 lid 4 BW van € 26.038,98 bruto;
(3) RET te veroordelen tot betaling van een vergoeding op grond van artikel
7:677 lid 4 BW van € 26.038,98 bruto;
(4) voor recht te verklaren dat RET de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in
strijd met wat artikel 7:671 lid 1 BW bepaalt;
(5) RET te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 38.591,64
bruto;
(6) RET te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding van € 344,35
bruto;
(7) RET te veroordelen tot betaling van een eenmalige uitkering van € 200,00
netto en € 200,00 bruto;
(8) voor recht te verklaren dat RET de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in
strijd met wat artikel 7:671 lid 1 BW bepaalt;
(9) de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen;
(10) voor recht te verklaren dat [verzoeker] vanaf 1 mei 2021 tot het moment
waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig beëindigd zou zijn recht heeft
op doorbetaling van zijn loon;
(11) RET te veroordelen tot betaling van achterstallig loon;
(12) RET te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging over het
achterstallig loon;
(13) RET te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het achterstallig
loon en de wettelijke verhoging;
primair, subsidiair en meer subsidiair
(14) RET te veroordelen tot het verstrekken van een deugdelijke specificatie van
de bedragen die zij op grond van deze beschikking aan hem moet betalen,
op straffe van een dwangsom van € 300,00 per dag voor iedere dag dat RET
dit niet doet, met een maximum van € 50.000,00;
(15) RET te veroordelen in de kosten van de procedure.