In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 16 september 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een omgebouwd alarmrevolver met bijbehorende munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 mei 2021 in Rotterdam een vuurwapen, te weten een revolver van het merk/type BBM, model Olympic 38, kaliber .22lr, en vier kogelpatronen van kaliber .22lr voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend, en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, besloten om af te zien van een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte is jong, heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en heeft zijn leven redelijk op orde. De rechtbank heeft daarom een gevangenisstraf opgelegd die gelijk is aan de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht, met een groot deel voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de ernst van het feit meegewogen, evenals de maatschappelijke impact van vuurwapengeweld. De verdachte heeft spijt van zijn daden en was in de veronderstelling dat het wapen een alarmpistool was. De rechtbank heeft besloten dat een deels voorwaardelijke straf met een proeftijd van twee jaar passend is, om de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De beslissing is genomen in het belang van de verdachte, die zijn opleiding niet wil onderbreken door een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.