Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure in de hoofdzaak, het incident en de provisionele vordering
- het vonnis van 10 april 2019 in een aantal andere incidenten dan het onderhavige incident en de daaraan ten grondslag liggende processtukken en het herstelvonnis van 22 mei 2019;
- de brieven van 28 augustus 2019 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie van partijen;
- de brieven van 24 maart 2020 waarin de rechtbank meedeelt dat de zitting die was gepland op 9 april 2020 vanwege de Covid 19-pandemie geen doorgang kan vinden en dat is besloten om een nadere schriftelijke ronde toe te staan;
- de conclusie van repliek, tevens houdende wijziging van eis in conventie, antwoord in reconventie, met producties 46 tot en met 77;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie, tevens akte vermeerdering van eis in reconventie, met producties 19 tot en met 41;
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens verweer tegen akte vermeerdering van eis, met producties 78 tot en met 83;
- de zittingsagenda van 23 april 2021;
- de brief van 4 mei 2021 van Boskalis, met producties 84 tot en met 88;
- de akte overlegging producties 42 t/m 46 tevens wijziging eis (provisionele vordering);
- de brief van 19 mei 2021 van het Waterschap, met productie 47;
- de pleitnota van het Waterschap, met daarin ook stellingen in verband met de provisionele vordering;
- de spreekaantekeningen van Boskalis, met daarin ook het verweer van Boskalis op de provisionele vordering;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 20 mei 2021, waarin ook is opgenomen wat ten aanzien van de provisionele vordering aan de orde is gekomen tijdens de mondelinge behandeling;
- de brief van 7 juli 2021 van Boskalis, met opmerkingen op het proces-verbaal, ook ten aanzien van de provisionele vordering;
- de brief van 8 juli 2021 van het Waterschap, met opmerkingen op het proces-verbaal, ook ten aanzien van de provisionele vordering.
2..De provisionele vordering en het verweer daartegen
3..De beoordeling van de provisionele / incidentele vordering
“Het waterschap betrekt alleen de vooraf bij het bevoegd gezag aangemelde hoeveelheden (die op alle werken ruim worden aangemeld om flexibiliteit te behouden in de grondstromen), maar slaat geen acht op de achteraf aan het bevoegd gezag gemelde werkelijk toegepaste hoeveelheden; (...) Alle meldingen zijn ingediend en verstrekt. Ook de werkelijke hoeveelheden zijn achteraf aangeleverd aan het bevoegd gezag, zoals op voorhand was afgesproken. OG pakt nu enkel de voormelding, wat onjuist is.”Hieruit maakt het Waterschap op dat Boskalis niet alleen meldingen heeft gedaan bij OZHZ voorafgaand aan grondverwerking, maar dat Boskalis ook nadien aan OZHZ heeft gemeld wat de daadwerkelijk toegepaste hoeveelheden zijn geweest.
“hard copy”aan het Waterschap verstrekt, te weten de delen 098, 099 en 119, en kan Den Hartog dat verklaren. De afmeldingen waar het Waterschap het nu over heeft worden bovendien niet genoemd in de uitvoerige brief van (de advocaat van) het Waterschap aan (de voormalige advocaat van) Boskalis van 3 oktober 2019 (productie 79 Boskalis), waarop mr. ‘t Hart uitvoerig heeft gereageerd (productie 80 Boskalis). Het Waterschap heeft vervolgens niets meer van zich laten horen. Voorts bestaat er volgens Boskalis geen andere overeenkomst tussen Boskalis en Boskalis Environmental dan de raamovereenkomst die Boskalis Environmental in het geding heeft gebracht (productie 1 Boskalis Environmental). De uitwerking van die overeenkomst geschiedt telefonisch.
hard copy”heeft afgegeven, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat Boskalis alsnog tot afgifte van deze stukken moet worden gedwongen. Voor wat betreft de gevorderde overeenkomst geldt dat het Waterschap in het licht van de stelling van Boskalis, dat een andere overeenkomst dan de raamovereenkomst tussen Boskalis en Boskalis Environmental niet bestaat, onvoldoende heeft aangevoerd voor het oordeel dat een dergelijke overeenkomst wel bestaat. Dat het destijds zou gaan om twee zuster-vennootschappen met gescheiden administraties, zoals aangevoerd door het Waterschap, is daartoe niet voldoende.