ECLI:NL:RBROT:2021:9639

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
ROT 20/4522 en ROT 20/4523
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake geluidsnormen en last onder dwangsom

Op 21 september 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken ROT 20/4522 en ROT 20/4523. Eiseres, die niet is verschenen, had beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Maassluis. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A. Bagcivan en enkele deskundigen, had eerder een last onder dwangsom opgelegd wegens overschrijding van geluidsnormen en later maatwerkvoorschriften vastgesteld. Eiseres betwistte de aanname dat haar café aanpandig was, wat volgens haar leidde tot onjuiste geluidsnormen. De rechtbank concludeerde echter dat, ongeacht de status van het pand, eiseres ook de geluidsnormen voor een vrijstaand pand had overschreden. Hierdoor had eiseres geen procesbelang bij haar beroepen, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de beroepen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 20/4522 en ROT 20/4523
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 september 2021 in de zaken tussen

[naam eiseres] h.o.d.n. [handelsnaam], te [plaatsnaam], eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van Maassluis, verweerder,

gemachtigde: mr. A. Bagcivan.

Procesverloop

Eiseres is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door [naam 1] (jurist), [naam 2] (toezichthouder), [naam 3] (toezichthouder) en [naam 4] (geluidsspecialist).
Na sluiting van het onderzoek ter zitting op 21 september 2021 heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1.1.
Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft verweerder eiseres een last onder dwangsom opgelegd omdat volgens hem aannemelijk was dat de toepasselijke geluidsnormen werden overschreden (ROT 20/4523). Bij besluit van 22 januari 2020 heeft verweerder de last onder dwangsom ingetrokken.
1.2.
Na akoestisch onderzoek heeft verweerder bij besluit van 12 maart 2020 maatwerkvoorschriften met betrekking tot geluid gesteld (ROT 20/4522).
2. Als enige beroepsgrond heeft eiseres aangevoerd dat verweerder er ten onrechte van uit is gegaan dat het café dat zij exploiteert aanpandig is. Volgens eiseres gaat het om een vrijstaand pand. Hieruit volgt dat verweerder de onjuiste geluidsnormen heeft gehanteerd en dus niet bevoegd was een last onder dwangsom op te leggen of maatwerkvoorschriften te stellen, aldus eiseres.
3. Op grond van de stukken en de toelichting die verweerder ter zitting heeft gegeven stelt de rechtbank vast dat (aannemelijk was dat) eiseres ook de geluidsnormen voor een vrijstaand pand heeft overschreden en dat verweerder gelijkluidende besluiten zou hebben genomen als het café als vrijstaand pand had moeten worden aangemerkt. Dit betekent dat de beroepsgrond van eiseres dat het café niet als een aanpandig maar als een vrijstaand pand had moeten worden beschouwd geen bespreking behoeft en eiseres om die reden geen belang heeft bij een beoordeling van haar beroepen. Vanwege het ontbreken van procesbelang zijn de beroepen daarom niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. de Gans, rechter, in aanwezigheid van mr. H.L. de Vries, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 september 2021.
De rechter en de griffier zijn verhinderd het proces-verbaal te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.