Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf voor de duur van 120 uur, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
1 april 2019tot en met 10 december 2019 te [plaatsnaam] , heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte en [naam medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 11 derde en vijfde lid Opiumwet, te weten namelijk het (in de uitoefening van een bedrijf of beroep) opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van (grote) hoeveelheden hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
1 april 2019tot en met 10 december 2019 te [plaatsnaam] , , tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt , een hoeveelheid van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
76 (zesenzeventig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 jaar;