Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
1 april 2019tot en met 10 december 2019 te [plaatsnaam], heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van hem, verdachte en [naam medeverdachte] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als
van deOpiumwet, te weten namelijk het (in de uitoefening van een bedrijf of beroep) opzettelijk verkopen en/of afleveren
1 april 2019tot en met 10 december 2019 te [plaatsnaam], tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 210 (tweehonderd tien) dagen;
104 (honderd vier) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd,die wordt gesteld op
2 jaar;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: de personenauto die op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst is genummerd 2;