ECLI:NL:RBROT:2021:9585

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/624423 / FA RK 21-6463
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 7 september 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 augustus 2021 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en een middel gerelateerde verslavingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot risico's voor haar eigen veiligheid en die van anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 september 2021 is betrokkene gehoord, samen met haar advocaat en een verpleegkundige van Antes. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te verwijzen naar eerdere ervaringen met betrokkene, waarbij zij vaak terugviel in problematisch gedrag na terugkeer in de thuissituatie. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie voor maximaal twee maanden, en heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en controles op gedrag-beïnvloedende middelen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter F.J. Koningsveld en is op 16 september 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/624423 / FA RK 21-6463
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 7 september 2021 betreffende een zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende aan [adres betrokkene],
verblijvende in Antes, [verblijfadres betrokkene],
advocaat mr. L.M. Deiman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 25 augustus 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 16 augustus 2021;
  • een niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 22 juli 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politie,- strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 september 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 29 april 2021 is op grond van artikel 6:4 Wvggz een zorgmachtiging verleend tot en met 29 oktober 2021. Tijdig, te weten 25 augustus 2021 is onderhavig verzoek ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en een middel gerelateerde verslavingsstoornis.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is al geruime tijd bekend met problematiek ten gevolge van excessief alcoholgebruik. De behandelaar geeft aan dat het een jaar lang redelijk goed is gegaan met betrokkene maar haar situatie afgelopen half jaar verslechterd is. Betrokkene is niet langer in staat op een adequate manier voor zichzelf te zorgen en onttrekt zich vaak aan zorg. Vlak voor opname is betrokkene in een sterk verwaarloosde staat op straat aangetroffen, waarbij zij veel overlast veroorzaakte door onder andere in tuinen van anderen te plassen en op haar eigen dak te klimmen. In het verleden is betrokkene meerdere keren in een verwarde toestand naakt aangetroffen op bankjes in de openbare ruimte. Het vermoeden bestaat dat betrokkene zichzelf prostitueert. De behandelaar verklaart dat het inmiddels beter gaat met betrokkene en minder de neiging heeft om alcohol te gebruiken gedurende haar verblijf in de kliniek. Desondanks blijven er zorgen bestaan over betrokkene. Betrokkene blijft haar kamer sterk vervuilen en er is sprake van een incontinentieprobleem. Betrokkene geeft aan het liefste terug te willen naar haar de BW op de Henegouwerlaan. Gelet op de toegenomen zorgzwaarte van betrokkene, is een terugkeer naar de oude BW op korte termijn niet voorzienbaar. De behandelaar verklaart daarentegen wel dat er op korte termijn een gesprek plaatsvindt met andere behandelaren om de terugkeer van betrokkene te bespreken. Het incontinentieprobleem van betrokkene heeft een niet aanwijsbare lichamelijke oorzaak, aldus de behandelaar. Het vermoeden bestaat dat de oorzaak ligt bij een onverwerkt trauma in het verleden. Ter verlichting van de zorgzwaarte zal aankomende periode worden ingezet op een traumaverwerkingsbehandeling, waarvoor betrokkene abstinent van alcohol dient te blijven. Een mogelijke terugkeer van betrokkene naar de BW, hangt samen met een succesvolle behandeling. Gelet op het verleden is het van belang dat betrokkene nog enige tijd opgenomen blijft ter afronding van de voornoemde behandeling alvorens een mogelijke terugkeer naar de BW plaats kan vinden.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig. Betrokkene staat open voor de zorgmachtiging en wil graag weer graag terug naar de beschermde woonvorm op de Henegouwerlaan. Desondanks zijn er in het verleden meerdere niet succesvolle pogingen ondernomen om betrokkene ambulant te behandelen. Betrokkene valt, ondanks gemaakte afspraken, vaak terug in haar excessieve alcoholgebruik bij terugkeer in de thuissituatie en onttrekt zich hierbij vaak aan zorg. Betrokkene heeft moeite met het abstinent blijven van alcohol in de thuissituatie en weigert incontinentiemateriaal te dragen. Een periode van abstinentie is noodzakelijk voor een effectieve behandeling. Daarom is het van essentieel belang dat betrokkene voorlopig in een verplichte setting behandeld wordt.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen (meer in het bijzonder: de controle op alcohol);
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen (meer in het bijzonder: de controle op alcohol);
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen (ten tijde van verblijf buiten een instelling; het toelaten van ambulante behandeling en het nakomen van afspraken met de ambulant behandelaar);
  • opnemen in een accommodatie (zo lang als nodig, zo kort als mogelijk)
Tijdens de mondelinge behandeling verzoekt de advocaat de vorm van verplichte zorg van een opname in een accommodatie, af te wijzen wegens een gebrek aan noodzakelijkheid. Betrokkene zou de traumabehandeling ook in de thuissituatie kunnen ondergaan, aldus de advocaat. De rechtbank gaat niet mee in het verzoek van de advocaat gelet op het feit dat in het verleden is gebleken dat betrokkene bij terugkeer in de thuissituatie vaak terugvalt. Abstinentie van alcohol is een belangrijke voorwaarde voor een effectieve behandeling door de behandelaar. De rechtbank is wel van oordeel dat de opname niet voor de gehele duur van zorgmachtiging moet kunnen worden toegepast. Gelet op de verwachte duur van de traumabehandeling, acht de rechtbank de duur van opname in een accommodatie met een maximum van twee maanden, als het meest passend.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, alsmede het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, onderzoek aan kleding of lichaam, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.7.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 maart 2022.
Deze beschikking is op 7 september 2021 mondeling gegeven door mr. F.J. Koningsveld, rechter, in tegenwoordigheid van J. Otter, griffier, en op 16 september 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.