Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw I.S.K. Van Daele, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door een verzoeker die in financiële problemen verkeert. De verzoeker heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, waarbij hij een percentage van zijn schulden wilde aflossen. De gemeente Rotterdam, als een van de schuldeisers, weigerde echter in te stemmen met deze regeling, met als argument dat zij op grond van artikel 60c van de Participatiewet niet kon instemmen met een regeling die een fraudeschuld betreft.
De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de gemeente Rotterdam, hoewel zij niet verschenen was op de zitting, in redelijkheid niet kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling. De rechtbank overwoog dat de belangen van de verzoeker en de andere schuldeisers die wel instemden met de regeling zwaarder wogen dan de belangen van de gemeente. De rechtbank concludeerde dat de aangeboden regeling het uiterste was wat de verzoeker kon bieden, gezien zijn financiële situatie en de ondersteuning die hij ontving vanuit een WMO-arrangement.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de gemeente Rotterdam bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, en het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis biedt de verzoeker de mogelijkheid om zijn schulden op een gestructureerde manier af te lossen, zonder dat hij in een situatie van faillissement terechtkomt.