Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 28 september 2020;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in (voorwaardelijke) reconventie van 18 november 2020;
- de brief van de zijde van [persoon A] van 4 februari 2021;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van 5 februari 2021;
- het proces-verbaal van de op 19 februari 2021 gehouden mondelinge behandeling;
- de brief van de zijde van [persoon B] van 17 maart 2021;
- het rolbericht van de zijde van [persoon B] van 15 april 2021;
- het rolbericht van de zijde van [persoon B] van 3 mei 2021;
- de brief van de zijde van [persoon A] van 18 mei 2021;
- de brief van de zijde van [persoon B] van 26 mei 2021;
- het e-mailbericht van de zijde van [persoon A] van 27 mei 2021;
- de aantekening dat de mondelinge behandeling is voortgezet op 28 mei 2021;
- het e-mailbericht van de zijde van [persoon B] van 11 juni 2021 en de e-mailberichten van partijen van 15 juni 2021;
- de door partijen overgelegde producties.
2..De feiten
3..Het geschil
In conventie
de datum van inschrijving van de echtscheiding[de rechtbank begrijpt dat bedoeld wordt
de datum indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding], 17 december 2013, wordt gehanteerd als peildatum voor de samenstelling en de omvang van het huwelijksvermogen;
4..De beoordeling
In conventie en in reconventie
‘overzicht betalingen van uw hypotheek’van ABN-AMRO bank d.d. 23 maart 2021 overgelegd. Terzake de hypotheekrenteaftrek heeft [persoon B] bij brief d.d. 17 maart 2021 verklaard dat zij de afgelopen jaren geen aanspraak heeft gemaakt op de fiscale voorziening in de vorm van renteaftrek, maar wel met haar financiële adviseur de afspraak te hebben gemaakt om over de voorgaande jaren alsnog te opteren voor de renteaftrek. Omdat de rechtbank nog steeds niet beschikt over deze informatie, wordt [persoon B] alsnog in de gelegenheid gesteld bij akte een opgave te doen van de renteaftrek.
5..De beslissing
woensdag 8 september 2021voor uitlating door [persoon A] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
bewijsstukkenover wil leggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank -
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam,de namens hem te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden oktober 2021 tot en met januari 2022 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
woensdag 22 september 2021voor het indienen van een akte aan de zijde van [persoon B] zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.11. Hierna zal [persoon A] in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte in te dienen;