4.3.Gelet op de feiten in de nadere stellingname van partijen zoals die enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet zijn weersproken, is de rechtbank van oordeel dat gedurende het huwelijk van partijen eerst Marokkaans huwelijksvermogensrecht toepasselijk was, en vervolgens Nederlands huwelijksvermogensrecht toepasselijk werd, dit op grond van artikel 7 lid 2 sub 3 van het - hier toepasselijke - Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978. Dit oordeel berust op het volgende:
- partijen zijn gehuwd op 28 juli 2010 in Marokko,
- partijen hadden toen allebei de Marokkaanse nationaliteit gemeenschappelijk, er was geen sprake van een dubbele gemeenschappelijke nationaliteit,
- na het huwelijk is de vrouw direct teruggekeerd naar Nederland,
- de man heeft zich (pas) op 11 december 2012 bij de vrouw in Nederland gevoegd,
- dat is meer dan zes maanden na het huwelijk, zodat partijen geen ‘eerste huwelijksdomicilie’ in de zin van voormeld verdrag hadden,
- daarom is vanaf de datum van het huwelijk Marokkaans huwelijksvermogensrecht toepasselijk geworden,
- toen de man zich alsnog bij de vrouw in Nederland vestigde, op 11 december 2012, werd Nederlands huwelijksvermogensrecht toepasselijk.