8.3.Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht.
- Kleding
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 635,75 voor onbruikbaar geraakte kleding. De rechtbank stelt vast dat de schade in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en wijst deze vordering toe, zij het dat de rechtbank het gevorderde bedrag matigt op grond van een hogere afschrijving dan gevorderd. De rechtbank hanteert hiervoor een waarde van 25%, waardoor deze schade wordt vastgesteld op € 476,80.
- Beveiligingscamera
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 99,99 voor het installeren van een beveiligingscamera. De rechtbank kan niet vaststellen dat deze kostenpost in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering.
- Ziekenhuisdaggeldvergoeding
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 651,- wegens een ziekenhuisopname van 21 dagen. De rechtbank stelt vast dat de schade in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en dat het gevorderde bedrag aansluit bij het normbedrag van de Richtlijn ziekenhuis -en revalidatiedaggeldvergoeding (€ 31,- per dag). De rechtbank wijst het gevorderde bedrag dan ook toe.
- Medicatie
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 19,34. De rechtbank stelt vast dat deze kosten in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en wijst deze vordering toe.
- Mantelzorg
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van in totaal € 1.000,- voor door moeder verleende mantelzorg (tegen een tarief van € 10,- per uur). De rechtbank stelt vast dat de schade in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en dat de gevorderde bedragen redelijk zijn en wijst deze vordering toe.
- Reiskosten
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 149,92 (€ 37,60 +
€ 112,32) ten aanzien van eigen reiskosten en reiskosten van bezoek. De rechtbank stelt vast dat deze kosten in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en dat de gevorderde bedragen redelijk zijn en wijst deze vordering toe.
- Parkeerkosten
De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd van € 176,92 (€ 38,12 +
€ 138,80) ten aanzien van eigen parkeerkosten en parkeerkosten van bezoek. De rechtbank stelt vast dat deze kosten in rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit en dat de gevorderde bedragen redelijk zijn en wijst deze vordering toe.
Immateriële schade
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Bij de vaststelling van de hoogte van de immateriële schade heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. De benadeelde is in zijn buik gestoken, ten gevolge waarvan de benadeelde ernstig letsel heeft gekomen en veel pijn en ongemak heeft geleden. De benadeelde moest worden geopereerd aan de steekwond, is tweemaal meerdere dagen in het ziekenhuis opgenomen en heeft er een ontsierend litteken aan over gehouden. Dat de benadeelde als gevolg van het steekincident ook psychisch letsel heeft opgelopen, acht de rechtbank, ook zonder nadere onderbouwing van een deskundige, aannemelijk vanwege de bijzondere ernst van de normschending. De benadeelde heeft naar voren gebracht dat hij het gebeurde als traumatisch heeft ervaren en hij sindsdien niet meer onbezorgd in het leven staat en angstig is.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de geleden immateriële schade naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 8.000,-. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaren. Dit gedeelte van de vordering kan desgewenst bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 april 2021.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.