4.4.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 16 februari 2021 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met een ander, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk/type Grand Power Q1s, kaliber 9mm en munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten tien, bij voornoemd vuurwapen behorende, althans voor voornoemd vuurwapen geschikte kogelpatronen van het kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 16 februari 2021 te Zwijndrecht tezamen en in vereniging met een ander, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk/type Walther P99, kaliber 9mm
en munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten negenentwintig, bij voornoemd vuurwapen behorende, althans voor voornoemd vuurwapen geschikte kogelpatronen van het kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad en onderdelen van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2, lid 1 van Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere patroonmagazijnen, zijnde hulpstukkendie specifiek bestemd
zijn, althans geschikt voor voornoemd vuurwapen;
3.
hij in de periode van 01 oktober 2020 tot en met
31 oktober 2020te Dordrecht een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool heeft overgedragen enheeft verhandeld ;
4.
hij op
meerderetijdstippen in de periode van 01 januari 2021 tot en met 16 februari 2021 in Nederland,telkens opzettelijk heeft verkocht meerdere hoeveelheden hasjiesj/hasj, in elk geval telkens hoeveelheden van meer dan 30 gram hasjiesj/hasj, zijnde hashies/hasj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.