Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- in de zaak met parketnummer 10/100533-21: bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde;
- in de zaak met parketnummer 10/134029-21: bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel op basis van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voor de duur van 3 jaren, inhoudende een contactverbod ten aanzien van [naam slachtoffer ] en een locatieverbod voor het treintraject Dordrecht – Den Haag en dadelijke uitvoerbaarheid van deze vrijheidsbeperkende maatregel;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/196742-20.
4..Waardering van het bewijs
[naam agent 1] , hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden,
[naam agent 2] , hoofdagent van de politie Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door op/tegen die [naam agent 2] te spugen;
[naam agent 3] , hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door op/tegen die
[naam agent 3]te spugen;
[naam 3]) dreigend de woorden toe te voegen:
op21 mei 2021 te Dordrecht
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering maatregel
11 augustus 2021, waaruit blijkt dat de verdachte veelvuldig is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8..Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
- [naam benadeelde 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/100533-21 onder 1 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 400,- aan immateriële schade;
- [naam benadeelde 2] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/100533-21 onder 2 ten laste gelegde feit. Zij vordert een vergoeding van € 300,- aan immateriële schade;
- [naam benadeelde 3] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/100533-21 onder 3 ten laste gelegde feit. Zij vordert een vergoeding van € 300,- aan immateriële schade;
- [naam benadeelde 4] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/100533-21 onder 4 ten laste gelegde feit. Zij vordert een vergoeding van € 61,13 aan materiële schade;
- [naam benadeelde 5] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/134029-21 onder 1 ten laste gelegde feit. Zij vordert een vergoeding van € 511,57 aan materiële schade en een vergoeding van € 500,- aan immateriële schade;
- [naam benadeelde 6] ter zake van het in de zaak met parketnummer 10/134029-21 onder 2 ten laste gelegde feit. Hij vordert een vergoeding van € 325,- aan immateriële schade.
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12..Beslissing
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 400,-(hoofdsom, zegge:
vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 400,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [naam benadeelde 2], te betalen een bedrag van
€ 300,- (zegge: driehonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 300,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [naam benadeelde 3], te betalen een bedrag van
€ 300,- (zegge: driehonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 3] te betalen
€ 300,-(hoofdsom,
zegge: driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 300,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [naam benadeelde 4]te betalen een bedrag van
€ 61,13 (zegge: eenenzestig euro en dertien eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 4] te betalen
€ 61,13(hoofdsom,
zegge: eenenzestig euro en dertien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 61,13 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.011,57 (zegge: duizend elf euro en zevenenvijftig eurocent), bestaande uit € 511,57 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 5] te betalen
€ 1.011,57(hoofdsom,
zegge: duizend elf euro en zevenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.011,57 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
20 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
benadeelde partij [naam benadeelde 6], te betalen een bedrag van
€ 325,- (zegge: driehonderdvijfentwintig euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
21 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 6] te betalen
€ 325,-(hoofdsom,
zegge: driehonderdvijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 325,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;