ECLI:NL:RBROT:2021:9147

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
10/812071-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van smaad en ontslag van rechtsvervolging wegens vervallen delictsomschrijving; gevangenisstraf en taakstraf voor ontuchtige handelingen en bezit van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 september 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten, waaronder smaad, ontuchtige handelingen en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de smaad, omdat het enkele plaatsen van naaktfoto's op internet niet kwalificeert als smaadschrift. Tevens is de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging voor het feit dat hij op de pleegdatum in bezit was van heimelijk vervaardigde afbeeldingen, omdat het relevante artikel inmiddels was vervallen. De rechtbank heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een persoon die in staat van verminderd bewustzijn verkeerde en dat hij in bezit was van gegevensdragers met afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is een taakstraf van 240 uren opgelegd, te vervangen door 120 dagen hechtenis. De inbeslaggenomen gegevensdragers zijn onttrokken aan het verkeer. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/812071-20
Datum uitspraak: 16 september 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] ,
[postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.J.A.P. van Breukelen, advocaat te Arnhem.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 september 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.B. Wooldrik heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 17 weken, waarvan 16 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en daarbij oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 15 maart 2021, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, meewerken aan informatie-uitwisseling tussen de reclassering en de wijkagent, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, inzicht geven in het internetgebruik en het gebruik van sociale media en meewerken aan controle van de gegevensdragers;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis;
  • oplegging aan de verdachte van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voor de duur van twee jaren, inhoudende een contactverbod met de aangeefsters [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4] en bepaling dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, waarbij de totale duur van de hechtenis ten hoogste 6 maanden bedraagt.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feiten 1 en 4
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De feiten 1 en 4 op de tenlastelegging kunnen wettig en overtuigend worden bewezen. De verdachte heeft zich ̶ door het plaatsen van naaktfoto’s van aangeefster [naam slachtoffer 1] op een Russische website en het verspreiden van naaktfoto’s van aangeefster [naam slachtoffer 4] door middel van het internet ̶ schuldig gemaakt aan smaad. Verwezen is naar onder meer een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (ECLI:NL:RBOBR:2017:222).
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het plaatsen van naaktfoto’s van beide aangeefsters op het internet kwalificeert als smaadschrift. Het onder 1 en 4 tenlastegelegde is immers toegesneden op artikel 261, lid 1 en 2, van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel luidt:
"1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van …. afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld …., wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.”
Voor bewezenverklaring van smaad is nodig dat de schuldige het slachtoffer een bepaald feit ten laste legt. Daarbij moet het gaan om min of meer concreet omschreven misdrijven of zodanig omschreven feiten die met de positieve moraal strijden. Van het eerste is in casu geen sprake. Van het tweede is naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake omdat het hier enkel gaat om het plaatsen van naaktfoto’s op een internetsite en/of het verspreiden van naaktfoto’s door middel van sociale media of internet, die in het huidige tijdsgewricht niet zonder meer als strijdig met de positieve moraal kunnen worden beschouwd. Dat zou wellicht anders zijn geweest als de verdachte bij de naaktfoto’s namen, telefoonnummers en/of andere teksten had opgenomen, erop gericht om de goede naam van beide aangeefsters geweld aan te doen door tenlastelegging van een bepaald feit, bijvoorbeeld dat zij een losse zedelijke moraal zouden hebben. Daarvan is echter geen sprake.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 en 4 tenlastegelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 en 5 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.
hij op 16 oktober 2019 te Schiedam, de beschikking heeft gehad over afbeeldingen van [naam slachtoffer 2] aanwezig in een woning welke afbeelding, naar hij wist, is verkregen door het opzettelijk en wederrechtelijk vervaardigen gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt
3.
hij op 27 september 2018 te Schiedam, met [naam slachtoffer 3] , van wie
hij, verdachte, wist dat zij in staat van verminderd bewustzijn verkeerde, een ontuchtige handeling heeft gepleegd, namelijk het betasten van een borst van die [naam slachtoffer 3]
5.
hij op 16 oktober 2019 te Schiedam gegevensdrager(s), te weten een
een telefoon merk Huawei, A.A01.1 en
een personal computer merk Crosair
,A.A01.2 en een telefoon merk Samsung, A.A01.5 en een harddisk merk Samsung A.A01.6 en een laptop merk Acer, A.A01.7)
bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken,
in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger/hand oraal penetreren en/of met een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis anaal penetreren van het lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen [naam bestand 1]
[naam bestand 2]
[naam bestand 3] )
en
het met een vinger, hand betasten/aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis betasten/aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen [naam bestand 4]
[naam bestand 3]
[naam bestand 5]
[naam bestand 6] )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij door het camerastandpunt en/of striptease-act/houding en/of een onnatuurlijke omgeving e
n/of uitsnede nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling( bestandsnamen [naam bestand 7]
[naam bestand 2] [naam bestand 8]
[naam bestand 9] ),
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

5.1.
Kwalificatie feit 2
5.1.1.
Beoordeling
De tenlastelegging is, zoals de verdediging terecht heeft opgemerkt, toegesneden op de delictsomschrijving van artikel 139f lid 2 Sr (oud). Aldus is tenlastegelegd dat de verdachte op 16 oktober 2019
de beschikkingheeft gehad over heimelijk vervaardigde afbeeldingen van aangeefster [naam slachtoffer 2] .
Door de inwerkingtreding van de Wet Computercriminaliteit III op 1 maart 2019 is het tweede lid van artikel 139f Sr per die datum komen te vervallen (Stb. 2019, 67) en ziet de delictsomschrijving van artikel 139f Sr alleen nog op het heimelijk
vervaardigenvan afbeeldingen. Op 16 oktober 2019 -de pleegdatum- was artikel 139f lid 2 Sr inmiddels vervallen, waardoor de delictsomschrijving van het onder 2 bewezenverklaarde niet valt onder een op dat moment geldende strafbepaling.
5.1.2.
Conclusie
Het onder 2 bewezenverklaarde is niet strafbaar.
De verdachte zal voor dit feit worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
5.2.
Strafbaarheid feiten 3 en 5
De bewezen feiten leveren op:
3. met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeert ontuchtige handelingen plegen;
5. een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd bij een vriendin, met wie hij geen seksuele relatie had, toen zij na een feestje bij hem logeerde. Het slachtoffer verkeerde in een roes als gevolg van het innemen van alcohol en was in slaap gevallen kort voordat de verdachte haar borst vastpakte. De verdachte heeft een foto van zichzelf genomen terwijl hij de borst van het slachtoffer betastte. Door zijn handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De verdachte heeft zich hierbij blijkbaar alleen laten leiden door zijn lustgevoelens, zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen hiervan voor het slachtoffer. Het slachtoffer is wakker geschrokken van het voorval. Het moet voor haar een heel nare gewaarwording zijn geweest om slapend, in het holst van de nacht en in de woning van een ander, seksueel te worden bejegend.
Voorts zijn er op verschillende gegevensdragers van de verdachte in totaal 1049 afbeeldingen aangetroffen die voldoen aan de criteria van kinderporno, waarvan 979 foto’s en 70 films/video’s. Het vervaardigen van kinderporno is een nietsontziende industrie waarin minderjarigen schaamteloos worden uitgebuit. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de commerciële markt voor kinderporno en dus ook het seksueel misbruik dat voor het vervaardigen van kinderporno plaatsvindt. De verdachte is volledig voorbij gegaan aan het psychische en lichamelijke leed dat de afgebeelde kinderen wordt aangedaan. De rechtbank rekent dat de verdachte aan.
7.2.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.2.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 augustus 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten en constateert in dat verband dat artikel 63 Sr van toepassing is. De rechtbank zal dan ook rekening houden met deze eerdere veroordeling omdat deze na het begaan van het onder feit 5 bewezen verklaarde feit is uitgesproken.
7.2.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 15 maart 2021, en een voortgangsverslag van 1 september 2021. Deze rapporten houden onder meer het volgende in.
Bij de verdachte is op jonge leeftijd autisme en Asperger vastgesteld. Hiervoor heeft hij ook een behandeling gehad. De verdachte heeft echter nog steeds moeite met persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid. Het aanbrengen van structuur in zijn leven en het houden van overzicht en inzicht gaat hem niet gemakkelijk af. Na de vorige veroordeling op 15 februari 2018 kwam de verdachte langzaam meer in een isolement te zitten. De behandeling destijds bij De Waag in Rotterdam had op het individuele vlak wel effect, omdat er rekening met zijn autisme werd gehouden. Hij kreeg handvatten maar slaagde er na verloop van tijd niet in om deze in zijn leven verder toe te passen. Aansturing op de dagelijkse zaken is nog altijd belangrijk voor de verdachte en dit wordt door de begeleiding van Pameijer gedaan. Ondanks deze begeleiding blijft de verdachte moeite houden met het behouden van overzicht. Het is voor de verdachte belangrijk dat hij bij Pameijer begeleid blijft wonen en de begeleiding gecontinueerd wordt. Ook is het belangrijk dat er een nieuwe behandeling wordt opgestart, nu bij Fivoor, gericht op autisme en Asperger in relatie tot het handelen van de verdachte naar slachtoffers toe.
Uit het voortgangsverslag blijkt dat de verdachte inmiddels op een intakegesprek is geweest bij Fivoor in Rotterdam en dat de behandeling over drie maanden kan starten.
De kans op herhaling wordt ingeschat als gemiddeld. Geadviseerd wordt om aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij reclassering, ambulante behandeling, meewerken aan de informatie- uitwisseling tussen reclassering en wijkagent, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en inzicht geven in het internet- en sociale media gebruik en meewerken aan controle van gegevensdragers.
De rechtbank heeft acht geslagen op beide rapporten.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS). In deze oriëntatiepunten wordt voor het bezit van kinderporno als uitgangspunt gehanteerd een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk en met bijzondere voorwaarden, en daarnaast een werkstraf voor de duur van 240 uren. Daarnaast zal de rechtbank rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. In dat verband is ter zitting door de verdediging naar voren gebracht dat de onderhavige strafzaak ook gevolgen heeft gehad voor de verdachte zelf. Begin 2019 is hij publiekelijk aan de schandpaal genageld op het internet. Sindsdien leidt hij een kluizenaarsbestaan en gaat hij bekenden uit de weg. De verdachte heeft zichzelf in januari 2019 bij de politie gemeld en verkeert sindsdien in onzekerheid over de afdoening van zijn zaak.
De rechtbank zal ̶ overeenkomstig de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS en het advies van de reclassering ̶ een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Door de officier van justitie is, naast oplegging van een straf, ook oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr gevorderd. Gelet op het bovenstaande en op het feit dat de verdachte sinds begin 2019 geen contact meer heeft gezocht met aangeefsters, acht de rechtbank het niet noodzakelijk om aan de verdachte nog een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, inhoudende een contactverbod met de vier aangeefsters, op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Beoordeling
De kinderpornografische afbeeldingen bevonden zich op de gegevensdragers die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen. Het onder 5 bewezenverklaarde feit is daarom met behulp van deze gegevensdragers begaan en het ongecontroleerd bezit daarvan is, nu zich op die gegevensdragers kinderpornografisch materiaal bevindt, in strijd met de wet. Daarom zullen de inbeslaggenomen gegevensdragers (A.a01.1 telefoon Huawei, A.a01.2 personal computer Crosair, A.a01.5 telefoon Samsung, A.a01.6 harddisk Samsung en A.a01.7 laptop Acer) ̶ overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie ̶ worden onttrokken aan het verkeer.

9..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd mevrouw [naam slachtoffer 2] , mevrouw [naam slachtoffer 3] en mevrouw [naam slachtoffer 4] ter zake van respectievelijk het onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij [naam slachtoffer 2] vordert een vergoeding van € 43,93 aan materiële schade, bestaande uit reiskosten, en een vergoeding van € 1.250,- aan immateriële schade.
De benadeelde partij [naam slachtoffer 3] vordert een vergoeding van € 1.000,- aan immateriële schade.
De benadeelde partij [naam slachtoffer 4] vordert een vergoeding van € 75,02 aan materiële schade, bestaande uit € 7,68 parkeerkosten en € 67,34 reiskosten, en een vergoeding van € 2.550,- aan immateriële schade.
Ter terechtzitting heeft mevrouw [naam slachtoffer 1] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 1 tenlastegelegde stafbare feit. Zij vordert een vergoeding van € 1.000,- aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De benadeelde partijen zijn ontvankelijk in hun vorderingen. De gevorderde bedragen hebben direct verband met de bewezenverklaarde feiten en zijn onderbouwd met stukken. De door de benadeelde partijen [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 1] gevorderde bedragen, zowel materieel als immaterieel, kunnen worden toegewezen, onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [naam slachtoffer 4] vordert de officier van justitie toewijzing van het materiële deel van de vordering, refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank zover het de hoogte van het bedrag aan immateriële schadevergoeding betreft en vordert zij oplegging aan de verdachte van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
Primair dienen de benadeelde partijen [naam slachtoffer 4] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 2] niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vorderingen, omdat vrijspraak dan wel ontslag van alle rechtsvervolging is bepleit. Subsidiair geldt dat de vorderingen een te grote belasting voor het strafgeding vormen en meer subsidiair is verzocht om de gevorderde bedragen aanzienlijk te matigen.
De vordering van de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] is niet onderbouwd. Om die reden dient ook zij primair niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering. Subsidiair is verzocht het door haar gevorderde bedrag te matigen.
9.3.
Beoordeling
De benadeelde partijen [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 4] zullen in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de verdachte wordt vrijgesproken van de feiten waarop de vorderingen betrekking hebben.
De benadeelde partij [naam slachtoffer 2] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard omdat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging voor het feit waarop de vordering betrekking heeft.
Uit het schade-onderbouwingsformulier van mevrouw [naam slachtoffer 3] volgt dat zij sinds augustus 2020 onder behandeling is bij de praktijkondersteuner GGZ van de huisarts voor
verschillendetraumatische ervaringen in haar leven en dat zij door het onderhavige feit een terugslag heeft ervaren. Er is dus sprake van opvolgende causaliteit waardoor de rechtbank niet eenvoudig kan vaststellen welk gedeelte van de behandeling noodzakelijk is voor het verwerken van het onder 3 bewezenverklaarde feit. De behandeling van deze vordering zou dan ook een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Omdat de benadeelde partijen [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4] niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissing genomen.

10..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 63, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2, 3 en 5 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het onder 2 bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
stelt vast dat het onder 3 en 5 bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 89 (negenentachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een van de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2 in Rotterdam, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich voor zijn problematiek onder ambulante behandeling stellen van Fivoor in Rotterdam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
3. de veroordeelde zal verblijven bij Pameijer of een andere instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, en zal zich houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
4. de veroordeelde zal meewerken aan de uitwisseling van informatie tussen wijkagent en reclassering;
5. de veroordeelde geeft inzicht in zijn internet- en sociale mediagebruik, zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt. Ten behoeve van de naleving is veroordeelde verplicht zijn medewerking te verlenen aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt. De reclassering bepaalt in welke gevallen, op welke manier, door wie, hoe vaak en wanneer de feitelijke controle plaatsvindt, waarbij de controles geen stelselmatige inbreuk mogen maken op de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
telefoon Huawei A.a01.1 - 5907900
personal computer Crosair A.a01.2 - 5907907
telefoon Samsung A.a01.5 - 5907917
harddisk Samsung A.a01.6 - 5907930
laptop Acer A.a01.7 - 5907932
verklaart de benadeelde partijen [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4] niet-ontvankelijk in de vorderingen;
bepaalt dat deze vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen [naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 3] en [naam slachtoffer 4] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt en begroot deze kosten op nihil;
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en L.J.M. Janssen, rechters,
in tegenwoordigheid van M.M. Cerpentier, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 september 2021.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
(zaak Salimu)
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2018 tot en met 06 januari 2019
te Schiedam, in ieder geval in Nederland opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 1] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid en/of openlijk
tentoongesteld
door naaktfoto's van die [naam slachtoffer 1] de plaatsen op een internetsite
(http://imgsrc.ru)
2.
(zaak Uafato)
hij op of omstreeks 16 oktober 2019 te Schiedam, in elk geval in Nederland de
beschikking heeft gehad over (een) afbeelding(en) van [naam slachtoffer 2] aanwezig in
een woning welke afbeelding, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden,
is verkregen door of ten gevolge van het opzettelijk en wederrechtelijk
vervaardigen gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de
aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt
3.
(zaak Lepa)
hij op of omstreeks 27 september 2018 te Schiedam, met [naam slachtoffer 3] , van wie
hij, verdachte, wist dat zij in staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, namelijk het betasten van een borst van die
[naam slachtoffer 3]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 september 2018 te Schiedam door geweld en/of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of door
bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [naam slachtoffer 3]
, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), namelijk het betasten van een borst van die [naam slachtoffer 3] , het geweld
en/of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de
bedreiging met andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
onverhoeds uitvoeren van dat betasten
4.
(zaak Satalo)
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2016 tot en met 08 juni 2018 te
Schiedam, in ieder geval in Nederland opzettelijk,
de eer en/of de goede naam van [naam slachtoffer 4] heeft aangerand,
door tenlastelegging van een bepaald feit,
met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid en/of openlijk
tentoongesteld
door naaktfoto's van die [naam slachtoffer 4] via social media en/of internet te
verspreiden
5.
hij op of omstreeks 16 oktober 2019 te Schiedam, in ieder geval in Nederland,
(een) gegevensdrager(s), te weten een
een telefoon (merk Huawei, A.A01.1) en/of
een computer (kleur zwart, A.A01.2) en/of
een telefoon (merk Samsung, A.A01.5) en/of
een harddisk (merk Samsung A.A01.6) en/of
een laptop (merk Acer, A.A01.7)
bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk
de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar
is betrokken,
in bezit heeft gehad en/of
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of vinger/hand oraal penetreren en/of met een penis
vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een penis anaal penetreren van het lichaam door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen
[naam bestand 1]
[naam bestand 2]
[naam bestand 3]
)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand en/of het met de/een vingers(s)/hand
betasten/aanraken van de geslachts delenvan de geslachtsdelen van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een penis betasten/aanraken van de geslachtsdelen door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnamen
[naam bestand 1]
[naam bestand 8]
[naam bestand 2]
[naam bestand 5]
[naam bestand 6] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het poseren in
niet bij de leeftijd passende kleding waarbij door het camerastandpunt en/of
striptease-act/houding en/of een onnatuurlijke omgeving e/of uitsned
enadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens)
een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnamen
[naam bestand 7]
[naam bestand 2]
[naam bestand 8]
[naam bestand 9] ),
terwijl hij van het plegen van dat misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.