Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 26 juni 2020, met producties;
- de brief van mr. Visser van 16 juli 2020, met aangehecht een vertaling van een productie;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de aanvullende productie van Allianz;
- de brief van de rechtbank van 30 december 2020, houdende een zittingsagenda;
- de aanvullende productie van [naam eiseres] ;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 20 januari 2021;
- de spreekaantekeningen namens beide partijen.
2..De feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
vastgesteldmaar slechts als
waarschijnlijkheeft aangemerkt. De vraag ging immers niet over eventueel gestelde diagnoses, maar over klachten. Waar de neuroloog uitdrukkelijk heeft gesproken over een hersenbloeding, moet erflater redelijkerwijs hebben begrepen dat zijn klachten waarschijnlijk verband hielden met de hersenen, zodat hij de desbetreffende vraag op het formulier niet met “nee” kon beantwoorden.
5..De beslissing
3 maart 2021voor een akte na mondelinge behandeling als bedoeld in overweging 4.10 door Allianz, waarna [naam eiseres] een antwoordakte kan nemen, en houdt iedere verdere beslissing aan.
1582]