Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoeker 2],
Rechtbank Rotterdam
Op 2 juli 2021 hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 11 augustus 2021 zijn verzoekers en hun schuldhulpverlener, mevrouw K. Basarat, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers een schuldenlast hebben van € 53.826,14, voornamelijk voortkomend uit een Participatiewet-uitkering. De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot schuldsanering alleen kan worden toegewezen als verzoekers te goeder trouw zijn geweest in de vijf jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift en in staat zijn om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen.
De rechtbank concludeert dat verzoekers niet te goeder trouw zijn geweest bij het aangaan van hun schulden, waaronder een schuld aan KPN Collections en T-Mobile, die zijn ontstaan door overbesteding. Ook de schuld aan de Belastingdienst, voortkomend uit ten onrechte ontvangen toeslagen, is niet te goeder trouw ontstaan, aangezien verzoekers niet hebben gezorgd voor correcte informatieverstrekking aan de Belastingdienst. Bovendien hebben verzoekers nagelaten om sollicitaties over te leggen, ondanks een verzoek daartoe, en hebben zij geen bewijs geleverd van volledige arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de toelating tot de schuldsaneringsregeling rechtvaardigen, en wijst het verzoek af. Dit vonnis is uitgesproken door rechter J.C.A.T. Frima en griffier S. Caciano op 18 augustus 2021. Verzoekers kunnen binnen acht dagen na deze uitspraak hoger beroep instellen, uitsluitend via een advocaat.