Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
kwalificatie van de overeenkomst
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, handelende onder de naam [handelsnaam], en een gedaagde, die meubels en huishoudelijke accessoires had gekocht van eiseres. De eiseres vorderde betaling van een resterend bedrag van € 2.358,78, dat voortkwam uit een koopovereenkomst die op 18 februari 2020 was gesloten. De gedaagde had al een deel van de koopsom betaald, maar voerde als verweer aan dat zij gedwaald had bij de totstandkoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat er sprake was van dwaling en dat de vordering van eiseres toewijsbaar was. De rechter wees de gedaagde ook in de proceskosten.