ECLI:NL:RBROT:2021:8972

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 september 2021
Publicatiedatum
15 september 2021
Zaaknummer
9278728 / CV EXPL 21-20598
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een openstaande factuur na wanbetaling en niet-nakoming van een betalingsregeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 september 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics vorderde betaling van een openstaande factuur van € 63,68, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, na een eerdere betalingsregeling die niet nagekomen was. De gedaagde had een tandheelkundige behandeling ondergaan en was in gebreke gebleven met de betaling van de factuur van € 174,79, die was ontstaan uit deze behandeling en een niet nagekomen afspraak. Infomedics had de vordering op de gedaagde gecedeerd gekregen van de zorgverlener en had een betalingsregeling getroffen met het CMIB, die door de gedaagde niet volledig was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij meer had betaald dan Infomedics stelde en dat de betalingsregeling terecht was komen te vervallen. De kantonrechter wees de vordering van Infomedics toe, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente, en veroordeelde de gedaagde in de proceskosten. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9278728 \ CV EXPL 21-20598
uitspraak: 10 september 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 21 mei 2021,
gemachtigde: Bosveld Incasso en gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Infomedics’ respectievelijk ‘[gedaagde]’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het op de rolzitting van 17 juni 2021 door [gedaagde] gegeven mondelinge antwoord;
  • het schriftelijke antwoord van [gedaagde];
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In deze procedure wordt van het volgende uitgegaan.
2.1.
Op 3 juni 2020 heeft [gedaagde] een tandheelkundige behandeling gehad bij Tandzorgcentrum Schieweg (hierna: de zorgverlener).
2.2.
Op 24 juli is [gedaagde] niet verschenen voor de op die datum gemaakte afspraak voor een tandheelkundige behandeling.
2.3.
De zorgverlener heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Infomedics.
2.4.
Bij factuur van 13 augustus 2020 met factuurnummer 02127172516071 heeft Infomedics een bedrag van in totaal € 174,79 bij [gedaagde] in rekening gebracht ter zake van voornoemde tandheelkundige behandeling alsmede de niet nagekomen afspraak op 24 juli 2020.
2.5.
[gedaagde] is met het CMIB Incassobureau B.V. (hierna: CMIB) een betalingsregeling overeengekomen ten aanzien van het openstaande saldo van de factuur van 13 augustus 2020 ten bedrage van € 174,79, incassokosten ten bedrage van € 40,00 en rente ten bedrage van € 0,94. Per brief d.d. 24 december 2020 is de getroffen betalingsregeling tussen partijen bevestigd door het CMIB. Afgesproken is dat [gedaagde] het totaalbedrag van € 215,73 in zeven termijnen van € 30,82 betaalt. Hierbij is vermeld dat bij niet tijdig nakomen van een termijn van de betalingsregeling, de gehele regeling komt te vervallen en het volledige bedrag ineens opeisbaar is.
2.6.
Op 26 april 2021 heeft [gedaagde] een bedrag van € 61,64 aan Infomedics betaald.

3..De vordering

3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 63,68 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 21,23 vanaf 12 mei 2021 totdat de vordering helemaal betaald is, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering heeft Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
[gedaagde] is, ondanks aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledige betaling van de door Infomedics aan hem verzonden factuur van 13 augustus 2020 voor een totaalbedrag van € 174,79.
3.2.2.
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Infomedics zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Op 25 september 2020 heeft Infomedics [gedaagde] aangemaand. De buitengerechtelijke kosten van € 40,00 komen op grond van artikel 6:96 lid 5 BW voor rekening van [gedaagde].
3.2.3.
Verder maakt Infomedics aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 2,45 aan vervallen rente berekend tot 12 mei 2021.
3.3.
In totaal is een bedrag van € 153,56 door [gedaagde] voldaan voordat de vordering uit handen is gegeven aan haar gemachtigde. Dit bedrag dient in mindering te worden gebracht op de hoofdsom. Deze betalingen zijn op grond van artikel 6:44 BW eerst in mindering gebracht op de buitengerechtelijke kosten en de verschenen rente en ten slotte op de hoofdsom, zodat thans een bedrag ter hoogte van € 63,68 aan hoofdsom resteert.

4..Het verweer

[gedaagde] heeft aangevoerd dat hij met het CMIB een betalingsregeling heeft getroffen. Het tijdig betalen van de vierde termijn van de betalingsregeling is hem door privéomstandigheden ontgaan. [gedaagde] heeft geen herinnering ontvangen om die vierde termijn te betalen. Om het CMIB tegemoet te komen voor deze te late betaling, heeft [gedaagde] zelf op 26 april 2021 twee maal een termijnbedrag, in totaal € 61,64, overgemaakt naar het CMIB. Na deze dubbele betaling bedroeg het restantbedrag nog maar € 63,14. Het CMIB heeft vervolgens medegedeeld de vordering te hebben overgedragen aan een gerechtsdeurwaarder. Dat heeft tot gevolg dat [gedaagde] voor een vordering van € 63,68 hoge bijkomende kosten moet betalen. [gedaagde] vindt dat onredelijk en onmenselijk en meent dat er onrechtmatig wordt geprocedeerd. Hij verzoekt de kantonrechter de vordering terug te zetten naar een bedrag van € 63,68 en de proceskosten voor rekening te laten komen van Infomedics. Hij is bereid de hoofdsom te betalen.

5..De beoordeling

5.1.
[gedaagde] heeft de verschuldigdheid en de hoogte van het aanvankelijk bij hem in rekening gebrachte bedrag van € 174,79 voor de tandheelkundige behandeling en de niet nagekomen afspraak op 24 juli 2020 niet betwist. Op dit bedrag is in ieder geval de betaling als weergegeven onder 2.6 van in totaal € 61,64 in mindering gebracht.
5.2.
Ten aanzien van de termijnbetalingen volgend uit de overeengekomen betalingsregeling bestaan verschillende zienswijzen tussen partijen. Infomedics stelt voor de maanden januari 2021 en maart 2021 een bedrag ter hoogte van € 30,82 te hebben ontvangen, voor de maand februari 2021 is een bedrag ter hoogte van € 30,28 ontvangen, voor de maand april 2021 is geen betaling ontvangen. Derhalve stelt Infomedics dat, na aftrek van de ontvangen termijnbetalingen en de onder 2.6 genoemde betaling, in totaal een bedrag van € 153,56, er een hoofdsom resteert ter hoogte van € 63,68. [gedaagde] stelt bij conclusie van antwoord echter, voor de maanden januari 2021 tot en met maart 2021 telkens € 30,82 te hebben overgemaakt. Hij erkent dat hij de vierde termijn voor de maand april niet (volledig) is nagekomen als gevolg van privé omstandigheden. Het is aan [gedaagde] om te onderbouwen dat hij méér heeft betaald dan het bedrag waar Infomedics vanuit gaat. De kantonrechter volgt daarom de stelling van Informedics en stelt vast dat, na het in mindering brengen van de door Infomedics ontvangen bedragen, de hoofdsom € 63,68 bedraagt. Hoe vervelend de door [gedaagde] aangevoerde privé omstandigheden ook voor hem zijn, hij kan zijn financiële, dan wel persoonlijke problemen c.q. betalingsonmacht niet aan Infomedics tegenwerpen. De betalingsregeling is daarom terecht komen te vervallen. Derhalve kan ervan uitgegaan worden dat de vordering van Infomedics opeisbaar is.
5.3.
[gedaagde] heeft na de sommatie en binnen de 14 dagen termijn in totaal € 153,56 aan Infomedics betaald. Ingevolge artikel 6:44 BW dienen de betalingen die [gedaagde] na sommatie heeft verricht eerst in mindering te strekken op de kosten, waaronder de buitengerechtelijke kosten, vervolgens van de verschenen rente en ten slotte van de hoofdsom. Dit brengt mee dat beoordeeld moet worden of de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente toewijsbaar zijn.
5.4.
De in rekening gebrachte buitengerechtelijke kosten dienen beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics heeft op 25 september 2020 aan [gedaagde] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. [gedaagde] heeft niet weersproken dat hij deze aanmaning heeft ontvangen, waardoor van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] wordt uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het bedrag van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is dan ook terecht in rekening gebracht.
5.5.
De in rekening gebrachte rente van € 2,45 is onweersproken en op de wet gegrond. De gevorderde rente vanaf 12 mei 2021 wordt toegewezen zoals onder de beslissing staat vermeld.
5.6.
Correcte toepassing van artikel 6:44 BW leidt tot de conclusie dat de buitengerechtelijke kosten, de vervallen rente en een gedeelte van de hoofdsom zijn voldaan. Een bedrag van € 63,68 aan hoofdsom resteert en zal dan ook worden toegewezen.
5.7.
Vaststaat dat ten tijde van de dagvaarding een achterstand bestond en de betalingsregeling was vervallen. [gedaagde] is ondanks meerdere aanmaningen in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde hoofdsom, waarna partijen een betalingsregeling hebben getroffen. Ook deze betalingsregeling is door [gedaagde] niet nagekomen, ondanks de gemaakte afspraken met betrekking tot de betalingstermijnen. Derhalve kan niet worden gezegd dat Infomedics nodeloos tot dagvaarden is overgegaan.
5.8.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, bestaande uit verschotten en gemachtigdensalaris. De verschotten zijn vastgesteld op € 126,00 aan griffierecht en € 89,44 aan toewijsbare exploot- en informatiekosten. Het salaris voor de gemachtigde van Infomedics wordt begroot op (2 punten à € 37,00) in totaal € 74,00.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 63,68 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 21,23 vanaf 12 mei 2021 totdat de vordering helemaal is betaald;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 215,44 aan verschotten en € 74,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
50724