Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- de heer [verzoeker] , verzoeker;
- mevrouw [naam persoon] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 21 juni 2021 een verzoek ingediend om de gemeente Rotterdam te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Dit verzoek is gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling en betreft een situatie waarin de gemeente Rotterdam, afdeling Werk & Inkomen, weigerde mee te werken aan de schuldregeling. De rechtbank heeft op 6 september 2021 uitspraak gedaan. Tijdens de zitting op 30 augustus 2021 was de gemeente Rotterdam niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. Verzoeker heeft elf schuldeisers, met een totale vordering van € 28.456,84, en heeft een regeling aangeboden die voorziet in een betaling van 10,503% aan de preferente en 5,251% aan de concurrente schuldeisers. De gemeente Rotterdam heeft echter geweigerd in te stemmen met de regeling voor twee vorderingen, die samen € 3.227,82 bedragen, op basis van artikel 60c van de Participatiewet, omdat verzoeker zijn inlichtingenplicht niet volledig zou hebben nagekomen. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van de gemeente Rotterdam. De rechtbank oordeelde dat de gemeente Rotterdam in redelijkheid niet kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling, gezien het feit dat tien van de elf schuldeisers akkoord waren gegaan. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker toegewezen en de gemeente Rotterdam bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens is de gemeente Rotterdam veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, en is het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F. Damsteegt-Molier, rechter, en griffier S. Caciano.