4.6.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4, 5, 6, 7 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 06 juli 2020 te Rotterdam [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [naam slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik trek je kop van je romp. Ik ga je opwachten en dan ga je zien", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij in de periode van 3 juli 2020 tot en met 7 juli 2020 te Rotterdam wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 2], door
- op 3 juli 2020 bij die [naam slachtoffer 2] aan te bellen en haar een dode rat te tonen
en
- op 4 juli 2020 bereidde linzen/bonen over de auto van die [naam slachtoffer 2] te gooien en- op 6 juli 2020 glassplinters over de auto van die [naam slachtoffer 2] te gooien en/ op zijn verdachtes balkon de tekst "Huis te hoer" te schrijven met daarnaast een getekende pijl die gericht was op de woning van die [naam slachtoffer 2]
met het oogmerk die [naam slachtoffer 2] vrees aan te jagen;
4.
hij op 29 juli 2020 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een scooter (kenteken [kentekennummer 1]) en een plantenbak toebehorende aan [naam slachtoffer 3] heeft vernield en/of beschadigd
5.
hij in de periode van 1 februari 2020 tot en met 15 maart 2020 te Rotterdam wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam slachtoffer 4], door met een agressieve manier van doen
- veelvuldig bij de woning van die [naam slachtoffer 4] langs te komen en aan te bellen en eisen om te worden binnengelaten, en
- veelvuldig geld en onderdak te eisen van die [naam slachtoffer 4], en
- veelvuldig gebruik van de auto(sleutel) te eisen van die [naam slachtoffer 4], en
- tegen de toegangsdeur van de woning van die [naam slachtoffer 4] te trappen/slaan,
met bet oogmerk die [naam slachtoffer 4], te dwingen iets te doen en vrees aan te jagen;
6.
hij op 7 juli 2020 aan de [adres] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door een feitelijkheid een persoon, te weten [naam slachtoffer 5], te dwingen tot het dulden van een ontuchtige handeling
doordat hij
- onverhoeds naar het geslachtsdeel van die [naam slachtoffer 5] heeft gegrepen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
7.
hij op 3 juli 2020 te Rotterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk Mercedes, voorzien van kenteken [kentekennummer 2]) toebehorende aan een persoon genaamd [naam slachtoffer 4], heeft beschadigd
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.