ECLI:NL:RBROT:2021:8878

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 september 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
8620132 CV EXPL 20-21929
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgverzekeringszaak tussen FBTO Zorgverzekeringen N.V. en [persoon A] over laboratoriumkosten en toestemming voor gegevensverstrekking

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil tussen FBTO Zorgverzekeringen N.V. en [persoon A] over de laboratoriumkosten en de toestemming voor het opvragen van gegevens. FBTO, oorspronkelijk eiseres, had een vordering ingesteld tegen [persoon A], die als gedaagde in het verzet optrad. De procedure kende een aantal tussenvonnissen, waaronder die van 15 januari 2021 en 4 juni 2021, waarin FBTO werd uitgenodigd om haar vordering nader toe te lichten. FBTO stelde dat [persoon A] geen toestemming had gegeven voor het opvragen van gegevens bij het laboratorium, wat volgens FBTO in haar nadeel zou kunnen uitvallen.

De kantonrechter oordeelde dat het onthouden van medewerking door [persoon A] een negatieve impact had op haar zaak, aangezien FBTO om toestemming had gevraagd en dit had onderbouwd met e-mailberichten. De rechter concludeerde dat [persoon A] niet voldeed aan haar stelplicht, omdat de benodigde gegevens tot haar exclusieve domein behoorden en niet beschikbaar waren gesteld aan FBTO. Op basis van de ingediende producties van FBTO werd geoordeeld dat FBTO in haar bewijsopdracht was geslaagd.

In de beslissing bekrachtigde de kantonrechter het verstekvonnis van 25 maart 2020 en veroordeelde [persoon A] in de proceskosten van de verzetprocedure, die aan de zijde van FBTO werden begroot op € 187,50. Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 september 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8620132 CV EXPL 20-21929
uitspraak: 17 september 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
FBTO Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
oorspronkelijk eiseres,
gedaagde in het verzet,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[persoon A] ,
wonende te [woonplaats A] ,
oorspronkelijk gedaagde,
eiseres in het verzet,
gemachtigde: mr. P. van Baaren.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘FBTO’ en ‘ [persoon A] ’.

1..Het verdere verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 15 januari 2021 en de daarin genoemde stukken;
de akte van de zijde van FBTO;
de akte van de zijde van [persoon A] ;
het tussenvonnis van 4 juni 2021 en de daarin genoemde stukken;
de akte van de zijde van FBTO;
de akte van de zijde van [persoon A] .
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1
Bij tussenvonnis van 4 juni 2021 is FBTO in de gelegenheid gesteld om haar vordering voor wat betreft de totstandkoming van de laboratoriumkosten nader toe te lichten. Zij heeft geen nadere toelichting gegeven en voert daartoe aan dat [persoon A] geen toestemming heeft gegeven om nadere gegevens op te vragen bij het laboratorium.
2.2
In het tussenvonnis van 15 januari 2021 is overwogen dat het onthouden van medewerking door [persoon A] , waardoor geen informatie aan FBTO kan worden verstrekt, in het nadeel van [persoon A] kan uitvallen. [persoon A] heeft niet weersproken dat zij geen toestemming heeft gegeven aan FBTO, terwijl FBTO uitdrukkelijk om deze toestemming heeft gevraagd en dit ook heeft onderbouwd met e-mailberichten. Nu de gegevens, die aan de gevraagde toelichting ten grondslag liggen, tot het exclusieve domein van [persoon A] behoren en door toedoen van [persoon A] niet ter beschikking van FBTO kunnen komen voor nadere bewijslevering, voldoet zij in zoverre niet aan haar (verzwaarde) stelplicht. Op basis van de producties 8a tot en met 8c van FBTO en de daarop gegeven toelichting wordt FBTO geacht in haar bewijsopdracht te zijn geslaagd. De kantonrechter bekrachtigt het verstekvonnis van 25 maart 2020, bekend onder zaaknummer 8306487 CV EXPL 20-4366.
2.3
[persoon A] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

3..De beslissing

De kantonrechter
:
bekrachtigt het op 25 maart 2020 onder zaaknummer 8306487 CV EXPL 20-4366 gewezen verstekvonnis;
veroordeelt [persoon A] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van FBTO begroot op € 187,50 (2,5 punt à € 75,-) aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. van Boven en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
41645