Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het onderdeel medeplegen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 196 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren alsmede een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
’s6, en
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, en 57 van het Wetboek van strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
- 1.2.2, derde lid van het Vuurwerkbesluit.
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen;
60 (zestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 (veertig) dagen;