ECLI:NL:RBROT:2021:8840

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
10 september 2021
Zaaknummer
83/312370-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de rechtbank Rotterdam inzake de betrokkenheid bij overtreding van de Wet op de economische delicten en de rechtmatigheid van doorzoeking

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk, in strijd met de Wet op de economische delicten (WED). De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende concrete aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte bij de overtreding van de WED, wat leidde tot de rechtmatigheid van de doorzoeking van zijn scooter door de politie. De verdachte had op 8 december 2020 een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk, waaronder Cobra 6 en Tp2 nitraten, voorhanden. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging, met uitzondering van het onderdeel van medeplegen, en veroordeling tot een gevangenisstraf van 196 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 180 uren. De rechtbank heeft de doorzoeking van de scooter rechtmatig verklaard, omdat de verdachte zich zelfstandig toegang tot een woning kon verschaffen waar professioneel vuurwerk was opgeslagen. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 75 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk, en een taakstraf van 80 uren. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/312370-20
Datum uitspraak: 15 juni 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische strafkamer, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. V.L.T. van Roy, advocaat te Leiden.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 juni 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde, met uitzondering van het onderdeel medeplegen;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 196 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren alsmede een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De doorzoeking van de scooter van de verdachte is onrechtmatig geweest, omdat daartoe onvoldoende concrete aanwijzingen bestonden, zoals vereist op grond van artikel 23 van de Wet op de economische delicten (WED). Daardoor is sprake van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Alle tegen de verdachte verkregen bewijzen zijn het directe gevolg van dit vormverzuim en dienen derhalve te worden uitgesloten van het bewijs. Nu ieder bewijs ontbreekt, dient de verdachte primair van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
Subsidiair dient de verdachte te worden vrijgesproken van het voorhanden hebben van Crazy Robots P1 zoals ten laste is gelegd onder 1, omdat voor de aanwezigheid van dit type vuurwerk ieder bewijs ontbreekt.
4.1.2.
Beoordeling
Doorzoeking scooter
In het dossier bevindt zich een aantal processen-verbaal ( [nummer proces-verbaal 1] , [nummer proces-verbaal 2] en [nummer proces-verbaal 3] ) die de feiten en omstandigheden weergeven die hebben geleid tot de doorzoeking van de scooter van de verdachte. Uit deze processen-verbaal volgt dat de verdachte kwam aanrijden op zijn scooter bij de woning waar de politie nog aanwezig was, omdat in die woning kort daarvoor een pseudokoop van professioneel vuurwerk had plaatsgevonden. Tevens was in die woning een aanzienlijke hoeveelheid vuurwerk aangetroffen. De verdachte wilde de woning betreden en riep daarbij “ [voornaam medeverdachte] doe open, ik ben het!”. Vervolgens pakte hij een sleutel van die woning en maakte hiermee de voordeur open.
Deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, in het bijzonder de omstandigheid dat de verdachte zich zelfstandig de toegang tot de woning kon verschaffen waar professioneel vuurwerk was opgeslagen, zijn te kwalificeren als voldoende concrete aanwijzingen dat sprake zou kunnen zijn van (betrokkenheid bij) overtreding van de voorschriften van het Vuurwerkbesluit, zoals strafbaar gesteld in de WED. Op grond van artikel 23 WED was de politie daarom bevoegd om de scooter van de verdachte te onderzoeken met het oog op de aanwezigheid van vuurwerk daarin. Uit het dossier blijkt dat de politie de verdachte op grond van de WED heeft verzocht zijn scooter te openen om te kijken of er vuurwerk in lag, waarop de verdachte de buddyseat van zijn scooter heeft geopend. De doorzoeking van de scooter is in het licht van het voorgaande rechtmatig geweest. Van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv is geen sprake. Het verweer wordt verworpen.
Bewijs
De bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde volgt uit de bewijsmiddelen in het dossier, zodat daar niet expliciet op zal worden ingegaan. Anders dan door de verdediging is bepleit, geldt dit ook voor wat betreft het onder feit 1 ten laste gelegde voorhanden hebben van de Crazy Robots P1. De verdachte zal evenwel worden vrijgesproken van de onderdelen van de tenlastelegging die betrekking hebben op het medeplegen, omdat hiervoor het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt..
4.1.3.
Conclusie
De onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten zijn wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 derde gedachtestreepje (m.b.t. Crazy Robots P1) ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het onder 1 eerste en tweede gedachtestreepje en het onder 2 bewezen verklaarde heeft bekend en de verdediging ten aanzien van de bewezen verklaarde gedragingen van de verdachte geen verweer heeft gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 eerste en tweede gedachtestreepje en het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 8 december 2020, te Wassenaar,
opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten
Cobra
’s6, en
Tp2 nitraten, en
Crazy Robots P1,
voorhanden heeft gehad;
2
hij op 8 december 2020, te Wassenaar (in de woning gelegen aan de
[adres verdachte] ),
opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten
Tp2 nitraten, en
DumBums, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
2.
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk, waaronder een voor de handel geschikte hoeveelheid nitraten en 6 Cobra 6 voorhanden gehad die hij bewaarde in de buddyseat van zijn scooter en in zijn woning. Door dit professionele vuurwerk op deze wijze op te slaan, heeft de verdachte een onverantwoord risico genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. Het is algemeen bekend dat dergelijk professioneel vuurwerk krachtige explosies teweeg brengt, vergelijkbaar met de kracht van een handgranaat. Indien het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, zouden de gevolgen niet alleen voor gezinsleden van de verdachte, maar ook voor de bijrijder op zijn scooter en de omwonenden en de woningen in de buurt desastreus kunnen zijn geweest. De verdachte heeft onvoldoende stil gestaan bij deze risico’s en heeft zich laten leiden door de spanning en sensatie die het bezig zijn met professioneel vuurwerk met zich brengt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 mei 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 december 2020. Dit rapport houdt het volgende in. De verdachte woont thuis bij zijn ouders, maar leidt grotendeels een zelfstandig leven. Hij werkt fulltime als koerier. Er zijn geen aanwijzingen die duiden op psychische problemen. De reclassering ziet geen indicaties voor begeleiding en behandeling.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten zal de rechtbank een taakstraf opleggen van na te noemen duur. Anders dan de verdediging heeft bepleit, kan daarmee echter niet worden volstaan gelet op de straffen die doorgaans in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank zal daarom naast de taakstraf ook een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Hoewel de rechtbank in de persoon van de verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan, geen aanleiding ziet het adolescentenstrafrecht toe te passen, heeft de rechtbank de jeugdige leeftijd van de verdachte in zijn voordeel laten meewegen. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen:
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, en 57 van het Wetboek van strafrecht;
  • 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
  • 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
  • 1.2.2, derde lid van het Vuurwerkbesluit.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
60 (zestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en M. Timmerman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2021.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 8 december 2020, te Wassenaar, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten
- één of meer stuks Cobra 6, en/of
- één of meer stuks Tp2 nitraten, en/of
- één of meer stuks Crazy Robots P1,
voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 8 december 2020, te Wassenaar (in de woning gelegen aan de
[adres verdachte] ),
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis,
professioneel vuurwerk, te weten
- één of meer stuks Tp2 nitraten, en/of
- één of meer stuks DumBum,
voorhanden heeft gehad.