Op 13 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 16 mei 2021 te Rotterdam een met munitie geladen vuurwapen in zijn bezit had. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.D.A. Stam. De officier van justitie, mr. A.H.A. de Bruijne, eiste een gevangenisstraf van 9 maanden en onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en dat er geen verweer is gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft het bezit van het vuurwapen als een ernstig feit gekwalificeerd, dat gevoelens van onveiligheid in de maatschappij teweegbrengt. De verdachte heeft verklaard het vuurwapen te hebben aangeschaft vanwege een bedreiging die hij ondervond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft het in beslag genomen pistool onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.