ECLI:NL:RBROT:2021:8815

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
10/128666-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van een met munitie geladen vuurwapen op openbare weg

Op 13 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 16 mei 2021 te Rotterdam een met munitie geladen vuurwapen in zijn bezit had. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.D.A. Stam. De officier van justitie, mr. A.H.A. de Bruijne, eiste een gevangenisstraf van 9 maanden en onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en dat er geen verweer is gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank heeft het bezit van het vuurwapen als een ernstig feit gekwalificeerd, dat gevoelens van onveiligheid in de maatschappij teweegbrengt. De verdachte heeft verklaard het vuurwapen te hebben aangeschaft vanwege een bedreiging die hij ondervond. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft het in beslag genomen pistool onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/128666-21
Datum uitspraak: 13 augustus 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte], ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. M.D.A. Stam, advocaat te ‘s-Gravenhage.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13 augustus 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest;
  • onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen vuurwapen.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 16 mei 2021 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en
munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van
een pistool van het merk/type Zastava M70, kaliber 9mm, en
daarbij behorende munitie, te weten 4 koge
lpatronen,
voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Het ongecontroleerd bezit van vuurwapens kent geen ander doel dan het toebrengen van ernstige schade aan anderen en/of de maatschappij. Het bezit daarvan brengt onder burgers gevoelens van onveiligheid teweeg en vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Het is algemeen bekend dat vuurwapenbezit niet zelden leidt tot het (ondeskundig) gebruik ervan, met alle ernstige gevolgen voor anderen. Daarbij bestaat bovendien een groot risico dat onschuldige omstanders worden getroffen. Bovendien zorgt ook reeds het enkele bezit van een vuurwapen in de samenleving niet alleen voor gevoelens van angst en onveiligheid, maar wordt dit ook als schokkend ervaren. Gelet op de toename van het vuurwapenbezit en het hoge gevaarzettend karakter daarvan, dient daartegen daarom streng te worden opgetreden. Verontrustend is het in dat verband dat de verdachte heeft verklaard het vuurwapen te hebben gekocht vanwege een tegen hem bestaande bedreiging.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 28 juni 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten en straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De verdediging heeft verzocht een gevangenisstraf van maximaal 5 maanden op te leggen.
De landelijk vastgestelde oriëntatiepunten voor straftoemeting vermelden voor het in het openbaar voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden. Als strafverzwarende omstandigheid geldt in het onderhavige geval dat het een met munitie geladen vuurwapen betrof.
Gelet op het voorgaande kan met een straf als de verdediging voor ogen staat niet worden volstaan.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen pistool te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft met betrekking tot het inbeslaggenomen voorwerp geen standpunt ingenomen.
8.3.
Beoordeling
Het in beslag genomen pistool zal worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. pistool (omschrijving: G6218930).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.J. van Buchem-Spapens, voorzitter,
en mrs. R. Brand en F.W.H. van den Emster, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 augustus 2021.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 mei 2021 te Rotterdam
alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en
munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van
een pistool van het merk/type Zastava M70, kaliber 9mm, en/of
(daarbij behorende) munitie, te weten 4 kogepatronen,
voorhanden heeft gehad;