ECLI:NL:RBROT:2021:8787
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag dwangsom Participatiewet door gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een dwangsom wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag tot ontheffing van verplichtingen onder de Participatiewet. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar aanvraag daadwerkelijk was verzonden. Eiseres had een aangetekende zending met 63 items overgelegd, maar de rechtbank vond deze informatie onvoldoende om te concluderen dat de aanvraag zich in die zending bevond. De gemeente had bevestigd dat zij op de aangegeven datum een zending had ontvangen, maar stelde dat de aanvraag van eiseres niet was aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat verweerder geen dwangsom verschuldigd was, omdat eiseres niet had aangetoond dat de aanvraag was verzonden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.