ECLI:NL:RBROT:2021:8784
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek tot voorlopige voorziening in faillissementszaak met betrekking tot ontruiming
Op 6 september 2021 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht aan de Stichting Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, de verhuurder, om te verbieden het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 10 augustus 2018 tot ontruiming van de woonruimte van verzoeker ten uitvoer te leggen. Verzoeker had eerder het minnelijk traject succesvol doorlopen en had op 8 juli 2021 een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend, dat door de rechtbank was toegewezen op 5 augustus 2021. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot voorlopige voorziening niet-ontvankelijk was, omdat er reeds een minnelijke regeling tot stand was gekomen. De rechtbank overwoog verder dat de verhuurder mogelijk niet over een geldige titel beschikte voor de ontruiming, aangezien de ontruiming gegrond was op een vonnis dat onderdeel uitmaakte van de minnelijke regeling. De rechtbank concludeerde dat verzoeker zich tot de executierechter moest wenden indien de verhuurder de executie van het vonnis wilde doorzetten. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. F. Damsteegt-Molier, rechter, in aanwezigheid van B.G. van der Vlies, griffier.