ECLI:NL:RBROT:2021:8747

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
10/016215-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige dagvaarding wegens onduidelijkheid in betekening

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die niet verschenen was. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld, waarbij de officier van justitie stelde dat de dagvaarding correct was betekend. De verdachte was echter sinds 2011 niet ingeschreven in de basisregistratie personen en was daardoor voor politie en justitie onvindbaar. De rechtbank constateerde dat er op 6 mei 2021 een poging was gedaan om de dagvaarding aan de verdachte uit te reiken, maar dat de akte van uitreiking niet duidelijk maakte waarom dit niet was gelukt. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of de dagvaarding de verdachte had kunnen bereiken. De rechtbank heeft eerder op 3 juli 2019 een dagvaarding nietig verklaard omdat deze niet was uitgereikt op het laatst bekende adres van de verdachte. Gezien de onduidelijkheid over de betekening heeft de rechtbank de dagvaarding opnieuw nietig verklaard. De rechtbank heeft in het vonnis ook verschillende voertuigen genoemd die aan derden toebehoorden, maar dit had geen invloed op de beslissing over de dagvaarding.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/016215-19
Datum uitspraak: 18 mei 2021
Niet verschenen
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
niet gemachtigd raadsman mr. W.H. van Zundert, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 mei 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Geldigheid dagvaarding

3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt dat de dagvaarding juist is betekend. Het is weliswaar niet gelukt om de dagvaarding op het adres [adres] aan de verdachte uit te reiken, maar duidelijk is dat daartoe wel een poging is gedaan. Daarnaast is de dagvaarding per gewone post aan dit adres verstuurd. De verdachte heeft sinds 2011 geen BRP-adres meer. De verdachte is daarom voor politie en justitie onvindbaar. Het laatst opgegeven adres ([adres]) dateert van 19 januari 2019. Nadat de verdachte in 2019 heeft vastgezeten, heeft hij zich niet op een ander adres laten inschrijven.
3.2.
Beoordeling en conclusie
Bij vonnis van de meervoudige kamer van 3 juli 2019 is de dagvaarding nietig verklaard omdat deze niet was uitgereikt op het laatst opgegeven adres van de verdachte, namelijk de [adres].
De rechtbank stelt vast dat op 6 mei 2021 (12 dagen voor de zitting) geprobeerd is de dagvaarding aan de verdachte uit te reiken op het adres [adres]. Uit de akte van uitreiking blijkt echter niet om welke reden de uitreiking niet is gelukt en dat maakt een beoordeling of vervolgens het juiste traject is gevolgd onmogelijk. Zodoende kan niet worden uitgesloten dat de dagvaarding de verdachte had kunnen bereiken. De dagvaarding wordt om die reden nietig verklaard.

4..Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
mrs. W.M. Stolk en A. Greve-Kortrijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T.W. Veldhoen-Flier, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 16 januari 2019 tot en met 19 januari 2019 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk
- een auto (Merk, Nissan, type Micra, kenteken [kentekennummer 1]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 1] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Ford, type Focus, kenteken [kentekennummer 2]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 2] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Opel, type Zafira, kenteken [kentekennummer 3]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 3] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Volkswagen, type Ford, kenteken [kentekennummer 4]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 4] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Seat, type Ibiza, kenteken [kentekennummer 5]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 5] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Volkswagen, type Crafter, kenteken [kentekennummer 6]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 6] en/of
- een auto (Merk volvo, type V40, kenteken [kentekennummer 7]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 7] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Peugeot type 307, kenteken [kentekennummer 8]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 8] toebehoorde en/of
- een auto (Merk Fiat, type Panda, kenteken [kentekennummer 9]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 9] toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 19 januari 2019 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk een fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam slachtoffer 10] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 19 januari 2019 te Rotterdam [naam slachtoffer 10] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die Gomes Lopes dreigend de woorden toe te voegen "Geef me er een anders maak ik je dood" en/of "I will kill you", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of daarbij een 'pistoolbeweging' met zijn hand te maken;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )