Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uur, subsidiair 120 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
2020beschouwt als een kennelijke verschrijving.
2019tot en met 2 oktober 2019 te Hellevoetsluis een hoeveelheid elektriciteit (te weten ongeveer 122.459 kWh), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die onbekend gebleven personen en/of aan hem, verdachte
,toebehoorde, te weten aan [naam bedrijf] ([adres 2]),
/hebbenweggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl zijn mededader(s) die weg te nemen hoeveelheid elektriciteit onder zijnhun bereik heeft/
hebbengebracht door middel verbreking en tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 3 april
2019tot en met 2 oktober 2019 te Hellevoetsluis,
5..Strafbaarheid feiten
3..Strafbaarheid verdachte
4..Motivering straffen
5..Toepasselijke wettelijke voorschriften
6..Bijlagen
7..Beslissing
taakstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 (negentig) dagen;
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;